Heb je Leonora Fenton's kaartje gekregen? Ze schijnt met een missionaris getrouwd te zijn en gaat in Siam wonen. Wat zeg je daarvan? Heb je ooit aan zoo iets absurds gedacht? Denk eens aan, Leonora de vrouw van een missionaris!
Toch is ze ten slotte niet gekker dan ik, die in een vondelingengesticht ben verhuisd of als jij, die nu een waardige trouwe echtgenoote bent of Marty Keene, de ster van Parijs. Geloof je ook niet dat ze in rijkostuum naar bals van gezanten en van de haute monde gaat? Wat ter wereld geeft zij om zulke kleinigheden! Wat vliegt die tijd toch en wat een verschillende richtingen zijn onze collega's uitgevlogen!
O, daar komt net de mail! Een oogenblik alsjeblieft. Ik moet een heerlijken, dikken brief uit Washington lezen.
Niet zoo erg heerlijk, een beetje brutaal zelfs! Gordon kan maar niet over het idee heen, dat het alleen maar een idiote grap is, dat Sallie McBride de leiding over 113 vondelingen heeft. Maar als hij maar een paar dagen in mijn plaats zou zijn, zou hij wel leeren inzien, dat het niet zoo leuk is. Hij zegt dat hij hier zal komen op zijn eerste reisje naar het Noorden en dan de beweging eens van dichtbij wil opnemen. Hoe zou je het vinden als ik hem dan hier met het karweitje achterliet en fluks even naar New-York overwipte om inkoopen te doen. Onze lakens zijn alle versleten en wij hebben niet meer dan 211 dekens in huis.
Singapore, mijn lieve dolle hond, zendt je het eerbiedig bewijs van zijn liefde.
So do I.S. McB.John Grier Home.Vrijdag.Mijn liefste Judy.
Je moest eens kunnen zien, wat Betsy Kindred met haar honderd dollars van de eetkamer heeft gemaakt!
Het is een duizelingwekkende droom, waarin geel de hoofdkleur is. Omdat het een kamer op het Noorden is, dacht zij, dat ze het er 'n de eerste plaats vroolijk moest laten uitzien en dat is haar uitstekend gelukt. De muur is lichtgeel geworden met een fries van kleine, mollige konijntjes, die elkaar achterna huppelen. Al het houtwerk, tafels en stoelen incluis, is lichtgeel geverfd. Inplaats van tafelkleeden, wat natuurlijk onbereikbaar is, hebben we linnen kleedjes, waarop alweer konijntjes lustig elkaar achterna jagen. En we hebben ook gele glazen, voorloopig gevuld met rietpluimen, maar wachtend op paardenbloemen en madeliefjes en boterbloemen. En we hebben ook nieuwe borden, Judy, wit met boterbloemen erop. (Tenminste dat vermoed ik, ofschoon het misschien ook wel gele rozen kunnen zijn, ongelukkigerwijs is er geen deskundige hier in huis die hierover uitspraak kan doen). En wat het mooist van alles is, we hebben servetten, echte servetten! De eerste, die ze hier in huis in hun heele leven te zien hebben gekregen! De kinderen dachten, dat het zakdoeken waren en veegden er vol aandacht hun neuzen aan af.
Om de opening van de nieuwe zaal te vieren, hadden we roomijs en cake en dessert. Het is zoo heerlijk om deze kinderen eens anders dan hangerig en onverschillig-gehoorzaam te zien, dat ik haast op het idee ben gekomen om prijzen uit te loven voor leuke brutaliteiten voor iedereen met uitzondering van Sadie Kate. Die lawaaide met haar mes en vork op de tafel en zong: "Welkom in deze gouden hallen".
Je herinnert je zeker wel die prachtige tekst boven de eetkamerdeur: "God de Heer behoedt U". We hebben die heelemaal weggeschilderd en de plek met huppelende konijntjes bedekt. Het is heel gemakkelijk zoo'n leer te verkondigen aan kinderen, die een vader en moeder hebben en een eigen dak om onder te slapen, maar iemand, die altijd in alles op zichzelf is aangewezen, moet een krachtiger spreuk tot steun meekrijgen.
"God heeft je twee handen en hersens gegeven en een groote wereld om ze te gebruiken gebruik ze goed, en het zal je goed gaan. Gebruik ze slecht en je zult honger lijden", is ons motto.
Gedurende den tijd, dien ik hier ben, ben ik elf kinderen kwijt geraakt. De gezegende State Charities Aid Association hielp me van drie kinderen af, die allen in vreeselijk aardige gezinnen zijn ondergebracht. Een zal er zelfs door die familie wettig worden aangenomen als ze in den smaak valt. En dat zal beslist gebeuren, daarvan ben ik vast overtuigd. Ze was het modelkind van ons gesticht, gehoorzaam en beleefd, met krullend haar en aardige maniertjes, juist het soort meisje dat elke familie noodig heeft.
Wanneer een paar ouders een pleegkind uitzoeken, sta ik erbij met een popelend hart en 't gevoel alsof ik het levenslot van het arme schaap in mijn handen houd. Een kleinigheid maar kan dan zulke groote gevolgen hebben; het kind glimlacht en een liefhebbend ouderhuis zal voor haar worden opengesteld ze niest en de kans is verkeken!
Drie van onze oudere jongens zijn op farms geplaatst, een zelfs in het Westen op een Ranch! En nu loopt het verhaal dat hij een cowboy is geworden en tegen de Indianen en grijze beren te velde trekt, hoewel ik eigenlijk geloof dat hij in werkelijkheid voor het vredelievend werk van den boekweitoogst is aangenomen. Hij verdween als een romanheld, nagekeken door de verlangende oogen van 25 avontuurlijke boys, die allen met een zwaar hart naar het eentonig-veilige John Grier Home terugkeerden.
Vijf andere kinderen zijn naar de gestichten gestuurd, waar ze thuis hooren. Een van hen is doof, een ander epileptisch en de drie overigen waren idioot. Geen van die vijf had hier ooit aangenomen mogen worden. Dit is een gesticht, waar de kinderen opgevoed worden, meer niet, en wij kunnen onze krachten niet verspillen met de zorg voor halfzieke en abnormale schepseltjes.
Vondelingengestichten zijn iets uit de oude doos: wat ik wil oprichten is een kostschool voor den physieken, moreelen en geestelijken groei van kinderen, wier ouders niet in staat waren voor hen te zorgen. "Vondeling" is ook meer de algemeens benaming voor onze kinderen, een heeleboel zijn absoluut geen vondelingen. Die hebben een lastigen en allervervelendsten vader of moeder, die geen afstand van het kind wil doen, waardoor ze ook nergens als pleegkind kunnen worden opgenomen. Maar die, bij wie het wel mogelijk is, zouden veel meer op hun plaats zijn in een gezellig huis, wat veel en veel beter voor hen is dan de prachtigste modelinrichting, die er op aarde bestaat. Dus zoek ik zooveel mogelijk naar dat soort huizen.
Je moest maar eens wat aardige families gaan bezoeken op de verre reizen, die je maakt. Kun je er niet ettelijke aanporren om kinderen aan te nemen, bij voorkeur jongens, want daar hebben we een overvloed van en juist die wil niemand hebben. Laten ze nu nog eens vertellen, dat wij, vrouwen niet begeerd worden! Niets dan anti-manlijke gevoelens maken zich van de ouders meester, bij het uitzoeken van een pleegkind!
Ik zou wel een duizend kleine meiskes met blonde haren kunnen plaatsen, maar een stevige, levenslustige boy van 9 tot 13 is een artikel, waarvoor de markt zeer flauw gestemd is.
Er schijnt onder de lieve luidjes het algemeen idee te heerschen, dat deze jongelui zich eeuwig in den modder wentelen en mooie mahoniehouten meubels bederven.
Zou 't niet goed zijn als heerenclubs jongens konden aannemen, alleen maar om de jongelui tot vader op te voeden? De kinderen zouden dan in een lieve, fatsoenlijke familie uitbesteed worden en door de verschillende leden van het gezin Zaterdagmiddags mee uit genomen worden. Ze zouden hen van voetbalwedstrijden en van het circus laten genieten en hen dan weer naar huis laten gaan als ze zich genoeg met hen geamuseerd hadden, net als wij doen met een boek uit de leesbibliotheek. En dat zou voor jonggezellen werkelijk heel goed zijn, want de menschen spreken er altijd over, dat in een jong meisje vroeg het moeder-idee gewekt moet worden, maar waar wordt tegenover de jongens gesproken, dat ze waardig moeten zijn om vader te kunnen worden? Waarom zouden we onze jongens dan niet tot vader opleiden en door de first class clubs van den staat eerst propaganda voor het idee laten maken? Laat Jervis alsjeblieft hierover eens in zijn diverse clubs spreken, dan zal ik er Gordon in Washington op af sturen. Die twee heeren zijn leden van zooveel clubs, dat ze op het minst over een twaalftal jongens kunnen beschikken.
Lieve Judy,
Ik gevoel aardig berouw over mijn 113-voudig moederschap.
Wie denk je, dat er gisteren bij ons binnenstapte? Niemand anders dan Gordon Hallock, die op zijn terugreis naar Washington ons vredig dorpje aandeed. Hij zei wel dat het net op zijn weg lag, maar de landkaart in de schoolkamer leerde mij wel anders.
O kind, je weet niet hoe blij ik was hem weer te zien! Vergeet niet dat het de eerste glimp van de buitenwereld was, die tot mij doordrong sedert ik mij hier heb ingekerkerd. En hij had zooveel interessante dingen te bespreken! Hij kent het neusje van den zalm van alle nieuwtjes, waarvan we in de kranten maar den buitenkant vernemen en voor zoover ik een oordeel kan vellen over die soort dingen, geloof ik dat hij het sociale middelpunt is van alles wat er in Washington omgaat. Ik wist altijd wel dat hij als staatsman carrière zou maken, dat ligt nu eenmaal op zijn weg. Geen twijfel aan.
Je kunt je niet voorstellen hoe heerlijk opgeruimd ik me gevoelde, net alsof ik na lange zwerftochten mijn eigen huis weer had bereikt. Ik moet je eerlijk bekennen, dat ik vreeselijk naar iemand verlangde die weer eens echte nonsenspraatjes met me zou houden. Betsy gaat aan het einde van elke week naar huis toe en de dokter heeft conversatie genoeg maar lieve deugd, alles is bij hem zoo afschuwelijk logisch! Maar Gordon behoort tot de zelfde wereld als ik de wereld van leuke clubs en auto's en bals en sport en levendigheid. Misschien is het wel een heel armzalig, leeg leventje maar het is nu eenmaal mijn leven. En dat leven heb ik vreeselijk gemist. Je krachten ten dienste van het sociale leven stellen is theoretisch heel bewonderenswaardig en zeer interessant, maar Judy, wat is het doodelijk vervelend in al zijn kleine bijzonderheden! Ik ben bang dat ik niet geboren ben om recht te maken wat krom is!
Ik probeerde Gordon ook wat belang in mijn werk in te boezemen en liet hem van alles zien, maar hij wou mijn kinderen met geen oog verwaardigen. Hij denkt dat ik alleen maar hier kwam om hem dwars te zitten, wat ook werkelijk niet ver van de waarheid is. Jouw sirene zou me nooit van het pad der frivoliteit gelokt hebben, als Gordon het niet zoo allerverschrikkelijkst vermakelijk had gevonden, dat ik aan het hoofd van een vondelingengesticht zou staan. Ik kwam hier om hem te laten zien dat ik er inderdaad toe in staat ben, en nu ik in de gelegenheid ben om hem het bewijs te leveren, weigert die naarling om er zich van te overtuigen.
Ik vroeg hem ten eten maar waarschuwde hem van te voren voor het bevroren kalfsvleesch. Hij bedankte omdat hij vond, dat ik een verandering noodig had. Dus gingen we maar naar Brantwood Inn en aten kreeft. Ik was totaal vergeten, dat er nog zulke schotels bestonden!
Vanmorgen om zeven uur werd ik door een aanhoudend verwoed telefoongeschal gewekt. Het was mijn lieve Gordon, die al aan het station was om zijn reis naar Washington te hervatten. Hij verkeerde in een heel andere stemming dan gisteren, en maakte veel verontschuldigingen omdat hij geweigerd had naar mijn kinderen te kijken. Hij had dat niet nagelaten omdat hij niet van kinderen houdt, zeide hij, maar alleen omdat hij ze niet naast mij kon zien, en om een bewijs van zijn goede bedoelingen te geven, zou hij hun een zak apenootjes sturen.
Ik voel me nu zoo frisch en opgevroolijkt na dat korte bezoek, alsof ik wel een maand vacantie had gehad. Zonder twijfel is voor mij een uurtje babbelen gezonder dan een liter staal en een duizendtal van die beroemde staalpillen.
Je bent me twee brieven schuldig, lieve dame! Doe die schuld maar tour de suite af of je hoort nooit meer iets van me.
Als altijd,je S. McB.Dinsdag 5 n.m.Mijn waarde vijand,
Ik verneem, dat u gedurende mijn afwezigheid een bezoek hebt afgelegd en een groote herrie te weeg hebt gebracht. U zeide, dat Miss Snaith de kinderen niet de portie levertraan heeft toegediend, die hun rechtens toekomt.
Het spijt mij zeer wanneer uw geneeskundige orders niet stipt zijn uitgevoerd, maar u moest, dunk mij, toch weten dat het zeer moeilijk is deze onaangenaam riekende vloeistof in de magen van jankende kinderen te doen verdwijnen en die arme Miss Snaith is een zeer overwerkt persoontje. Zij heeft tien kinderen meer dan eenige vrouw ter wereld ooit geschonken moesten worden en zoolang wij geen nieuwe assistente voor haar gevonden hebben, kan zij niet elk uwer orders zoo stipt uitvoeren als zij wel zou wenschen te doen.
Bovendien, mijn waarde vijand, is deze dame zeer gevoelig van aanleg en zou ik liever hebben dat u uwe strijdlustigheid op mij koelt, indien u weder eens een dergelijke stemming bekruipt. Begaafd, als ik ben, met een harde olieachtige huid zou ik er niets om geven, maar deze arme dame heeft zich in een soort hysterische bui in haar kamer teruggetrokken, negen lammerende babies alleen achterlatend en vertrouwend, dat de een of andere goede ziel die schapen wel in bed zou stoppen.
Indien u misschien een poeder hebt dat kalmeerend op haar door u geschokte zenuwen inwerkt, stuurt u het mij dan alstublieft met Sadie Kate.
Hoogachtend,S. McBride.Woensdag morgen.Geachte Dr. MacRae,
Ik wil absoluut geen dom figuur slaan. Ik vraag u alleen maar dat u met al uw klachten bij mij komt en mijn staf niet in een dergelijke stemming achterlaat, zoo als gisteren het geval was.
Ik zal er voor zorgen dat al uwe orders stipt uitgevoerd worden (ten minste die orders, welke een medisch karakter dragen). Werkelijk blijkt het een feit te zijn, dat wij hier met een nalatigheid te doen hebben. Ik weet niet wat er met die veertien flesschen levertraan, waarover u zoo'n herrie hebt gemaakt, gebeurd is; ik zal er een ernstig onderzoek naar instellen.
Maar ik kan werkelijk, om verschillende redenen, die arme Miss Snaith niet op de bondige wijze, waarop u dat verlangt, de deur uitzetten. Een feit is het dat zij in zekere opzichten te kort schiet, maar ze is vriendelijk voor de kleintjes en als wij er een oogje op houden, zal het voorloopig wel gaan.
Met beleefde groeten,
Hoogachtend,S. McBride.Donderdag.Waarde vijand,
Soyez tranquille. Ik heb mijn orders gegeven en in het vervolg zullen de kinderen alle levertraan krijgen, die hun door u wordt voorgeschreven. Zoo ziet u, dat een flinke man toch altijd zijn zin krijgt!
S. McB.22 Maart.Beste Judith,
Het gestichtsleven gaat weer zijn gewone gangetje, nadat op de groote levertraan-oorlog, waarin onze dokter de overwinning behaalde, weer vrede gevolgd is. De eerste aanval had op Donderdag plaats, maar ik miste ongelukkigerwijze dat begin, omdat ik juist met een paar van de kinderen in het dorp boodschappen deed. Bij mijn terugkomst stond het heele huis van groot tot klein op stelten: onze vurige dokter had een visite afgelegd!
Sandy heeft twee groote hartstochten: een voor levertraan en een voor spinazie, en ongelukkig genoeg valt geen dezer beide stokpaardjes in den smaak van onze kinderen.
Een tijdje geleden (nog voordat ik hier was) heeft hij aan alle bloedarme schapen levertraan voorgeschreven en aan Miss Snaith opgedragen voor de uitvoering van zijn orders te zorgen. Gisteren heeft hij op zijn achterdochtige, Schotsche manier nagespoord, waarom die arme kleine schapen niet zoo vlug als hij dacht dat mogelijk was, dik en rond en blozend werden en bij dien speurtocht heeft hij een schrikwekkend schandaal ontdekt: Zij hebben al drie weken lang geen lepel levertraan geproefd! Toen brak de bom los en alles was in rep en roer! Betsy zei dat ze Sadie Kate voor de een of andere boodschap er uit moest sturen, omdat zijn taaltje niet bepaald voor kinderooren geschikt was. Toen ik thuis kwam, was hij al vertrokken. Miss Snaith had zich in haar vertrek teruggetrokken, smeltend in tranen, en 't raadsel van de niet verorberde 14 flesschen levertraan was nog altijd niet opgelost. Hij had die arme Miss Snaith er lieflijk van beschuldigd, dat zij die flesschen levertraan stiekum had leeg gedronken. Stel je voor! Dat onbeduidende menschje, dat er zoo onschuldig uitziet, zou me daar dien goddelijken drank van die arme, hulpelooze vondelingetjes hebben gestolen om er stilletjes zelf van te genieten!