Raji: Boek Een - Charley Brindley 2 стр.


* * * * *

Normaal gezien duurde het twintig minuten om de zes kilometer naar school te fietsen met zijn rode fiets, tenzij de weg modderig was door regen, of sneeuw - dat was het ergste om in te fietsen.

Hij fietste naar de top van Caroline Bell Crest, waar het grind overging in een geasfalteerde straat, en liet zich dan van de heuvel glijden richting Wovenbridge. Toen hij bij de Harvey Winchester Tennisclub aankwam, vertraagde hij en slipte tot stilstand. De tennisvelden waren verlaten, maar soms zag hij mensen tennissen als hij voorbijreed, zelfs met dit koude weer. Er waren zes tennisbanen die allemaal netjes waren en goed onderhouden met rechte, goed opgespannen netten. Wat een contrast met het oude tennisveld in zijn school, met zijn gebarsten cement, vervaagde witte strepen en een boomstam in het midden om het net overeind te houden.

Ik zou er alles voor over hebben om hier eens te spelen, een keertje maar.

Hij keek naar zijn oude, houten raket in zijn fietsmand, zuchtte en haastte zich dan op weg.

Drie weken eerder was het de veertiende verjaardag van Fuse geweest, op 1 december 1925. Hij had geen cadeaus gekregen, maar dat vond hij niet erg. Hij had eigenlijk niets nodig, behalve misschien een nieuwe tennisbal en een bepaald boek: Lichamelijk onderzoek en klinische procedures.

Zijn vader bracht hem vroeger altijd in verlegenheid als hij opschepte bij de andere boeren dat zijn zoon de jongste was van zevenenveertig andere leerlingen in het laatste jaar; en zelfs de jongste ooit in het laatste jaar op Monroe High. De laatste keer dat hij geen A had behaald, had zijn vader aan de andere mannen verteld, was in de derde klas bij Mrs. Caldwell - ze had hem een B gegeven voor schoonschrift.

Drie luidruchtige kraaien trokken de aandacht van Fuse. Ze vlogen voor hem de straat over en landden op een omheining van prikkeldraad, waar ze druk zaten te krassen als een groepje kruimeldieven.

Soms wilde hij wegglippen en zich verstoppen als zijn vader weer over hem bezig was. Maar nu zou hij blij zijn met een simpele "hallo" of "hoe gaat het, jongen?".

Fuse racete langs Winchester Avenue en liet zich dan de speelplaats op glijden, waar hij al half afgestapt was als hij zijn fiets in het rek duwde. Hij greep zijn boeken, broodtrommel en tennisraket beet en rende de trap op terwijl hij de leerlingen en leraars ontweek. Zodra hij binnen was, haastte hij zich naar de bibliotheek.

Nadat hij aan de tafel was gaan zitten en zachtjes zijn gerief op de vloer geplaatst had, fluisterde hij: "Start!'.

Benjamin Clayton begon met een koningspionopening en drukte de knop van de schaakklok in om zijn klok stop te zetten en de tijd van Fuse te starten. Fuse verplaatste zijn zwarte koningspion en drukte op de knop.

Elke morgen zette Clayton het schaakbord en de schaakklok klaar. Gewoonlijk speelden ze drie of vier partijtjes snelschaak voor de bel van negen uur.

* * * * *

Rajiani was tot halverwege de wei geraakt wanneer Ransom aan kwam gegaloppeerd om haar te begroeten. Ze stopte, klopte op zijn schoft en kroelde in zijn nek en haastte zich dan verder. Hij racete rond haar en rende dan mee met haar naar de boerderij. Toen ze de omheining bereikten, duwde ze haar koffer onder de onderste lat en klom erover. Dan greep ze haar koffer weer beet en stapte naar het huis.

Ransom hinnikte en ze haastte zich terug naar hem.

"Sst."

Ze legde een vinger op haar lippen en streelde zijn zachte neus. Daar leek hij tevreden mee, dus liep ze naar het huis.

Rajiani opende de hordeur voorzichtig en stapte op de porch, waar een andere hordeur naar het huis leidde. Ze duwde zich tegen de muur naast de tweede deur en om te luisteren of ze beweging hoorde, vertraagde ze haar ademhaling; ze hoorde niets.

Plots piepte de deurdranger als een kat die schrok. Ze hapte naar adem en kneep haar ogen dicht om te luisteren of ze een stem hoorde of voetstappen die dichter kwamen, maar ze hoorde helemaal niets. Ze hield de hordeur op zijn plaats met haar voet en voelde aan de deurklink; er zat geen beweging in. Haar hand trilde van angst en kou. Ze blies haar warme adem op haar stijve vingers en greep de klink dan opnieuw vast om nog eens te proberen. Ze hoorde een luide, metalige klik toen de klink in haar hand bewoog. Dan glipte ze naar binnen en sloot de deur zacht achter zich. De warmte van de keuken omarmde haar als een zachte deken.

Zo prettig. Het lijkt wel of ik het al altijd koud heb gehad.

Er stond een schaal met broodjes op de tafel. Ze sloop er op haar tenen naartoe.

Woont de jongen hier alleen?

Ze legde haar koffer op de tafel, pakte een broodje en schrokte het naar binnen.

Oh, hoe zalig is het iets te kunnen eten.

Er waren nog vijf broodjes over. Aan de andere kant van de keuken stond een kan op het aanrecht naast een bord dat afgedekt was met een vaatdoek. Ze gluurde in de kan; water. Terwijl ze van de tuit dronk, tilde ze de vaatdoek op om het bord te zien; ze verslikte zich bijna. Er lagen zes repen vlees op het bord. Ze pakte er een van en at hem op in twee happen zonder het zich aan te trekken of het rundsvlees was of niet. Dan spoelde ze het vlees door met nog wat water. Ze had zelden vlees gegeten, en zeker geen rundsvlees, maar de honger was sterker dan haar overtuigingen.

Ze nam het bord en het water mee naar de tafel, waar ze al het vlees en nog vier broodjes opat, en dan de helft van de kan water uitdronk. Zelfs thuis had niets ooit zo lekker gesmaakt.

Met het laatste broodje in haar hand sloop ze naar de deur die naar het voorste deel van het huis leidde; ze gluurde om de hoek en trok zich geschrokken terug.

Daar is iemand!

Hai Rama! Main ab pakdee jaaoongi! fluisterde ze.

Hemeltje! Ik ben betrapt!

Hoofdstuk twee

Rajiani drukte zich tegen de keukenmuur en hield haar adem in.

Er is een man in de kamer hiernaast! Hij zit voor het haardvuur.

Hij kon elk ogenblik binnenkomen en ontdekken dat ze zijn eten gestolen had.

Ze begon weer te ademen en sloop voorzichtig naar de tafel om haar koffer te nemen. Net op het moment dat ze hem wilde oppakken, hoorde ze de voordeur piepend opengaan en iemand binnenkomen.

"Goeiemorgen." zei een zangerige vrouwenstem. "Hoe voelt u zich vandaag, Mr. Fusilier?"

Rajiani keek om zich heen, koortsachtig op zoek naar een plaats om zich te verstoppen.

Ik ben een kasteloze.Ik mag hier niet betrapt worden terwijl ik hun eten steel. Ze zullen me doden zonder aarzelen.

"Het is echt erg koud buiten vandaag." zei de vrouw. "Ik ben blij dat je zoon vuur gemaakt heeft voor hij naar school vertrok."

Rajiani begreep niet wat de vrouw zei, maar ze had de taal onderweg al gehoord toen ze weggelopen was. De jongen die haar slapend in de schuur gevonden had, sprak dezelfde taal.

Hij was gemeen, maar de volwassenen zullen hatelijk zijn. Ze gedragen zich altijd slechter tegen iemand zoals mij.

"Ik zal wat verse koffie zetten voor je en we gaan dan oefeningen doen. Ik heb vandaag een nieuwe oefening voor je armen en schouders. Ik denk wel dat ze je zal bevallen."

De man zei geen woord.

Toen Rajiani op de houten vloer voetstappen hoorde die in de richting van de keuken kwamen, sprong ze achter de keukendeur en trok hem tegen zich om zich te verstoppen. Plots stopten de voetstappen, op nauwelijks een paar centimeter van waar ze stond.

"Wel, heb je ooit." zei de vrouw.

Toen Rajiani op de houten vloer voetstappen hoorde die in de richting van de keuken kwamen, sprong ze achter de keukendeur en trok hem tegen zich om zich te verstoppen. Plots stopten de voetstappen, op nauwelijks een paar centimeter van waar ze stond.

"Wel, heb je ooit." zei de vrouw.

Rajiani gluurde van achter de deur en zag de vrouw staan staren naar de tafel met haar handen op haar heupen. Ze droeg een wit uniform met een rok die tot haar enkels reikte. Haar hoge, zwarte schoenen waren gepoetst tot ze blonken en ze droeg een witte kap.

"Twee vieze borden." zei de vrouw. "Ik heb nog nooit meegemaakt dat Vincent schotels op de tafel achterlaat zonder ze af te wassen. En wat doet dat ding daar?

Tegen wie is ze aan het spreken?

Rajiani volgde de blik van de vrouw en zag de twee borden. Ze sperde haar ogen open toen ze haar koffer opmerkte op de tafel!

De vrouw ging naar de tafel om de borden af te ruimen en bleef kijken naar de koffer. "Dat heb ik nog nooit gezien. Zou het iets voor school zijn van Vincent?" Ze bracht de borden naar het aanrecht en ging terug om de kan te halen.

Ze praat tegen zichzelf? dacht Rajiani en ze kroop nog wat dieper in de schaduw.

Vooraan op de gesteven kap van de vrouw was een rood kruis genaaid. Ze was slank en groot en hield zich perfect recht, in haar gezicht had ze geen enkele rimpel. Ze droeg een bril met een metalen montuur en de kleur van haar huid leek wel die van donkere chocolade.

Die vrouw is zo donker. Zou ze een dalit zijn, net als ik? Ach, nee, ze draagt een verpleegstersuniform dus moet ze tot de kaste van de brahmanen behoren.

De verpleegster checkte hoeveel water er nog in de kan was en zette hem dan op het aanrecht. Ze opende de voorkant van het fornuis met een pook en nam wat aanmaakhout uit de bak met hout om de uitdovende sintels op te stoken. Terwijl het vuur weer oplaaide, vulde ze neuriënd een metalen pot halfvol met water. Ze plaatste een percolatorfilter en -mandje in de pot.

Wat een eigenaardige theepot. Hoe kan ze zo theezetten?

De vrouw nam een blik van een plank en schepte bonen in de molen met een lepel. Ze draaide een minuut aan de hendel en goot dan de inhoud in het mandje in de pot. Ze deed het deksel op de pot en zette hem op het fornuis om koffie te maken.

"Swing low, sweet chariot," zong ze zacht terwijl ze in de keuken bezig was en wachtte tot het water kookte. Comin for to carry me home.

Het geluid van de pruttelende pot trok Rajiani's aandacht. Een aroma vulde de warme keuken, maar ze herkende het niet. Voor haar rook het sterk als brandend eikenhout.

Dat zullen ze toch zeker niet drinken.

"Swing low." zong de verpleegster en dan neuriede ze de melodie terwijl ze de donkere drank in de kopjes schonk en de melk en de suiker in de kast zette. De twee kopjes rammelden op hun schoteltjes als ze ze naar de voorste kamer droeg.

"Nu gaan we een lekker kopje koffie drinken, Mr. Fusilier."

Toen de vrouw de keuken verliet, kwam Rajiani van achter de deur en gluurde de voorste kamer in. De man zat nog op dezelfde plaats naar het vuur te kijken. Nu realiseerde ze zich dat hij in een houten rolstoel zat, maar hij was niet oud.

Hoe zou het komen dat hij verlamd is? Wat is er met hem gebeurd?

De verpleegster zette de twee kopjes op een tafeltje naast de man. Ze roerde in eentje en schepte er een lepeltje stomende koffie uit.

"Ik zal ervoor zorgen dat hij zeker niet te heet is." Ze nipte van de lepel. "Mmmm, zoet en romig. Net zoals u hem het liefst drinkt."

Ze nam nog een lepel koffie en hield hem tegen zijn lippen. De man trok zijn hoofd weg met een ruk, alsof hij geschrokken was, maar slurpte dan luid van de lepel. Hij slikte en likte aan zijn lippen.

"Hij is echt lekker. Ik zei het toch." Ze gniffelde en hield de lepel weer voor zijn lippen. "Dokter Mathews zei gisteren tegen me: 'Julia,' zei hij, 'doe twee keer per dag twee volledige sets oefeningen met Mr. Fusilier.' Dus dat gaan we doen." Ze nam nog een slok van haar kopje en plaatste het terug in het schoteltje. "Zodra onze koffie op is, gaan we uw bloeddruk controleren, naar uw hart luisteren en dan gaan we uw benen aan het werk zetten. Die dokter zegt dat uw spieren niet zullen atrofiëren zolang we ze in beweging houden. En als u dan genezen bent, zal u weer kunnen stappen en zo. En zelfs weer werken op uw grote boerderij. Ik weet dat Vincent hard werkt en probeert alles bij te houden, maar hij zal uw hulp nodig hebben in de lente als er geplant moet worden."

Rajiani stapte achteruit, weg van de deur. Ze trippelde op haar tenen naar de tafel, greep haar koffer vast en haastte zich naar de achterdeur. Zo stil als een kitten greep ze de klink vast.

Traag, traag, doe hem niet klikken.

"Ja, mijnheer." de vrouwenstem uit de voorste kamer deed haar schrikken. "Laten we eens luisteren hoe uw hart klinkt vanmorgen en na de eerste oefening zal ik dan een mooie brief schrijven aan uw vrouw. Ze zal zeker benieuwd zijn hoeveel vooruitgang u boekt."

Rajiani glipte voorzichtig door de deur en trok hem dicht. Zodra ze buiten de tweede hordeur was, rende ze naar de schuur.

Hoofdstuk drie

Om twaalf uur haastte Fuse zich uit de geschiedenisles via de achterdeur van de sportzaal naar het tennisveld.

"Komaan, Fusilier." Cameron liet de witte tennisbal stuiteren op de rand van zijn nieuwe Wilsonraket die gemaakt was van fijngenerfd beuken- en esdoornhout en strak opgespannen was met kattendarm, het neusje van de zalm. "Je hebt al vijf minuten van onze lunchpauze verprutst met eten."

Fuse stopte de rest van zijn boterham met spek in zijn mond en dronk melk van de thermosfles. "Ik kom," mompelde hij met volle mond, "ik kom." Hij trok zijn jas uit, greep zijn raket beet en liep het veld op.

Cameron liet de bal vallen en sloeg hem over het net. "Wanneer ga je eens deftige schoenen kopen? Het is moeilijk om tennis te spelen met die bottines."

Fuse haalde uit naar de bal en sloeg hem in het net. "Ik heb een paar sportschoenen besteld uit de Sears Roebuckcatalogus." Hij rende naar de bal.

"Fantastisch. Dat zal maar een week of zes duren." Cameron stapte opzij en sloeg de bal terug met een knappe backhand. "Zet je af op je tenen. Buig je knieën en leun voorover. Wees klaar om naar links of naar rechts te gaan zodra ik tegen de bal sla. Goed zo. Die bal zal nu naar je rechterkant komen. Draai je lichaam zijwaarts zodra je ziet waar de bal heengaat. Stap door de bal. Breng je raket onmiddellijk weer naar achteren. Nee, nee, nee. Niet zijwaarts naar de backhandhoek lopen."

Mike Cameron zat ook in zijn laatste jaar net als Fuse, maar hij was drie jaar ouder en een kop groter. Hij was dun en gespierd en de beste tennisspeler in Winterset County. Door op de boerderij te werken en met de fiets naar school te gaan was Fuse in goede conditie, maar hij was niet zo sterk als Mike.

"Ik moet werken aan mijn opslag." zei Fuse.

Hij miste de volgende bal en rende om de bal op te rapen. Hij merkte drie meisjes op die aan een tafel zaten bij het administratiegebouw. Ze zagen er eigenaardig uit met hun dikke jas en wollen handschoenen terwijl ze hun boterhammen opaten en uit thermosflessen dronken. Fuse vond zichzelf enigszins knap, maar hij wist dat die meisjes daar niet zaten te bibberen tijdens hun lunchpauze om naar hem te kijken.

"Je moet aan alles werken." zei Cameron toen Fuse het veld weer op liep. Denk je echt dat je zo bij Octavia Pompeii zal raken?"

"Ik moet wel."

"Oké, laten we oefenen op de opslag en de volley. Wedden dat al de beste spelers in geen tijd bij het net zullen zijn, klaar om de bal door je strot te duwen. Je bent aan de kleine kant om te tennissen, maar je hebt wel een heel groot voordeel: je bent linkshandig. Dat brengt je tegenstander altijd in de war omdat hij twijfelt welke kant je backhand is. En je kan makkelijk op zijn backhand opslaan. Oké, sla nu op en ren naar het midden van het net. Je moet snel zijn. Probeer er te raken in vier passen. Daar gaan we!"

Назад Дальше