Raji: Boek Twee - Charley Brindley 2 стр.


"De duivelshonden," vertelde sergeant Jensen, "verloren meer manschappen tijdens de Slag bij het Belleaubos dan ooit tevoren.

"Deze vlag..." Hij wachtte even terwijl cadet Wilson zijn vlaggenstok rechtzette en naast sergeant Jensen ging staan. Cadet Wilson overhandigde de houten doos dan aan de sergeant. "... is niet zomaar wat stof en garen." Hij keek even naar het glazen deksel van de doos en draaide het dan zodat het publiek het kon zien. "Het is een heilige sluier die de geesten van de 1.811 soldaten bedekt die gestorven zijn in de Slag bij het Belleaubos terwijl ze de eer, de plicht en de vrijheid verdedigden waar deze vlag voor staat. Hij die nu in het bezit komt van dit icoon van heldhaftigheid en moed zal dezelfde heilige en ernstige taak krijgen als diegenen die gestorven zijn opdat ieder van jullie mag blijven in vrijheid leven. De nieuwe vlaggendrager zal met dezelfde hoge mate van waardigheid en respect worden behandeld als deze studenten met de vlag zelf moeten doen."

De sergeant zette een stap achteruit zodat cadet Smith terug kon keren naar de micro.

"Ik zal nu de naam aankondigen van de nieuwe laatstejaarsstudent die de vlaggendrager zal worden van de Amerikaanse vlag voor het academiejaar 1926." Hij vouwde een klein stukje papier open en keek dan rond naar het publiek. "De nieuwe laatstejaarsvlaggendrager is sergeant James Grayson."

Cadet Grayson sprong met een gil recht van zijn plaats achteraan in het publiek en haastte zich doorheen het centrale gangpad naar het podium. Het publiek applaudisseerde. Op het podium ging hij in de houding staan tegenover sergeant Jensen terwijl cadet Smith de microfoon vasthield voor de sergeant die naar cadet Grayson staarde terwijl hij wachtte tot het publiek weer stil was.

"Zweert u op uw eer," zei de sergeant tegen cadet Grayson, "dat u de traditie van respect en trouw aan de Amerikaanse vlag in ere zal houden, net als al uw voorgangers hebben gedaan aan de Octavia Pompeii Academy?"

"Dat zweer ik, sergeant."

"Zweert u dat u deze relikwie van eer zal beschermen tegen vuur en onweer en dat u haar veiligheid boven de veiligheid van uw eigen lijf en leden zal stellen?"

"Dat zweer ik, sergeant."

"Dan rest mij de grote eer de Amerikaanse vlag aan uw zorgen toe te vertrouwen."

De sergeant reikte de cadet de houten doos aan. De cadet nam hem aan, hield hem tegen zijn borst en draaide zich naar het publiek. Terwijl het publiek en de eerstejaars achter hem applaudisseerden, marcheerde cadet Grayson tot bij cadet Wilson. In een afgemeten en precieze beweging presenteerde cadet Wilson de vlaggenstok aan cadet Grayson. Na de overhandiging marcheerden ze allebei naar de linkerkant van het podium en gingen met het gezicht naar het publiek staan.

Cadet Benjamin Smith liep terug naar de katheder. "Graag stel ik u nu Calvin Hoskinson voor."

Een slanke jongeman stapte op het podium. Hij droeg een grijs uniform uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Toen hij bij de katheder aankwam, schudde cadet Smith zijn hand en maakte dan plaats voor hem. De vlaggendrager met de vlag van Virginia zette een stap naar voor en liet de vlaggenstok zakken zodat de vlag mooi naar beneden hing.

Er zaten vlekken op de vlag, hij was gescheurd en er zaten verschillende kogelgaten in. Op de vlag stond de staatszegel van Virginia met een vrouwelijke krijger met een zwaard in haar rechterhand en haar rechtervoet op een liggend figuur die een tiran voorstelde van wie de kroon op de grond lag. Onder de twee figuren stond de Latijnse inscriptie Sic Semper Tyrannis: Zo vergaat het tirannen altijd. De achtergrond van de vlag was diepblauw.

De jongeman nam zijn pet af en stapte naar de katheder. "Mijn grootvader was soldaat Levin Hoskinson. Hij droeg de vlag van Virginia tijdens de Eerste Slag bij Manassas op 21 juli 1861. Zijn eenheid heette Virginia's Eerste Brigade, maar na het gevecht werd ze hernoemd tot de Stonewall Brigade, ter ere van haar commandant, generaal Stonewall Jackson.

"Generaal Jackson kreeg zijn beroemde bijnaam in het heetst van de strijd, toen de Geconfedereerde Staten terrein verloren. Brigadegeneraal Barnard Elliott Bee leidde de Derde Brigade van het Leger van de Shenandoah die zich op de linkerflank van generaal Jackson bevond. Hij schreeuwde: 'Daar staat Jackson als een stenen muur. Als we bereid zijn te sterven, zullen we overwinnen. Voeg je bij Virginia!'

"Generaal Bee stierf de dag na Manassas aan verwondingen die hij tijdens de strijd had opgelopen, maar Stonewall Jackson en zijn brigade leidden de aanval bij Manassas die het tij deed keren en die uiteindelijk de eerste overwinning van de oorlog opleverde voor het Geconfedereerde leger. Generaal Jacksons brigade vocht daarna nog achtendertig slagen uit tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Tijdens het conflict vochten meer dan zesduizend soldaten mee in de Stonewall Brigade, maar op het ogenblik dat ze zich overgaven in Appomattox, waren nog slechts tweehonderd haveloze, verslagen mannen over."

Calvin Hoskinson wachtte een ogenblik om het publiek de gelegenheid te geven even na te denken over de veldslag en de oorlog. Dan ging hij verder.

"Soldaat Lavin Hoskinson stierf die bloederige namiddag van 21 juli 1861. Hij was negentien, een jaar ouder dan ik nu ben.

"Mijn grootvader sneuvelde in Manassas, maar zijn vlag..." hij keek naar de drager van de Virginiaanse vlag die de doos met het glazen deksel zo hield dat het publiek de vlag erin kon zien, "...zijn vlag is hier vandaag en het is een eer voor mij dat ik gekozen ben om het bewaken van die waardevolle relikwie van ons heldhaftig verleden door te geven aan een nieuwe vlaggendrager."

Calvin wachtte tot het applaus wegebde en stapte dan opzij zodat cadet Smith de katheder kon gebruiken.

"De nieuwe bewaker van de Virginiaanse vlag is..." hij vouwde een vel wit papier open, "cadet-korporaal Fletcher Slaymaker."

Cadet Slaymaker sprong met een gil recht van zijn plaats tussen zijn ouders en haastte zich doorheen het centrale gangpad naar het podium.

Het publiek applaudisseerde terwijl hij door het gangpad liep.

Nadat de Virginiaanse vlag doorgegeven was aan cadet Slaymaker, ging hij bij de bewaker van de Amerikaanse vlag staan, terwijl Calvin Hoskinson naast sergeant Jensen ging staan. Ze schudden elkaar de hand en toen ging dr. Octavia Pompeii aan de katheder staan.

"De vlag van de Octavia Pompeii Academy is geen relikwie, maar hij wordt met evenveel eer en respect behandeld als de Amerikaanse en de Virginiaanse oorlogsvlag. Laten we hopen dat onze vlag nooit meegedragen wordt in de strijd, behalve als het voor tennis of schaak is." Ze wachtte tot het publiek weer stil was. "En daarin hebben we gezegevierd, is het niet, laatstejaars?"

De laatstejaars in het publiek juichten.

"En dat zullen we dit jaar ook weer doen..." ze keek naar ons, "of niet, eerstejaars?"

We juichten, zonder echt te weten waarvoor we juichten. Moesten we met andere scholen wedijveren in tennis en schaak? Ik hield niet echt van concurrentiestrijd, maar de jongens blijkbaar wel.

"De nieuwe vlaggendrager," zei dr. Pompeii, "van de vlag van de Octavia Pompeii Academy is..." Ze vouwde het vel papier open en er verscheen een verraste uitdrukking op haar gezicht, alsof het iemand totaal onverwachts was. Dan glimlachte ze tevreden en las de naam: "Cadet-korporaal Colt Handford."

Cadet Handford liep door het gangpad en sprong op het podium. Hij aanvaardde de enthousiaste handdruk van dr. Pompeii en ging dan in de houding staan om de vlag van de academie in ontvangst te nemen. Daarna nam hij zijn plaats in bij de andere twee vlaggendragers en glimlachte breed als het publiek zijn goedkeuring liet horen.

Cadet Handford liep door het gangpad en sprong op het podium. Hij aanvaardde de enthousiaste handdruk van dr. Pompeii en ging dan in de houding staan om de vlag van de academie in ontvangst te nemen. Daarna nam hij zijn plaats in bij de andere twee vlaggendragers en glimlachte breed als het publiek zijn goedkeuring liet horen.

Hou je eens stil, Keesler, zei Pepper tegen Liz terwijl ze de zoom van haar uniformrok vastspeldde.

Pepper was de secretaresse van dr. Pompeii. Ze was tweeëntwintig, Liz was zestien en ik veertien.

"Ik heb hoogtevrees," zei Liz. Ze knipoogde naar me.

Ik zat op mijn bed te kijken naar Liz die op een houten stoel stond terwijl Pepper Darling de lengte van haar rok aanpaste. "Miss Pepper," zei ik, "ik nodig moet spreken met dr. Pompeii."

"Waarom?" Pepper nam nog een speldje van tussen haar roodgeverfde lippen.

Ik dacht altijd in het Hindi, maar meestal sprak ik Engels. "Ik wil mijn plaats geven voor Fuse."

Liz en Pepper staarden me aan.

Het was de ochtend na de voorstelling op het podium en de overdracht van de vlaggen aan de nieuwe vlaggendragers. Ik had een slapeloze nacht achter de rug in de meisjesslaapzaal voor vier personen die Liz en ik deelden.

"Dat is onmogelijk." Pepper stak een speld in de zoom van de enkellange kaki rok.

"Dat kan je niet menen," zei Liz, "of wel, Raji?"

"Jawel, ik hoor hier niet."

Daar heb je gelijk in," zei Pepper. "Draai je om, Keesler."

Liz keek over haar schouder naar Pepper. Ze heeft evenveel recht om hier te zijn als ieder ander. Liz was groot en slank, ze had krullend kastanjebruin haar dat tot halfweg haar rug reikte.

"Misschien," zei Pepper, "maar het is niet omdat ze een schaakwonder is dat ze door de eerste examenronde zal raken."

"Wie zegt dat?"

Pepper keek kwaad naar haar. "Heb je het schoolrapport gezien van Devaki?"

"Nee."

"Ik ook niet. En weet je waarom niet?"

Liz schudde haar hoofd.

"Omdat ze er geen heeft. Volgens mij is dat meisje nooit naar school geweest. Kom maar naar beneden, dan kunnen we zien of je jasje past."

Ze is naar school geweest in India. Liz stapte van de stoel en trok het jasje aan dat Pepper voor haar klaarhield. "Ze hebben waarschijnlijk helemaal geen rapporten daar."

Pepper keek even naar me met een opgetrokken wenkbrauw.

"Ze is waar, Liz. Ik ben nooit naar school geweest.

"Als dat zo is," zei Liz, "hoe ben je dan uitgenodigd voor de wedstrijd?"

"Dat is het rare ding dat ik toch ook niet begrijp. Tot het moment waarop dr. Pompeii mijn naam zegt en nummer geeft voor wedstrijd, ik wist zelfs niet dit gebeurde met me."

"Wat vind je daarvan, Pepper?" zei Liz. "Ik dacht dat het door goede punten op school was dat je uitgenodigd werd om deel te nemen aan de wedstrijd voor de academie."

"Ja, zo of..." Pepper tilde de schoudervullingen van het jasje op en keek naar de handen van Liz. "Wil je de mouwen tot voorbij je pols, zo?"

Liz schudde met haar armen en keek naar beneden; dan trok ze haar linkermouw twee centimeter omhoog. "Tot hier zo."

Pepper speldde de zoom van de mouw vast. "Of uitzonderlijke intellectuele capaciteiten," vervolledigde ze haar gedachtegang.

Het jasje van Liz was een koningsblauwe blazer met een wapenschild dat op de linkerborstzak geborduurd was. Het wapenschild bestond uit gekruiste tennisrackets achter het schaakstuk paard. Een witte blouse en een gele das, samen met zwarte, hoge schoenen en onze kaki rok, zouden ons uniform vervolledigen. De kleuren en de stijl waren identiek aan het uniform van de jongens dat bestond uit een jasje en een lange broek.

"Wat is betekenis van ding je zei, miss Pepper?" vroeg ik.

"Slim zijn, zeker?" zei Pepper.

Liz glimlachte breed naar me.

"Trek je rok aan, Devaki," zei Pepper, "zodat ik de zoom kan inleggen."

"Maar waarom de moeite? Ik zal niet uniform nodig hebben."

"Ik voer alleen bevelen uit. 'Leg de zoom van hun uniform in voor de naaister,' zei dr. Pompeii tegen me, dus leg ik de zoom van jullie uniform in. Als jouw uniform nog een jaar ongebruikt in de kast blijft hangen, wat dan nog? Trouwens, je kan je plaats aan niemand afstaan."

"Het is mijn plaats. Waarom kan ik niet hem geven?"

"Als jij stopt, zal dr. Pompeii je vervangen door een van de plaatsvervangers."

Is Fuse een van die plaatsvervangers?

"Dat is vertrouwelijke informatie."

"Wat is wat je zegt?"

"Het is een geheim," zei Liz. Ze trok haar jas voorzichtig uit om zich niet aan de spelden te prikken.

Maar jij weten dit geheim, miss Pepper?"

Pepper knikte.

"Waarom jij zegt het niet?"

"Wel, dan zou het geen geheim meer zijn, hé. Haast je wat met je rok, ik moet nog zeker vijftig rapporten typen."

Ik trok mijn rood-groene sari uit, legde hem op het bed, trok mijn slip recht en stapte in de lange rok. Ik hield hem vast rond mijn middel zodat hij niet van mijn heupen zou vallen.

"Wat ben je een klein, mager ding," zei Pepper terwijl ze de rok flink inpakte rond mijn middel.

* * * * *

Ik zat aan mijn bureau in de meisjesslaapzaal en staarde door het raam naar de vroege ochtendmist. Ik had een erg onbehaaglijk gevoel, alsof ik ergens anders moest zijn.

Die morgen toen Fuse en ik bovenop de silo klommen om naar de zonsopgang boven de Caroline Bellheuvel te kijken...

Een zuchtje wind roerde de mist buiten mijn raam tot piekerige slierten, maar dan viel hij neer als een dikke, natte deken.

Het was maar een herinnering... zo veraf, maar oh, zo mooi...

"Hé, dromer," zei Liz vanop haar bed, waar ze haar kousen aan zat te trekken. "Je hebt die blik weer."

Ik keek naar mijn kamergenote. "Ik weet het."

"Haast je maar wat als je pannenkoeken wil voor de jongens ze allemaal binnen schrokken."

"Ik niet veel honger."

"Maar ik wel, en je weet hoe erg ik het zou vinden om alleen met achtennegentig jongetjes te moeten eten."

De studentenpopulatie van de academie bestond uit honderd tieners - vijftig eerstejaars en vijftig laatstejaars.

"Jongetjes?"

"Ze zijn toch suf, klef, idioot, onnozel..."

"Vind je Fuse ook jongetje?"

Liz zuchtte en ging staan om haar jurk over haar hoofd te trekken. Ze streek het lichtblauwe linnen glad en trok dan het lijfje recht. "Nee, Raji. Ik vind dat Fuse een prins is." Ze draaide haar rug naar me toe terwijl ze de uiteinden van de stoffen riem achter zich uitstak. Onze schooluniformen waren nog niet terug van de naaister.

Ik nam de riem aan, trok hem strak en knoopte hem dan dicht in een grote strik.

"Hij is lief, schattig, intelligent," zei Liz, "en... even denken... wat heb je me nog verteld?"

"Slim, knap..."

"Ja, dat allemaal." Liz haalde nog een jurk uit haar kast en gooide hem naar me. "Ik heb een vraag voor je: als hij zo geniaal is, waarom heeft hij dan de top vijftig niet gehaald in de wedstrijd?"

"Rodger Kavanagh heeft Fuse verslaan met tennis." Ik hield de op maat gemaakte jurk omhoog bij de schouders en bewonderde hem. En met schaak ook."

"Kavanagh heeft de plaats van Fuse niet afgepakt. Kavanagh versloeg iedereen met vlag en wimpel - behalve jou - met schaak."

"Mag ik je mooie jurk dragen deze dag?" Ik ging staan om hem tegen mijn lichaam te houden terwijl ik mijn rechtervoet vooruitzette om de kleurrijke stof te bewonderen.

Назад Дальше