Misdaad in het Donker - Грейс Фиона 2 стр.


Lacey aarzelde. Gina had een punt. Ze had het papierwerk nog niet gezien, dus ze kon niet honderd procent zeker weten dat het geweer niet werkte. Maar er zat geen munitie in de koffer en Lacey was ervan overtuigd dat Xavier haar geen geladen wapen per pakketpost zou opsturen!

“Gina,” zei ze met een strenge maar definitieve stem, “ik beloof je dat ik het allemaal onder controle heb.”

De woorden rolden heel makkelijk van Lacey’s tong. Ze wist het toen nog niet, maar ze zou er spoedig spijt van zou krijgen.

Gina leek zich erbij neer te leggen, hoewel ze er niet blij mee leek. “Best. Als jij zegt dat je het onder controle hebt, dan heb je het onder controle. Maar waarom zou Xavier je uitgerekend een verdomd geweer sturen?”

“Dát is een goede vraag,” zei Lacey, die zich ineens hetzelfde afvroeg.

Ze reikte in de doos en vond een opgevouwen stuk papier op de bodem. Ze haalde het eruit. Gina’s eerdere insinuatie dat Xavier andere intenties had dan alleen vriendschap, gaf haar een ongemakkelijk gevoel. Ze vouwde de brief open, schraapte haar keel en las hardop voor.

“Lieve Lacey,

“Zoals je weet was ik laatst in Oxford…”

Ze zweeg even. Ze voelde Gina’s blik op zich branden, alsof haar vriendin haar stilletjes veroordeelde. Lacey voelde haar wangen warm worden en hield de brief zo dat Gina niet kon meelezen.


“Zoals je weet was ik laatst in Oxford op zoek naar de verloren antiquiteiten van mijn overgrootvader. Ik zag dit geweer en ik herinnerde me iets. Je vader had een soortgelijk geweer te koop staan in zijn winkel in New York. We hadden erover gepraat. Hij had me verteld dat hij op een jachtreis naar Engeland was geweest. Het was een grappig verhaal. Hij zei dat hij het niet had geweten, maar dat het geen jachtseizoen was tijdens zijn trip, waardoor hij alleen legaal konijnen mocht schieten. Ik deed wat onderzoek naar jachtseizoenen in Engeland, en er wordt niet gejaagd in de zomer. Ik herinner me niet dat hij Wilfordshire bij naam noemde, maar weet je nog dat je zei dat dat was waar hij ’s zomers verbleef? Misschien is er een plaatselijke jachtclub? Misschien dat zij hem gekend hebben?

“Liefs, Xavier.”


Lacey vermeed Gina’s doordringende blik terwijl ze de brief opvouwde. Lacey wist wat ze dacht—dat Xavier haar in een berichtje over de herinnering had kunnen vertellen, in plaats van haar een geweer te sturen! Maar het kon Lacey niet schelen. Ze had meer interesse in de inhoud van de brief dan in de potentiele romantische ideeën die ten grondslag lagen aan Xaviers acties.

Dus haar vader deed aan jagen tijdens zijn zomers in Engeland? Dat was nieuws voor haar! Nog afgezien van het feit dat ze zich niet kon herinneren dat hij een jachtgeweer bezat, kon ze zich niet voorstellen dat haar moeder dat goed had gevonden. Die was extreem fijngevoelig. Snel beledigd. Was dat waarom hij ervoor naar een ander land was afgereisd? Het zou kunnen dat hij het volledig voor haar moeder geheim had gehouden, als een guilty pleasure dat hij zichzelf één keer per jaar gunde. Of misschien was hij naar Engeland gegaan om te schieten vanwege het gezelschap dat hij hier had…

Lacey herinnerde zich de mooie vrouw in de antiekwinkel, degene die Naomi had geholpen toen ze het ornament had gebroken, degene die ze daarna weer op straat waren tegengekomen, toen ze haar gezicht niet hadden kunnen zien vanwege de felle zon achter haar. De vrouw met het zachte Britse accent en het geurige parfum. Zou zij degene geweest zijn die haar vader met de hobby kennis had laten maken? Was het een tijdverdrijf dat ze deelden?

Ze greep haar mobiel om haar zusje een bericht te sturen, maar kwam niet verder dan, “Had papa wapens…” toen ze werd onderbroken door het yip-yip-yipping van Chester die probeerde haar aandacht te trekken. De bel boven de voordeur moest gerinkeld hebben.

Ze deed het geweer weer in de koffer, klikte de sluitingen dicht en liep terug naar de winkel.

“Je kan dat niet zo laten slingeren!” riep Gina, die van argwaan terugschakelde naar paniekmodus.

“Stop hem dan in de kluis als je je zo’n zorgen maakt,” zei Lacey over haar schouder.

“Ik?” hoorde ze Gina schril uitroepen.

Hoewel ze al halverwege de gang was, bleef Lacey staan. Ze zuchtte.

“Ik kom zo bij u!” riep ze in de richting van de winkel.

Toen draaide ze zich om, liep terug naar de voorraadkamer en pakte de koffer op.

Terwijl ze langs Gina liep hield de vrouw haar zorgelijke blik op de koffer gericht en deed een stap achteruit, alsof het ding elk moment kon exploderen. Lacey slaagde erin om te wachten tot ze voorbij was alvorens met haar ogen te rollen om Gina’s overdreven dramatische reactie.

Lacey nam het geweer mee naar de grote stalen kluis waar haar meest waardevolle en kostbare items veilig waren opgeslagen en legde de koffer erin. Toen liep ze terug de gang in, waarna een zachtmoedig kijkende Gina haar terug naar de winkel volgde. Ze was in elk geval gestopt met piepen nu het wapen uit het zicht was.

Lacey had verwacht een klant in de winkel aan te treffen. In plaats daarvan trof ze de bijzonder onwelkome Taryn aan, haar nemesis van de boetiek naast haar winkel.

Taryn draaide zich op haar hakken om bij het horen van Lacey’s voetstappen. Haar donkerbruine korte kapsel was met zoveel gel gladgestreken dat er geen haartje niet op zijn plek zat. Ondanks de warme zon in juni was ze gekleed in haar vertrouwde LBD, die alle hoeken van haar benige figuur liet zien.

“Laat je je klanten altijd zonder toezicht en assistentie in je winkel?” vroeg Taryn hooghartig.

Naast Lacey klonk het lage gegrom van Chester. De Engelse shepherd mocht de verwaande boetiekeigenaresse niet. Dat gold tevens voor Gina, die zelf ook een grom gaf voordat ze met wat papierwerk aan de slag ging.

“Goedemorgen, Taryn,” zei Lacey, die zichzelf dwong een hartelijke houding aan te nemen. “Wat kan ik voor je betekenen op deze mooie dag?”

Taryn wierp met samengeknepen ogen een blik op Chester, deed haar armen over elkaar en richtte haar haviksogen op Lacey.

“Ik zei al,” snauwde ze, “ik ben een klant.”

“Jij?” vroeg Lacey, te snel om haar ongeloof te kunnen verbergen.

“Ja, ík,” antwoordde Taryn droog. “Ik heb een van die Edison lamp dingen nodig. Je weet wel. Lelijke dingen met grote peertjes op bronzen standaarden? Ze staan altijd in je etalage.”

Ze keek om zich heen. Met haar smalle neus in de lucht deed ze Lacey aan een vogel denken.

Lacey kon het niet helpen dat ze argwaan had. Taryns winkel was modern en minimalistisch, met plafondspotjes die de boetiek in een klinisch wit licht hulden. Waar had ze een rustieke lamp voor nodig?

“Ga je de boetiek opnieuw inrichten?” vroeg Lacey voorzichtig terwijl ze achter de balie vandaan kwam en naar Taryn gebaarde om haar te volgen.

“Ik wil het gewoon wat sfeervoller maken,” zei de vrouw terwijl ze met klikkende hakken achter Lacey aanliep. “En voor zover ik kan beoordelen zijn die lampen heel hip op het moment. Ik zie ze overal. Bij de kapper. In de koffiezaak. Er stonden een miljoen van die dingen in Brooke’s theehuis…”

Lacey verstijfde. Haar hart begon hevig te bonken.

Alleen al het horen van de naam van haar voormalige vriendin vulde haar met paniek. Er was nauwelijks een maand verstreken sinds de Australische haar met een mes had achtervolgd in een poging Lacey de mond te snoeren, nadat Lacey erachter was gekomen dat ze een Amerikaanse toerist had vermoord. Lacey’s verwondingen waren genezen, maar de mentale littekens waren nog vers.

Dus dat was waarom Taryn naar een Edison lamp vroeg? Niet omdat ze er eentje wilde hebben, maar zodat ze een excuus had om Brooke’s naam te noemen en Lacey van streek te maken! Ze was echt een gemeen stuk vreten.

Ondanks het feit dat Taryn zogenaamd een klant was, verloor Lacey al haar enthousiasme om de vrouw te helpen. Ze wees slapjes naar de “Steampunk Corner,” de hoek van haar winkel waar haar collectie bronzen lampen stond.

“Daarzo,” mompelde ze.

Ze zag een zure uitdrukking op Taryns gezicht verschijnen toen haar blik over de vliegeniersbrillen, wandelstokken en het aquanautenpak gleed. Lacey moest toegeven dat dat esthetisch gezien ook niet haar smaak was. Maar er waren heel wat mensen in Wilfordshire—het type met lang zwart haar en fluwelen capes—die regelmatig in haar winkel kwamen, dus ze had deze items speciaal voor hen ingekocht. Het enige probleem was dat het nieuwe gedeelte haar voorheen onbelemmerde uitzicht op Toms patisserie aan de overkant van de straat blokkeerde, wat betekende dat Lacey niet langer dromend naar hem kon staren als ze daar zin in had.

Nu Taryn was afgeleid, maakte Lacey van de gelegenheid gebruik om een blik naar de overkant te werpen.

Het was zoals gewoonlijk druk in Toms winkel. Nog drukker zelfs, nu er meer toeristen in de stad waren. Lacey zag zijn één meter negentig lange lijf rondrennen om de bestellingen te vervullen. Het zonlicht deed zijn goudbruine huid er nog goudkleuriger uitzien.

Op dat moment zag Lacey Toms nieuwe assistente, Lucia. Hij had de jonge vrouw een paar weken geleden aangenomen zodat hij meer vrije tijd had om met Lacey door te brengen. Maar sinds het meisje er was komen werken, was het drukker in de patisserie dan ooit tevoren!

Lacey zag dat Lucia en Tom bijna tegen elkaar aanbotsten. Ze deden allebei een stap naar rechts en toen naar links in een poging om een botsing te vermijden, maar het werd een soort komische synchronisatie. Hun confrontatie eindigde met een theatrale buiging van Tom, waarna Lucia hem links passeerde. Hij wierp haar zijn brede glimlach toe.

Lacey’s maag trok samen toen ze hen zo zag. Ze kon het niet helpen. Jaloezie. Achterdocht. Het waren allemaal nieuwe emoties voor Lacey, emoties die ze pas had sinds haar scheiding. Het was alsof haar ex-man ze tussen de pagina’s van hun scheidingspapieren had gestopt om ervoor te zorgen dat haar toekomstige relaties zo problematisch mogelijk zouden zijn. Het waren lelijke gevoelens, maar ze kon er niets aan doen dat ze ze had. Lucia kon aanzienlijk meer tijd met Tom doorbrengen dan zij. En in de tijd die ze met hem doorbracht was hij op zijn best—energiek, creatief en productief, in plaats van slaperig hangend op haar bank voor de televisie. Alles voelde uit balans, alsof ze Tom moesten delen en de ratio’s enorm vertekend ten gunste van Lucia.

“Ze is mooi, nietwaar?” klonk Taryns stem in Lacey’s oor, als de duivel die op haar schouder zat.

Lacey snoof. Taryn zat alleen maar te stoken, zoals gewoonlijk.

“Hééél mooi,” voegde Taryn toe. “Je moet er gek van worden, het idee dat Tom de hele dag daar zit met haar.”

“Doe niet zo dom,” snauwde Lacey.

Maar Taryns beoordeling was, om een idioom van Gina te gebruiken, “bang on.” Met andere woorden, ze had helemaal gelijk. En dat zorgde ervoor dat Lacey alleen maar meer gefrustreerd raakte.

Taryn glimlachte dunnetjes. Er verscheen een verderfelijke glinstering in haar ogen. “Dat wilde ik je nog vragen. Hoe gaat het met je Spaanse man? Xavier was het toch?”

Lacey werd nog kwader. “Hij is mijn Spaanse man niet!”

Maar voordat ze ruzie konden krijgen rinkelde de deurbel luidruchtig en begon Chester te piepen.

Gered door de bel, dacht Lacey. Ze haastte zich weg bij Taryn en haar gemene suggesties.

Maar ze was allesbehalve opgelucht toen ze zag wie haar opwachtte.

Carol, van de B&B, stond midden in de winkel met een blik van volslagen afschuw op haar gezicht. Ze leek in paniek en hijgde alsof ze de hele weg hierheen had gerend.

Lacey voelde dat haar maag zich samentrok. Ze werd overspoeld door een afschuwelijk gevoel van déjà vu. Er was iets gebeurd. Iets slechts.

“Carol?” zei Gina. “Wat is er aan de hand, ducky? Je ziet eruit alsof je een spook hebt gezien.”

Carols onderlip begon te trillen. Ze deed haar mond open alsof ze iets wilde zeggen, maar er kwam niets uit.

Achter zich hoorde Lacey het tik-tak van Taryns hakken die zich naar hen toe haastte, waarschijnlijk omdat ze op de eerste rang wilde zitten, met het beste uitzicht op het zich ontvouwende drama.

Lacey kon de anticipatie niet verdragen. Elke vezel in haar lichaam leek bevangen te raken door angst.

“Wat is er aan de hand, Carol?” wilde Lacey weten. “Wat is er gebeurd?”

Carol schudde fel haar hoofd. Ze haalde diep adem. “Ik ben bang dat ik afschuwelijk nieuws heb…”

Lacey zette zich schrap.

HOOFDSTUK TWEE

Wat zou er gebeurd kunnen zijn?

Een ongeluk?

Een… moord?

Alsjeblieft niet nog een keer!

“Carol?” vroeg Lacey met schorre stem.

De angstige blik in Carols ogen terwijl ze door de winkel ijsbeerde stuurde bliksemschichten van paniek door Lacey’s lijf. Haar maag begon zich om te draaien, alsof ze haar tweedehands Volvo van de klif had gereden en ze richting de zee stortte. Ze voelde dat haar handen begonnen te trillen terwijl een serie herinneringen haar gedachten binnendrongen: Iris’ lichaam op de vloer van haar landhuis; Bucks met zand besmeurde mond terwijl bij bewegingsloos op het strand lag. De voorbijflitsende beelden werden ineens vergezeld door het plotselinge gekrijs van sirenes en afschuwelijke krakende geluid van de zilverkleurige deken die de paramedici om haar schouders sloegen. Uiteindelijk hoorde ze de stem van Hoofdinspecteur Turner, wiens waarschuwing nog altijd door haar hoofd galmde. “Blijf in de stad, oké?”

Lacey greep de toonbank vast om zichzelf staande te houden en zette zich schrap voor het nieuws dat Carol op het punt stond te vertellen. Ze kon zich nauwelijks concentreren op de vrouw die nerveus door de winkel liep.

“Wat is er?” vroeg Gina ongeduldig. “Wat is er gebeurd?”

“Ja, laat alsjeblieft die bom vallen,” zei Taryn op verveelde toon terwijl ze achteloos met de Edison lamp zwaaide. “Sommigen van ons hebben meer te doen vandaag.”

Carol hield eindelijk op met ijsberen. Ze wendde zich tot de drie vrouwen, haar ogen rood.

“Er is…” begon ze stamelend. “Een… een… een opening van een B&B!”

Er verstreek een moment van stilte terwijl de drie vrouwen haar onthulling—of het gebrek daaraan—lieten bezinken.

“Ha!” riep Taryn uit. Ze klapte een briefje van twintig pond op de toonbank naast Lacey. “Ik laat deze crisis maar aan jou over. Bedankt voor de lamp.”

En met die woorden walste ze weg, de geur van een rokerig cederparfum in haar kielzog.

Toen ze weg was, richtte Lacey haar aandacht weer op Carol. Ze staarde haar ongelovig aan. Natuurlijk was een nieuwe B&B slecht nieuws voor Carol, die nu met nog meer concurrentie te maken zou krijgen, maar het maakte geen enkel verschil voor Lacey! En gezien de afschuwelijke rampspoed die het stadje had meegemaakt met de moord op Iris Archer en de meer recente moord op Buck, zou ze wel beter moeten weten dan schreeuwend rondrennen vanwege zoiets triviaals!

Lacey kon niets anders dan met haar ogen knipperen. Haar woede leek zelfs haar spraakvermogen te hebben stilgelegd. Maar met Gina’s loslippigheid was niets aan de hand.

“Dát is het?” brulde ze. “Een B&B? Je gaf me verdomme bijna een hartaanval!”

“Een B&B in Wilfordshire is afschuwelijk nieuws voor iedereen,” huilde Carol, fronsend vanwege Gina’s respons. “Niet alleen voor mij!”

“Is dat zo?” zei Lacey, die eindelijk haar stem had teruggevonden. “En waarom is dat?”

Carol wierp haar een gekwetste blik toe. “Huh, nou, ik had moeten weten dat jij het niet zou begrijpen. Je bent tenslotte een buitenstaander.”

Назад Дальше