Alles op alles - Джек Марс 6 стр.


“Zijn balans is meer dan $ 24.000,” zei Luke.

“Precies,” zei Swann. “Een klusjesman met een vrij groot bedrag op zijn rekening. Interessant. Laten we de vorige maand bekijken, van 28 maart tot 27 april. De balans is dan zelfs $ 37.000 en hij begint het geld te spenderen. Er zijn overschrijvingen van een onbekende rekening, $ 5.000, dan $ 4.000, en dan, ach ja, laten we de belastingdienst voor het gemak maar even vergeten, ongeveer $ 20.000.”

“Oké,” zei Luke.

“Ga nog een maand terug. Laat februari tot laat maart. Hij begint met een saldo van $ 1.129. Aan het einde van de maand is het meer dan $ 9.000. Ga nog een maand terug, laat januari tot laat februari en zijn saldo was nooit meer dan $ 2.000. Als je drie jaar teruggaat dan zie je dat zijn saldo bijna nooit meer dan $ 1.500 was. Dit was een man die van maand tot maand leefde en die plotseling in maart grote bedragen overgemaakt kreeg.”

“Waarvandaan?”

Swann glimlachte en stak een vinger op. “Nou, dit is het leuke gedeelte. Ze komen van een kleine offshore-bank, gespecialiseerd in anonieme rekeningen. Het heet Royal Heritage Bank en is gevestigd op de Kaaimaneilanden.”

“Kun je in hun systeem komen?” vroeg Luke. Vanuit zijn ooghoeken zag hij Trudy’s afkeurende blik.

“Dat hoeft niet,” zei Swann. “De Royal Heritage is eigendom van een aanwinst van de CIA: Grigor Svetlana. Hij komt uit Oekraïne en zat bij het Rode Leger. Hij kreeg twintig jaar geleden grote problemen met het Russische leger toen oude Sovjet-wapenuitrusting verdween en later opdook op de zwarte markten van West Afrika. Ik heb het niet over huis-tuin-en-keuken wapens en geweren, ik heb het over luchtafweergeschut en antitankwapens, plus een paar kruisraketten die op lage hoogte kunnen vliegen. De Russen waren klaar om hem flink aan te pakken. Hij kon zich tot niemand anders wenden dan tot ons. Ik heb een vriend die bij Langley werkt, en de rekeningen van de Royal Heritage Bank zijn verre van anoniem. In tegendeel, ze zijn in feite een open boek voor de Amerikaanse inlichtingengemeenschap. Dit is natuurlijk niet algemeen bekend bij de Royal Heritage klanten.”

“Dus je weet van wie de bankrekening is die de overschrijvingen naar Bryant heeft gemaakt?”

“Ja.”

“Oké, Swann,” zei Luke. “Ik weet het, je bent heel erg slim. Nou, kom terzake.”

Swann gebaarde naar de computerschermen. “Bryant zelf heeft de rekening die de overschrijvingen deed. Dat is de rekening die op het linkerscherm staat. Je kunt zien dat er momenteel ongeveer $ 209.000 op staat. Hij maakte hier en daar een klein bedrag over van deze geheime rekening naar zijn locale bankrekening, waarschijnlijk voor eigen gebruik. Als we een paar maanden verder terug gaan dan kun je zien dat Bryants offshore rekening op 3 maart geopend is met een storting van $ 250.000 van een andere Royal Heritage rekening, die te zien is op het rechterscherm.”

Luke keek naar de rekening op het rechterscherm. Er stond meer dan vierenveertig miljoen dollar op.

“Iemand is er goedkoop vanaf gekomen door Bryant in te huren,” zei hij.

“Precies,” zei Swann.

“Wie is het?”

“Het is deze man.” Op het scherm verscheen een identiteitspasje met foto. Daarop stond een man van middelbare leeftijd met donker grijzend haar. “Dit is Ali Nassar. Zevenenvijftig jaar oud. Iraanse nationaliteit. Geboren in Teheran. Zijn familie is invloedrijk en rijk. Hij heeft economie gestudeerd aan de London School of Economics, daarna rechten aan Harvard. Daarna keerde hij terug naar Iran waar hij nog een diploma rechten behaalde aan de Universiteit van Teheran. Daardoor kan hij in zowel de Verenigde Staten als Iran rechten praktiseren. Voor het merendeel van zijn carrière is hij betrokken geweest bij internationale handelsbesprekingen. Hij woont hier in New York en is op dit moment een Iraanse diplomaat bij de Verenigde Naties. Hij geniet volle diplomatieke onschendbaarheid.”

Luke wreef over z’n kin. Hij kon korte stoppels voelen. Hij begon moe te worden. “Begrijp ik het nou goed? Nassar heeft Ken Bryant waarschijnlijk betaald om toegang tot het ziekenhuis te krijgen, evenals informatie over de beveiligingsroutines en hoe ze te vermijden.”

“Ja, dat kunnen we aannemen.”

“Dus hij is waarschijnlijk de leider van een terreurcel hier in New York, hij is medeplichtig aan de diefstal van radioactief materiaal en ten minste vier moorden, en hij kan niet onder de Amerikaanse wet vervolgd worden?”

“Het lijkt erop.”

“Oké. Je hebt al toegang tot zijn rekening, of niet? Laten we kijken waar hij nog meer geld naartoe heeft gestuurd.”

“Dat kan een tijdje duren om die informatie te achterhalen.”

“Dat geeft niet. We hebben een andere taak die we ondertussen kunnen uitvoeren.”

Luke keek naar Ed Newsam. Newsams gezicht was hard, zijn ogen leeg.

“Zeg Ed? Heb je zin om met mij op stap te gaan en meneer Ali Nassar een bezoek te brengen?”

Eds glimlach leek meer op een grimas.

“Klinkt goed.”

Hoofdstuk 10

06:20 uur

Congres Fitnesscentrum – Washington DC


Het was niet gemakkelijk te vinden. Jeremy Spencer stond in het souterrain van het kantoorgebouw Rayburn House, voor een paar grijze stalen deuren die op slot zaten. De deuren bevonden zich in een hoek van de ondergrondse parkeergarage. Weinig mensen wisten van deze plek af. Nog minder wisten waar het was. Hij voelde zich een dwaas maar hij klopte toch op de deur. Iemand liet hem naar binnen. Hij maakte de deur open en had dat bekende gevoel van onzekerheid in zijn buik. Hij wist dat alleen leden van het Amerikaanse Congres toegang hadden tot dit fitnesscentrum. En toch, ondanks dat er daarvoor regels gebroken werden, was hij hier uitgenodigd.

Vandaag was de belangrijkste dag in zijn jonge leven. Hij werkte al drie jaar in Washington en nu zou hij bevorderd worden. Zeven jaar geleden was hij slechts tuig uit het woonwagenkamp in het noorden van de provincie New York. Toen opeens een student met studiebeurs voor de universiteit. Hij studeerde aan de prestigieuze Binghamton University, State University van New York. In plaats van te zitten luieren, was hij juist ambitieus en werd hij voorzitter van de Republikeinse studentenpartij en commentator voor de studentenkrant. Al gauw werkte hij voor Breidbart en Drudge. Nu, wat slechts een zucht geleden leek, was hij een ervaren verslaggever bij Newsmax en zijn werkgebied was het Capitool.

De sportzaal was niet erg luxe. Er waren een paar cardio-apparaten, wat spiegels en losse gewichten op een rek. Een oude man in sportbroek en T-shirt met een koptelefoon op, liep op een loopband. Jeremy liep de stille kleedkamer binnen. Hij liep de hoek om en daar voor hem stond de man waarvoor hij gekomen was.

De man was lang, midden vijftig met zilverkleurig haar. Hij stond bij een open locker dus Jeremy zag hem van zijn zijkant. Zijn rug was recht, zijn brede kaak stak vooruit. Hij droeg een T-shirt met korte broek, allebei nat van zweet. Zijn schouders, armen, borst en benen, alles was gespierd. Hij zag eruit als een natuurlijke leider.

De man heette William Ryan, al negen termijnen vertegenwoordiger van North Carolina en voorzitter van het Huis van Afgevaardigden. Jeremy wist alles over hem. Hij kwam uit een familie met oud geld. De familie bezat al tabaksplantages in de tijd van vóór de revolutie. Zijn overovergrootvader was lid van de Amerikaanse Senaat tijdens de Reconstructie.

Hij was de beste in de klas in de Citadel. Hij was een charmeur en hij was gracieus. een natuurlijke leider vol zelfvertrouwen. Niet veel mede-partijleden zouden het wagen om hem uit te dagen.

“Mijnheer de voorzitter?”

Ryan draaide zich om, zag Jeremy en glimlachte breed. Zijn T-shirt was donkerblauw met de tekst PROUD AMERICAN in witte en rode letters. Hij stak zijn hand uit om een handdruk te geven.

“Sorry,” zei hij. “Nog ietwat zweterig.”

“Geen probleem, mijnheer.”

“Oké,” zei Ryan. “Het is niet nodig om ‘meneer’ te zeggen, noem me maar gewoon Bill. Als dat te moeilijk is dan kun je me bij mijn beroepstitel noemen. Maar ik moet je vertellen. Ik heb specifiek naar jou gevraagd en ik geef je een exclusief interview. Misschien hou ik later in de middag een persconferentie voor alle media maar tot die tijd, de hele dag, zijn mijn gedachten over deze crisis alleen voor jouw oren. Hoe voelt dat?”

“Het voelt fantastisch,” zei Jeremy. “Het is een eer. Maar waarom juist ik?”

Ryan bracht zijn stem omlaag. “Je bent een goeie jongen. Ik ben je al een lange tijd aan het volgen en ik wil je wat advies geven. In vertrouwen. Na vandaag zul je geen pitbull meer zijn maar een ervaren journalist. Ik wil dat je alles wat ik vandaag zeg, woord voor woord, in jouw artikel zet maar vanaf morgen wil ik dat je meer… genuanceerder wordt, zeg maar. Over Newsmax is geen fout woord te zeggen, het is een goed persbureau maar over een jaar zie ik je bij de Washington Post werken. Dat is waar we je nodig hebben. Het is alleen een kwestie van tijd. Maar eerst moeten mensen kunnen geloven dat je tot een zogenaamde eerlijke en gebalanceerde verslaggever bent gegroeid. Begrijp je wat ik bedoel?”

“Ik denk het,” zei Jeremy. Het bloed raasde in zijn oren. De woorden klonken zowel spannend als beangstigend tegelijkertijd.

“We hebben allemaal vrienden op de juiste plekken nodig,” zei de voorzitter. “Zelfs ik. Nou, kom maar op met die vragen van jou.”

Jeremy pakte zijn telefoon tevoorschijn. “De recorder is aan. Dus, meneer, bent u zich bewust van de diefstal van grote hoeveelheden radioactief afval vannacht in New York City?”

“Ik ben me er meer dan bewust van,” zei Ryan. “Net als alle Amerikanen, ben ik zeer ongerust. Mijn assistenten wekten me vannacht om vier uur met het nieuws. We staan in constant contact met alle inlichtingeneenheden, we volgen de situatie nauwlettend. Zoals je goed weet, heb ik meerdere keren geprobeerd om via het Congres een Declaratie van Oorlog tegen Iran uit te laten roepen maar iedere keer wees de President en zijn partij het voorstel af. We zitten in een situatie waar Iran, onze bondgenoot, de soevereine natie van Irak heeft bezet en ons eigen personeel door Iraanse controleposten heen moet om onze ambassade in Irak in of uit te kunnen gaan. Onze natie is niet zo vernederd geweest sinds de Iraanse gijzelingscrisis in 1979.”

“Gelooft u dat deze diefstal door Iran is uitgevoerd, meneer?”

“Allereerst, laten we het beestje bij zijn naam noemen. Of er nou een bom ontploft in de metro of niet, dit is een terroristische aanslag op Amerikaanse bodem. Minstens twee bewakers zijn vermoord en de wereldstad New York is bevroren van angst. Ten tweede, we hebben nog niet genoeg informatie om de terroristen te kunnen aanwijzen. Maar we weten dat het tonen van zwakheid juist dit soort aanslagen aanmoedigt op het wereldpodium. We moeten onze ware kracht tonen en als land samenkomen, zowel rechts als links, om onszelf te verdedigen. Ik nodig de President uit om de wereld te laten zien dat we samenkomen als het erop aankomt.”

“Wat vindt u dat de president zou moeten doen?”

“Op zijn minst moet hij onmiddellijk een landelijke noodtoestand uitroepen. Hij zou de politie tijdelijk bijzondere bevoegdheden moeten geven totdat we deze mensen hebben opgespoord. Deze bevoegdheden zouden onder andere betekenen dat de politie een verdachte kan aanhouden zonder een arrestatiebevel, de mogelijkheid heeft om steekproefsgewijs doorzoekingen te plegen en zaken te confisceren op alle treinstations, bushaltes, vliegvelden, scholen, openbare pleinen, winkelcentra en andere plekken met veel publiek. Hij moet ook onmiddellijke veiligheidsmaatregelen nemen om de overige voorraden radioactief materiaal in de rest van de Verenigde Staten te waarborgen.”

Jeremy staarde in Ryans felle ogen. De felheid was bijna genoeg voor Jeremy om gewoon weg te lopen.

“Maar het allerbelangrijkste, als de aanvallers uit Iran blijken te komen of ze worden gesponsord door Iran, dan moet hij Iran de oorlog verklaren of aan de kant stappen zodat wij het kunnen doen. Als dit inderdaad een Iraanse aanval is en de president met alle informatie die tot zijn beschikking staat dan toch probeert onze inspanningen om ons land en onze bondgenoten in het Midden-Oosten te verdedigen wil blokkeren, dan heb ik geen keuze en zal ik de afzettingsprocedure initiëren.”

Hoofdstuk 11

06:43 uur

Seventy-Fifth Street dichtbij Park Avenue – Manhattan


Luke zat achterin een van de SUV’s van het bureau samen met Ed Newsam. Ze stonden in een rustige straat met bomen, tegenover een modern, luxe hoog gebouw. De chique entree had dubbele glazen deuren en een portier met witte handschoenen. Terwijl ze het gebouw bekeken, hield de portier de deur open voor een dunne blonde vrouw in een wit pak en haar hondje. Hij haatte dit soort gebouwen.

“Er is tenminste één persoon in deze stad die niet al te ongerust is over een terreuraanslag,” zei Luke.

Ed lag helemaal onderuit in zijn stoel. Hij leek half te slapen. Met zijn beige cargobroek en een wit T-shirt over zijn gespierde lichaam, een kop als een biljartbal en een korte stoppelbaard, leek hij niet echt op een federale agent. En nog minder op iemand die in dit gebouw zou worden toegelaten.

Luke dacht aan Ali Nassar en hij ergerde zich aan zijn diplomatieke onschendbaarheid. Hij hoopte dat Nassar er geen groot probleem van zou maken. Luke had het geduld niet om te onderhandelen.

Luke’s telefoon ging. Hij keek ernaar en drukte op de knop.

“Trudy,” zei hij. “Wat kan ik voor je doen?”

“Luke, we hebben net nieuwe inlichtingen binnengekregen,” zei ze. “Het lichaam dat jij en Don hadden gevonden in het ziekenhuis.”

“Wat?”

“Het is de eenendertigjarige Ibrahim Abdulraman. Libanese nationaliteit, geboren in Tripoli, de familie was erg arm. Praktisch geen formeel onderwijs. Toen hij achttien jaar was ging hij bij het leger. Binnen korte tijd werd hij overgeplaatst naar de Abu Salim-gevangenis waar hij enkele jaren werkte. Hij werd beschuldigd van het schenden van mensenrechten tijdens zijn tijd daar, inclusief het martelen en het vermoorden van politieke oppositieleden. In maart 2011, toen het regime begon af te takelen, ontvluchtte hij zijn land. Hij moet de tekenen aan de wand gezien hebben. Een jaar later dook hij op in Londen, werkend als bodyguard voor een jonge Saoedische prins.”

Luke’s schouders zakten in. “Hmmm. Een Libanese martelaar die werkt voor een Saoedische prins? En dan zijn leven verliest tijdens het stelen van radioactief materiaal in New York? Wie is deze man in werkelijkheid?”

“Hij had geen verleden als extremist, hij leek geen sterke politieke overtuigingen te hebben. Hij was nooit een elitesoldaat in het leger en hij leek geen speciale training te hebben genoten. Het lijkt erop dat hij een opportunist was, ingehuurde spierballen. Tien maanden geleden verdween hij uit Londen.”

“Goed, geef me zijn naam nog eens.”

“Ibrahim Abdulraman. En Luke, er is nog iets.”

“Wat?”

“Deze inlichtingen komen niet van mij. Ik weet het omdat het op het grote bord in de centrale ruimte staat. Myerson van de NYPD heeft deze informatie niet aan ons doorgegeven. Ze deden hun eigen onderzoek. Ze informeerden iedereen behalve ons. Ze sluiten ons buiten.”

Luke keek naar Ed en rolde met zijn ogen. Het laatste wat hij wilde was in een interne piswedstrijd meegesleept worden. “Oké…”

“Luister, Luke. Ik maak me een beetje ongerust over je. Je hebt bijna geen vrienden meer hier. En ik betwijfel of een internationaal incident de zaak zal helpen. Laten we de informatie die wij hebben over de bankrekeningen en overschrijvingen doorgeven aan Homeland zodat zij de zaak kunnen overnemen. We kunnen zeggen dat het ons spijt dat we in onze ijverigheid het banksysteem geïnfiltreerd hebben. Maar als je die diplomaat nu een bezoek brengt dan breng je jezelf in een moeilijk parket.”

Назад Дальше