Gezworen - Морган Райс 2 стр.


Het enige wat het eiland met het vasteland verbond wa, een eindeloze touwbrug die vervaarlijk zwaaide in de wind en wel honderden jaren oud leek, was zelfs nog dramatischer. Onder de brug bevond zich de oceaan, honderden meters diep.

“Ja,” zei Caleb. “Dit is het. Dit eiland lijkt mij vertrouwd.” Hij bekeek het met ontzag.

“Waar zijn we?” vroeg Caitlin.

Hij keek eerbiedig naar het uitzicht, draaide zich dan om en keek haar aan met opwinding in zijn ogen.

“Skye”, zei hij tot haar. “Het legendarische Isle of Skye. Sinds duizenden jaren een thuis voor krijgers en voor onze soort. Dan zijn we in Schotland”, zei hij, ”dicht bij de toegang tot Skye. Het is duidelijk dat we geacht worden daar te gaan. Het is een heilige plaats.”

“Laat ons er heen vliegen”, zei Caitlin terwijl ze voelde dat haar vleugels reeds actief waren.

Caleb schudde zijn hoofd.

“Skye is een van de enige plaatsen op aarde waar dat niet mogelijk is. Met alle zekerheid zullen vampierkrijgers het bewaken, en wat belangrijker is, een energieschild zal het beschermen voor een directe overvlucht. Het water creëert een fysieke barrière rond deze plaats. Geen enkele vampier kan er binnenkomen zonder uitnodiging.” Hij keerde zich om en keek naar haar. “We moeten er naartoe op de moeilijke manier: door de touwbrug over te steken.”

Caitlin staarde naar de brug die zwaaide in de wind.

“Maar die brug is verraderlijk”, zei ze.

Caleb zuchtte.

“Skye is anders dan elke andere plaats. Alleen zij die het verdienen mogen er binnenkomen. De meeste mensen die proberen om het te benaderen, ontmoeten hun dood op een of andere manier.”

Caleb keek naar haar.

“We kunnen ook terugkeren.”, bood hij aan.

Caitlin overdacht wat hij zei en schudde dan haar hoofd.

“Neen.” antwoordde ze vastberaden. “We werden hier gedropt met een reden. “Laten we het er heen gaan.”

HOOFDSTUK TWEE

Sam ontwaakte met een schok. Zijn wereld tolde en schokte krachtig heen en weer en hij kon niet begrijpen waar hij was of wat er gebeurde. Hij besefte dat hij gedrongen in een onconfortabele positie op zijn rug lag op wat voelde als een plank,. Hij keek recht omhoog naar de hemel en hij zag de wolken willekeurig bewegen.

Sam reikte naar een stuk hout, pakte het vast en trok hemzelf op. Hij zat daar, met de ogen kipperend en terwijl zijn wereld nog steeds draaide, probeerde hoogte te krijgen van zijn omgeving. Hij kon het niet geloven. Hij was op een boot, een kleine houten roeiboot, liggend op de bodem, in het midden van de oceaan.

Hij schommelde heftig heen en weer op de ruwe zee en werd opgelicht en terug neergegooid door de golven. Hij kraakte en kreunde en bewoog op en neer, hobbelend en schommelend van links naar rechts. Sam zag het schuim van de golven neerslaan rondom hem en voelde de koude, zilte wind in zijn haar en het water op zijn gezicht. Het was vroeg in de ochtend en een mooie zonsopgang met een hemel die openbrak in een myriade van kleuren. Hij vroeg zich af hoe hij in hemelsnaam daar verzeild was geraakt.

Sam draaide zich om en onderzocht de boot en terwijl hij dit deed, ontdekte hij aan de overzijde in het zachte ochtendlicht een met een shjaal bedekte figuur die opgekruld op de bodem lag. Hij vroeg zich af met wie hij opgescheept was op deze kleine boot in het midden van nergens. En dan voelde hij het. Het ging door hem als een elektrische schok. Hij hoefde haar gezicht niet te zien.

Polly.

Elke bot in Sam's lichaam vertelde het hem. Hij was verrast hoe stellig hij het wist, hoe verbonden hij was met haar, hoe diep zijn gevoelens voor haar waren. Het was bijna alsof ze een waren. Hij begreep niet hoe het zo snel kon gebeuren.

Terwijl hij haar daar levenloos zag liggenliggend, voelde hij een plots gevoel van angst opkomen. Hij kon niet zeggen of ze nog leefde of niet en op dat moment realiseerde hij zich hoe kapot hij zou zijn als ze er niet meer was. Dit was het moment dat hij zich eindelijk realiseerde dat hij onmiskenbaar van haar hield.

Sam sprong recht en struikelende in het kleine bootje dat door een golf werd omhoog gegooid, maar uiteindelijk slaagde hij erin om een paar stappen te nemen en naast haar te knielen. Hij trok voorzichtig de sjaal weg en schudde haar bij de schouders. Ze reageerde niet en hij wachtte met een bang kloppend hart.

“Polly?” vroeg hij.

Geen antwoord.

“Polly”, zei hij, met aandrang. “Wakker worden. Ik ben het, Sam.”

Maar ze gaf geen krimp en wanneer Sam de naakte huid van haar schouder streelde, voelde deze te koud aan voor hem. Zijn hart stopte. Was het mogelijk?

Sam bukte zich en hield haar gezicht in zijn handen. Ze was zo mooi als hij het zich herinnerde. Haar huid een zeer bleke teint van doorschijnend wit, haar haren licht bruin en haar perfect gebeitelde trekken verfijnd in de glans van het vroege ochtendlicht. Hij zag haar perfecte volle lippen, haar kleine neus, haar grote ogen, haar lange, bruine haren. Hij herinnerde zich dat haar ogen blauw waren, een ongelooflijk kristalhelder blauw, zoals de oceaan. Hij verlangde ernaar om ze nu opnieuw open te zien. Hij zoudaarvoor alles aan doen. Hij verlangde ernaar om haar te zien glimlachen, om haar stem, haar lach te horen. In het verleden had het hem soms geërgerd wanneer ze teveel praatte. Maar nu zou hij alles geven om haar voor altijd te horen praten.

Maar haar huid voelde te koud in zijn handen. IJskoud. En hij begon te wanhopen dat ze haar ogen nooit meer zou openen.

“Polly!” schreeuwde hij, en hij kon de wanhoop horen in zijn eigen stem wanneer die naar de hemel rees en zich mengde met het gekrijs van een vogel boven zijn hoofd.

Sam begon radeloos te worden. Hij had geen idee wat hij moest doen. Hij schudde haar harder en harder maar ze reageerde niet. Hij dacht terug aan de tijd en de plaats waar hij haar het laatst had gezien. Sergei's paleis. Hij herinnerde zich hoe hij haar bevrijdde. Ze waren teruggegaan naar Aiden's kasteel en hadden Caitlin, Caleb en Scarlet levenloos liggend op dat bed gevonden. Aiden vertelde dat ze zonder hen terug gegaan waren in de tijd. Hij had Aiden gevraagd om hen ook terug te zenden. Aiden had zijn hoofd geschud en had gezegd dat het niet zo voorzien was. Het lot zou daardoor worden verstoord. Maar Sam had aangedrongen.

Uitedindelijk had Aiden het ritueel toch uitgevoerd.

Was ze gestorven op de weg terug?

Sam keek naar Polly en schudde haar opnieuw. Nog steeds niets.

Tenslotte trok Sam Polly dicht tegen zich aan. Hij veegde haar lange mooie haren uit haar gezicht, plaatste zijn hand in haar nek en bracht haar gezicht dichter bij het zijne. Hij leunde naar haar toe en kuste haar.

Het was een lange, volle kus, vol op haar lippen en Sam realiseerde zich op dat moment dat het pas de tweede keer was dat hij haar kuste. Haar lippen voelden zo zacht, zo perfect tegen de zijne. Maar ook te koud, te levenloos. Terwijl hij haar kuste probeerde hij zich te concentreren op het zenden van zijn liefde naar haar om haar terug tot leven te brengen. In zijn geest probeerde hij haar een klare boodschap te zenden. Ik zou alles doen. Ik zou om het even welke prijs betalen. Ik zou alles doen om je terug te krijgen. Kom alleen terug naar mij.

“IK ZOU ELKE PRIJS BETALEN!” schreeuwde Sam naar de golven.

Zijn schreeuw steeg naar de hemel en werd teruggekaatst door een zwerm vogels die overvloog. Sam voelde een koude rilling door zijn lichaam gaan en wist dat hij op dat moment door het universum werd verhoord. Hij voelde met elke vezel van zijn lichaam dat Polly inderdaad zou terugkomen, alhoewel het niet was voorbestemd. Dat het toch gebeurde, had een groter plan in het universum verstoord en hij zou er inderdaad de prijs voor betalen.

Plots zag Sam hoe Polly haar ogen langzaam opende. Ze waren zo blauw en zo mooi als hij zich had herinnerd en ze keken hem recht aan. Een ogenblik bleven ze uitdrukkingsloos maar dan werden ze gevuld met een blik van herkenning. En dan gebeurde het meest wonderbaarlijke dat hij ooit had meegemaakt en vormde zich een kleine glimlach op haar lippen.

“Probeer je misbruik te maken van een meisje terwijl ze slaapt?” vroeg Polly met haar kenmerkende, joviale stem.

Sam begon hulpeloos te grijnzen. Polly was terug. Niets anders deed ertoe. Hij probeerde het onheilspellende gevoel van zich af te schudden dat hij het lot had getart en dat hij daarvoor de prijs zou betalen.

Polly zat rechtop, terug haar lichtvoetige, gelukkige zelf. Ze leek zich te schamen omdat hij haar zo kwetsbaar had betrapt in zijn armen en ze probeerde zich stoer en onafhankelijk voor te doen. Ze nam haar omgeving in haar op en klampte zich vast aan de zijkant van de boot wanneer een golf hem eerst omhoog en daarna omlaag slingerde.

“Dit is niet echt een romantisch boottochtje,” zei ze een beetje bleekjes toen ze probeerde haarzelf recht te houden in de schommelende zee. “Waar zijn we eigenlijk? En wat is dat daar aan de horizon?”

Sam draaide zich om en keek in de richting waar ze naar wees. Hij had het daarvoor nog niet gezien. Daar, een paar honderd meter verder, sprong een rotsachtig eiland met hoge meedogenloze kliffen recht uit de zee omhoog. Het leek oeroud en onbewoond en het terrein was rotsachtig en desolaat.

Hij draaide zich om en onderzocht de horizon in elke richting. Het leek het enige eiland binnen een straal van duizenden kilometers.

“Het lijkt of we er recht op afstevenen,” zei hij.

“Ik hoop het van harte,” zei Polly. “Ik ben echt misselijk op deze boot.”

Plots leunde Polly over de reling en gaf over, opnieuw en opnieuw.

Sam kwam naar haar toe en plaatste een geruststellende hand op haar rug. Polly stond uiteindelijk recht en veegde gegeneerd haar mond af met de achterkant van haar mouw.

“Sorry,” zei ze. “Deze golven zijn onverbiddelijk.” Ze keek een beetje schuldig op naar hem. “Dit moet niet echt aantrekkelijk zijn.”

Maar Sam dacht dit helemaal niet. In tegendeel, hij realiseerde zich dat hij sterkere gevoelens had voor Polly dan hij ooit had gedacht.

“Waarom kijk je zo naar mij?” vroeg Polly. “Was het zo weerzinwekkend?”

Sam keek vlug de andere kant uit omdat hij zich realiseerde dat hij naar haar staarde.

“Dat is helemaal niet wat ik dacht,” zei hij blozend.

Maar ze werden beiden onderbroken. Op het eiland verschenen plotseling enkele krijgers op de top van een klif. De ene na de andere kwam tevoorschijn en de horizon was spoedig met hen gevuld.

Sam zocht naar de wapens die hij had meegebracht. Maar hij was teleurgesteld om vast te stellen dat hij er geen enkel had meegebracht.

De horizon verduisterde met meer en meer vampierkrijgers en Sam kon zien dat de stroming hen rechtstreeks naar hen bracht. Ze dreven recht in de val en er was niets dat ze konden doen om het te stoppen.

“Kijk daar,” zei Polly. “Ze komen ons begroeten.”

Sam bestudeerde hen aandachtig en kwam tot een heel andere conclusie.

“Neen,” zei hij. “Ze komen ons uittesten.”

HOOFDSTUK DRIE

Caitlin stond met Caleb naast haar en Scarlet en Ruth achter haar voor de touwbrug die naar Skye leidde. Ze keek hoe het verzakte touw heftig heen en weer bewoog en hoorde hoe de wind floot tussen de rotsen terwijl de golven honderden meter dieper tegen de kliffen sloegen. De brug was nat en glad. Uitglijden betekende een gewisse dood voor Scarlet en Ruth en Caitlin had haar eigen vleugels ook nog niet getest. Deze brug oversteken was een risico dat ze niet echt wou nemen maar, aan de andere kant, leek het vanzelfsprekend dat ze op Isle of Skye moesten zijn.

Caleb keek haar kant uit.

“We hebben niet veel keuze,” zei hij.

“Dan er is geen enkele reden om te wachten,” antwoordde ze. “Ik neem Scarlet, neem jij Ruth?”

Caleb knikte grimmig terug en terwijl Caitlin Scarlet oppakte en op haar rug zette, nam Caleb Ruth in zijn armen. Ruth spartelde eerst tegen omdat ze naar beneden wou, maar Caleb hield haar stevig vast en er was iets in zijn greep dat haar uiteindelijk kalmeerde.

Er was geen andere mogelijkheid dan achter elkaar over de brug te stappen. Caitlin ging eerst.

Caitlin nam haar eerste onvaste stappen op de brug en kon onmiddellijk voelen hoe glad de natte planken waren. Ze greep de reling van touw vast om haar evenwicht te bewaren, maar de brug zwaaide op hetzelfde moment en de reling viel in stukken in haar handen.

Ze sloot haar ogen, haalde diep adem en concentreerde zich. Ze wist dat ze niet kon vertrouwen op haar zicht of haar evenwichtsgevoel. Ze moest beroep doen op iets diepers. Ze dacht terug aan Aiden's lessen en riep zijn woorden op. Ze stopte met de brug te bevechten. In plaats daarvan probeerde ze zich een te voelen met haar.

Caitlin vertrouwde haar instincten en nam verschillende stappen voorwaarts. Ze opende langzaam haar ogen en wanneer ze nog een stap nam, viel een plank weg onder haar. Scarlet schreeuwde het uit en ze verloor een moment haar evenwicht. Ze nam snel een andere stap en ze vond haar houvast terug. De wind deed de brug opnieuw zwaaien. Het voelde alsof ze al eeuwen onderweg waren maar wanneer Caitlin opkeek, zag ze dat ze slechts tien meter waren gevorderd. Ze voelde instinctief aan dat ze er op deze manier nooit zouden in slagen de andere kant te bereiken

Ze draaide zich om en keek naar Caleb. Ze kon de blik in zijn ogen zien en ze wist dat hij hetzelfde dacht. Ze wou meer dan ooit gewoon haar vleugels spreiden en opstijgen, maar wanneer ze haar vleugels voelde werd ze iets gewaar in de lucht en ze wist dat Caleb gelijk had: er was een soort onzichtbaar energieschild rond het eiland en hier onuitgenodigd vliegen zou niet werken.

De wind blies opnieuw tegen de brug en Caitlin begon zich wanhopig te voelen. Ze waren echter te ver gevorderd om terug te keren.

Ze nam een beslissing in een fractie van een seconde.

“Op drie spring je en grijp je jouw kant van de reling en zwaaien tot het einde!” schreeuwde ze plotseling naar Caleb. “Het is de enige manier!”

“Wat als het touw het niet houdt?” schreeuwde hij terug.

“We hebben geen keuze! Als we verder doen zoals nu, zullen we sterven!”

Caleb stribbelde niet tegen.

“Eén!” riep ze terwijl ze diep inademde, ”twéé!” Drie!”

Ze sprong rechts naar omhoog en ze zag Caleb naar links springen. Ze kon horen hoe Scarlet schreeuwde en hoe Ruth jankte toen ze over de rand vielen. Ze greep het touw van de reling hard vast, biddend tot God dat het deze keer wel zou houden. Ze zag dat Caleb hetzelfde deed.

Een seconde later zweefden ze, hangend aan het touw, in volle snelheid door de lucht terwijl het zoute water van de golven over hen sloeg. Voor een moment kon Caitlin niet zeggen of ze nog zweefden of ze naar beneden vielen.

Maar na enkele seconden, voelde ze de spanning van het touw in haar hand toenemen en voelde ze dat ze niet meer recht naar beneden vielen maar eerder in de richting van de kliffen vlogen. Het touw zou het houden.

Caitlin zette zich schrap. Het touw hield het en dat was goed, maar ze vlogen ook snel recht naar de kant van de klif. Ze wist dat er tegenaan knallen pijnlijk zou zijn.

Ze draaide haar schouder en hield Scarlet achter haar zo dat ze zelf de meeste kracht van de schok zou kunnen op vangen. Ze keek naar Caleb en zag hem hetzelfde doen, Ruth met een arm vasthouden en naar binnen leunen met zijn schouder. Ze zetten zich beiden schrap voor de impact.

Een seconde later, crashte ze hard tegen de muur en voelde ze een scheut van pijn. De kracht van de impact sloeg de lucht uit Caitlin's longen en ze was voor een moment verstomd. Maar ze hield zich vast aan het touw en zag Caleb hetzelfde doen. Ze hing daar voor enkele seconden verdwaasd voor ze zich ervan kon vergewissen of Scarlet en Caleb in orde waren. Ze waren OK.

Назад Дальше