SLAAF, KRIJGER, KONINGIN
(OVER KRONEN EN GLORIE--BOEK 1)
MORGAN RICE
Morgan Rice
Morgan Rice is de #1 bestverkopende en USA Today bestverkopende auteur van de epische fantasy serie DE TOVENAARSRING, die bestaat uit zeventien boeken; van de #1 bestverkopende serie DE VAMPIERVERSLAGEN, die bestaat uit twaalf boeken; van de #1 bestverkopende serie DE SURVIVAL TRILOGIE, een post-apocalyptische actiethriller bestaande uit twee boeken; en van de epische fantasy serie KONINGEN EN TOVENAARS, die bestaat uit zes boeken; en van de nieuwe epische fantasy serie OVER KRONEN EN GLORIE. Morgans boeken zijn verkrijgbaar in audio en print edities, en vertalingen van de boeken zijn verkrijgbaar in meer dan 25 talen.
Morgan hoort graag van je, dus breng gerust een bezoekje aan www.morganricebooks.com om je in te schrijven voor de nieuwsbrief, een gratis boek te ontvangen, gratis giveaways te ontvangen, de gratis app te downloaden, op de hoogte te blijven van het laatste nieuws, en via Facebook en Twitter in contact te blijven!
Geselecteerde bijvalsbetuigingen voor Morgan Rice
“Als je dacht dat er geen reden meer was om te leven na het einde van DE TOVENAARSRING serie, dan had je het mis. Met DE OPKOMST VAN DE DRAKEN komt Morgan Rice wederom met wat een briljante nieuwe serie belooft te zijn. We worden verzwolgen door een fantasie over trollen en draken, moed, eer, magie en geloof in je lotsbestemming. Morgan is er weer in geslaagd om sterke personages neer te zetten, voor wie we op elke pagina juichen… Aanbevolen voor de permanente bibliotheek van iedereen die houdt van een goed geschreven fantasy novel.”
--Books and Movie Reviews
Roberto Mattos
“Een fantasy vol actie, die ongetwijfeld fans van Morgan Rice’s voorgaande novels zal bekoren, evenals fans van werken zoals THE INHERITANCE CYCLE van Christopher Paolini… Fans van Young Adult fictie zullen dit meest recente werk van Rice verslinden en smeken om meer.”
--The Wanderer, A Literary Journal (over De Opkomst van de Draken)
“Een fantasy waarbij elementen van mysterie en intriges in de verhaallijn zijn verweven. Een Zoektocht van Helden draait om moed en om het besef dat een levensdoel leidt tot groei, volwassenheid, en excellentie… Voor degenen die op zoek zijn naar stevige fantasy avonturen bieden de protagonisten en de actie een krachtige verzamelingen ontmoetingen die zich richten op Thors evolutie van een dromerige kind naar een jonge volwassene, met onmogelijke overlevingskansen… Het begin van een veelbelovende epische tienerserie.”
--Midwest Book Review (D. Donovan, eBook Reviewer)
“DE TOVENAARSRING heeft alle ingrediënten voor direct succes: samenzweringen, intriges, mysterie, dappere ridders en opbloeiende relaties, compleet met gebroken harten, bedrog en verraad. Het zal je urenlang boeien, en is geschikt voor alle leeftijden. Aanbevolen voor de permanente collectie van alle liefhebbers van fantasy.”
--Books and Movie Reviews, Roberto Mattos
“In dit met actie gevulde eerste boek uit de epische Tovenaarsring serie (die nu 14 boeken bevat), stelt Rice de lezers voor aan de 14-jarige Thorgrin “Thor” McLeod, die er van droomt om zich aan te sluiten bij de krijgsmacht van de Zilveren, de elite ridders die de koning dienen… Rice schrijft goed en de premisse is intrigerend.”
--Publishers Weekly
Boeken door Morgan Rice
DE WEG VAN STAAL
ALLEEN DE WAARDIGE (Boek #1)
KRONEN EN GLORIE
SLAAF, KRIJGER, KONINGIN (Boek #1)
KONINGEN EN TOVENAARS
DE OPKOMST VAN DE DRAKEN (Boek #1)
DE OPKOMST VAN DE HELDHAFTIGE (Boek #2)
DE ZWAARTE VAN EER (Boek #3)
EEN SMIDSVUUR VAN MOED (Boek #4)
EEN RIJK VAN SCHADUWEN (Boek#5)
NACHT VAN DE DAPPEREN (Boek #6)
DE TOVENAARSRING
EEN ZOEKTOCHT VAN HELDEN (Boek #1)
EEN MARS VAN KONINGEN (Boek #2)
EEN LOT VAN DRAKEN (Boek #3)
EEN SCHREEUW VAN EER (Boek #4)
EEN GELOFTE VAN GLORIE (Boek #5)
EEN AANVAL VAN MOED (Boek #6)
EEN RITE VAN ZWAARDEN (Boek #7)
EEN GIFT VAN WAPENS (Boek #8)
EEN HEMEL VAN SPREUKEN (Boek #9)
EEN ZEE VAN SCHILDEN (Boek #10)
EEN BEWIND VAN STAAL (Boek #11)
EEN LAND VAN VUUR (Boek #12)
EEN HEERSCHAPPIJ VAN KONINGINNEN (Boek #13)
EEN EED VAN BROEDERS (Boek #14)
EEN DROOM VAN STERVELINGEN (Boek #15)
EEN STEEKSPEL VAN RIDDERS (Boek #16)
HET GESCHENK VAN DE STRIJD (Boek #17)
DE SURVIVAL TRILOGIE
ARENA EEN: SLAVERUNNERS (Boek #1)
ARENA TWEE (Boek #2)
ARENA DRIE (Boek #3)
VAMPIER, GEVALLEN
VOOR ZONSOPKOMST (Boek #1)
DE VAMPIER DAGBOEKEN
VERANDERD (Boek #1)
GELIEFD (Boek #2)
VERRADEN (Boek #3)
VOORBESTEMD (Boek #4)
VERLANGD (Boek #5)
VERLOOFD (Boek #6)
BELOOFD (Boek #7)
GEVONDEN (Boek #8)
HERREZEN (Boek #9)
BEGEERT (Boek #10)
VERDOEMD (Boek #11)
GEOBSEDEERD (Boek#12)
Luister naar DE TOVENAARSRING serie in audio boek formaat!
Copyright © 2016 door Morgan Rice. Alle rechten voorbehouden. Behalve zoals toegestaan onder de V.S. Copyright Act van 1976, mag geen enkel deel van deze publicatie worden gereproduceerd, gedistribueerd of overgedragen worden, in wat voor vorm dan ook, of worden opgeslagen in een database of zoeksysteem, zonder de voorafgaande toestemming van de auteur.
Dit ebook is uitsluitend voor jou persoonlijk bedoeld. Dit ebook mag niet doorverkocht worden of weggeven worden aan andere mensen. Als je dit boek met iemand anders wil delen, schaf dan alsjeblieft een extra exemplaar aan voor elke ontvanger. Als je dit boek leest en je hebt het niet aangeschaft, of het is niet voor jouw gebruik aangeschaft, geef het dan terug en schaf je eigen exemplaar aan. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur.
Dit is een werk van fictie. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn een product van de fantasie van de auteur of zijn fictief gebruikt. Enige overeenkomst met echte personen, levend of dood, is geheel toevallig.
Omslagafbeelding Copyright Nejron Photo, gebruikt onder licentie van Shutterstock.com.
INHOUD
HOOFDSTUK ÉÉN
HOOFDSTUK TWEE
HOOFDSTUK DRIE
HOOFDSTUK VIER
HOOFDSTUK VIJF
HOOFDSTUK ZES
HOOFDSTUK ZEVEN
HOOFDSTUK ACHT
HOOFDSTUK NEGEN
HOOFDSTUK TIEN
HOOFDSTUK ELF
HOOFDSTUK TWAALF
HOOFDSTUK DERTIEN
HOOFDSTUK VEERTIEN
HOOFDSTUK VIJFTIEN
HOOFDSTUK ZESTIEN
HOOFDSTUK ZEVENTIEN
HOOFDSTUK ACHTTIEN
HOOFDSTUK NEGENTIEN
HOOFDSTUK TWINTIG
HOOFDSTUK EENENTWINTIG
HOOFDSTUK TWEEËNTWINTIG
HOOFDSTUK DRIEËNTWINTIG
HOOFDSTUK VIERENTWINTIG
HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG
HOOFDSTUK ZESENTWINTIG
HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG
HOOFDSTUK ACHTENTWINTIG
HOOFDSTUK NEGENENTWINTIG
HOOFDSTUK DERTIG
HOOFDSTUK EENENDERTIG
HOOFDSTUK TWEEËNDERTIG
HOOFDSTUK DRIEËNDERTIG
HOOFDSTUK VIERENDERTIG
HOOFDSTUK VIJFENDERTIG
“Kom dichterbij, geliefde krijger, en ik zal je een verhaal vertellen.
Een verhaal over verre gevechten.
Een verhaal over mannen en heldhaftigheid.
Een verhaal over kronen en glorie.”
--De Vergeten Kronieken van Lysa
HOOFDSTUK ÉÉN
Ceres rende door de achterafstraten van Delos. De opwinding gierde door haar aderen, en ze wist dat ze niet te laat kon komen. De zon was nog maar nauwelijks op, en toch was de benauwde, stoffige lucht in de eeuwenoude stenen stad al verstikkend. Ondanks haar brandende benen en haar pijnlijke longen dwong ze zichzelf om sneller te rennen, nog sneller, springend over de talloze ratten die uit de goten in de straten kropen. Ze kon het gerommel in de verte al horen, en haar hart bonsde van de anticipatie. Ergens daar voor haar, wist ze, stonden de Killings op het punt te beginnen.
Ceres liet haar handen langs de stenen muren glijden terwijl ze zich door een smalle steeg baande, en wierp een blik achterom om zich er van te verzekeren dat haar broers haar konden bijhouden. Daar, zag ze tot haar opluchting, rende Nesos, en slechts een paar meter achter hem, Sartes. Nesos was op zijn negentiende slechts twee zonnecycli ouder dan zij, terwijl Sartes, haar jongere broertje, vier zonnecycli jonger was en zich op de drempel van volwassenheid bevond. De twee leken, met hun lange zandkleurige haar en bruine ogen, precies op elkaar—en hun ouders—maar helemaal niet op haar. En toch waren ze, ondanks het feit dat Ceres een meisje was, nooit in staat om haar bij te houden.
“Schiet op!” riep Ceres over haar schouder.
Er klonk weer gerommel, en hoewel ze nooit eerder naar het festival was geweest, kon ze het zich tot in detail voorstellen: de hele stad, alle drie miljoen inwoners van Delos, die zich op deze zomerzonnewende in het Stadion verdrongen. Het zou anders zijn dan alles dat ze ooit had gezien, en als zij en haar broers zich niet haastten, zou er geen zitplaats meer over zijn.
Ceres ging nog harder rennen. Ze veegde een zweetdruppel van haar voorhoofd en veegde haar hand af aan haar gerafelde, ivoorkleurige tuniek, een afdankertje van haar moeder. Ze had nog nooit nieuwe kleren gekregen. Volgens haar moeder, die stapelgek was op haar broers maar een speciale haat en nijd voor haar leek te koesteren, verdiende ze het niet.
“Wacht!” riep Sartes. Er klonk een beetje ergernis in zijn schorre stem.
Ceres glimlachte.
“Moet ik je soms dragen?” riep ze terug.
Ze wist dat hij het haatte als ze hem plaagde, maar haar rotopmerking zou hem motiveren om bij te blijven. Ceres vond het niet erg dat hij met hen meeging; ze vond het aandoenlijk hoe hij, met zijn dertien jaar, alles wilde doen om als hun gelijke beschouwd te worden. En hoewel ze het nooit zou toegeven, had een deel van hem het nodig dat hij haar nodig had.
Sartes gromde luid.
“Moeder maakt je af als ze erachter komt dat je weer niet naar haar luistert!” riep hij terug.
Hij had gelijk. Dat zou ze inderdaad doen—Ceres zou zeker met de zweep krijgen.
De eerste keer dat haar moeder haar had geslagen, op vijfjarige leeftijd, was het moment geweest dat Ceres haar onschuld had verloren. Daarvoor was de wereld leuk, lief en goed geweest. Daarna was er niets meer veilig geweest, en het enige waar ze zich aan vast kon klampen was haar hoop op een toekomst waar ze bij haar weg kon komen. Ze was ouder nu, en toch was die droom langzaam in haar hart aan het eroderen.
Gelukkig wist Ceres dat haar broers haar nooit zouden verraden. Ze waren net zo trouw aan haar als zij aan hen.
“Dan is het maar goed dat Moeder er nooit over te weten zal komen!” riep ze terug.
“Vader zal erachter komen!” beet Sartes.
Ze grinnikte. Vader wist het al. Ze hadden een deal gesloten: als ze tot laat zou opblijven om de zwaarden te slijpen die bij het paleis afgeleverd moesten worden, dan mocht ze naar de Killings. En dat had ze gedaan.
Ceres bereikte de muur aan het eind van de steeg, duwde haar vingers in twee spleten en begon te klimmen. Haar handen en voeten bewogen snel, en ze klom een goede zes meter omhoog, tot ze boven was.
Hijgend ging ze staan, en de zon begroette haar met haar felle stralen. Ze hield een hand boven haar ogen.
Ze snakte naar adem. Normaal gesproken was de Oude Stad bevlekt met enkele burgers, hier en daar een zwerfkat of een hond—maar vandaag bruiste ze van het leven. Het wemelde van de mensen. Ceres kon de straatstenen niet eens zien onder de zee van mensen die zich op het Fonteinplein verdrongen.
In de verte glinsterde de oceaan in een levendig blauw, terwijl het witte Stadion als een berg tussen de kronkelende wegen en de op elkaar gedrukte huizen van twee en drie verdiepingen omhoog rees. Aan de buitenste rand van het plein stonden kooplui met hun stalletjes, waar ze voedsel, sieraden of kleren verkochten.
Er streek een windvlaag langs haar gezicht, en de geur van vers gebakken eten drong haar neusgaten binnen. Wat ze wel niet zou geven voor wat voedsel om dat knagende gevoel in haar maag te bevredigen. Ze voelde een steek van honger en sloeg haar armen om haar buik heen. Het ontbijt die ochtend was niet meer geweest dan een paar lepels kleffe pap, die haar op de één of andere manier nog hongeriger hadden gemaakt. Gezien het feit dat vandaag haar achttiende verjaardag was, had ze gehoopt op tenminste een beetje extra eten in haar kom—of een knuffel, of iets.
Maar niemand had er een woord over gezegd. Ze betwijfelde dat ze het zich zelfs maar hadden herinnerd.
Ze ving een glimp van licht op, en toen Ceres naar beneden keek zag ze een gouden koets door de menigte heen rijden, als een bel in de honing, langzaam en glimmend. Ze fronste. Door haar opwinding had ze er niet bij stil gestaan dat er ook leden van de koninklijke familie bij het evenement aanwezig zouden zijn. Ze verachtte hen, hun verwaandheid, het feit dat hun dieren beter gevoed werden dan de meeste mensen in Delos. Haar broers hoopten dat ze op een dag het klassensysteem zouden overwinnen. Maar Ceres deelde hun optimisme niet: als er enige vorm van gelijkheid in het Rijk zou komen, was er een revolutie nodig.
“Zie je hem?” hijgde Nesos terwijl hij naast haar omhoog krabbelde.
Ceres’ hart begon sneller te kloppen toen ze aan hem dacht. Rexus. Ook zij had zich afgevraagd of hij al hier was, en ze had tevergeefs naar zijn gezicht gezocht in de menigte.
Ze schudde haar hoofd.
“Daar.” Nesos wees.
Ze volgde zijn vinger naar de fontein en kneep haar ogen samen.
Ineens zag ze hem, en ze kon haar opwinding niet onderdrukken. Ze voelde altijd hetzelfde als ze hem zag. Daar was hij, zittend op de rand van de fontein, bezig met het spannen van zijn boog. Zelfs vanaf deze afstand kon ze zijn schouder- en borstspieren onder zijn tuniek zien bewegen. Hij was nauwelijks een paar jaar ouder dan zij, met blond haar dat opviel tussen de hoofden met zwart en bruin haar, en zijn gebruinde huid glinsterde in de zon.
“Wacht!” riep een stem.
Ceres wierp een blik naar beneden en zag Sartes, die worstelde om naar boven te komen.
“Opschieten of we laten je achter!” spoorde Nesos hem aan.
Natuurlijk, ze zouden het niet in hun hoofd halen om hun kleine broertje achter te laten, maar hij moest wel leren om bij te blijven. In Delos kon een moment van zwakte de dood betekenen.
Nesos haalde een hand door zijn haar en kwam op adem terwijl hij zijn blik over de menigte liet glijden.
“Dus op wie zet je je geld in?” vroeg hij.
Ceres draaide zich naar hem om en lachte.
“Welk geld?” vroeg ze.
Hij glimlachte.
“Als je iets had,” antwoordde hij.
“Brennius,” antwoordde ze zonder te aarzelen.
Verrast fronste hij zijn wenkbrauwen.
“Echt?” vroeg hij. “Waarom?”
“Ik weet het niet.” Ze haalde haar schouders op. “Gewoon een voorgevoel.”
Maar ze wist wel waarom. Ze wist het heel goed, beter dan haar broers, beter dan alle andere jongens uit haar stad. Ceres had een geheim: ze had niemand verteld dat ze zo nu en dan, gekleed als jongen, bij het paleis trainde. Het was bij koninklijk besluit verboden voor meisjes—er stond de doodstraf op—om te leren vechten. Mannelijke burgers waren echter welkom om te komen trainen, in ruil voor gelijke hoeveelheden werk in de stallen van het paleis, werk dat ze met veel plezier deed.
Ze had Brennius bekeken en was onder de indruk van de manier waarop hij vocht. Hij was niet de grootste van de krijgsheren, maar hij berekende zijn bewegingen met de grootste precisie.
“Echt niet,” antwoordde Nesos. “Het wordt Stefanus.”
Ze schudde haar hoofd.
“Stefanus wordt in de eerste tien minuten afgemaakt,” zei ze botweg.
Stefanus was de meest voor de hand liggende keus. Hij was de grootste van de krijgsheren, en waarschijnlijk ook de sterkste; maar hij was niet zo berekenend als Brennius of een aantal van de andere krijgers die ze had zien vechten.
Nesos brulde van het lachen.
“Ik geef je mijn goede zwaard als dat het geval is.”
Ze wierp een blik op het zwaard aan zijn riem. Hij had geen idee hoe jaloers ze was geweest toen hij dat meesterwerk van een wapen drie jaar geleden van Moeder voor zijn verjaardag had gekregen. Haar zwaard was een oud overgebleven exemplaar dat haar vader op de recyclestapel had gegooid. Oh, wat ze wel niet zou kunnen doen als ze een wapen had zoals dat van Nesos.