“Het was daar vooral chips en koekjes,” antwoordde Daniel met opeengeklemde kaken. “Geen enkele routine. Eet maar wanneer je honger hebt.”
Emily zag hoeveel pijn hij torstte door de manier waarop zijn schouders ineengekrompen waren, en door zijn woeste stampen van de avocados tot guacamole.
Emily liep op hem af en streek zachtjes met haar handen over zijn armen, zolang tot de spanning erin uit zijn spieren begon te verdwijnen.
“Ze heeft ons nu,” troostte Emily hem. “Ze is schoon. Ze krijgt goed eten. Ze is veilig. Oké?”
Daniel knikte. “Het voelt gewoon alsof we zoveel moeten goedmaken. Kunnen we nu echt alles wissen dat ze heeft doorstaan in die tijd dat ik er niet voor haar was?”
Emily’s hart zonk. Voelde Daniel zich nu echt verantwoordelijk voor jaren waar hij geen controle over had gehad? Voor al die maanden, weken, dagen dat hij niet van Chantelle had kunnen houden en voor haar zorgen?
“Ja, dat kunnen we,” zei Emily streng. “Dat kan jij.”
Daniel zuchtte en Emily wist dat hij er niet helemaal van overtuigd was, dat haar woorden het ene oor in en het andere uitgingen. Het zou nog wel even duren voordat hij zich verzoend had met zijn afwezigheid aan het begin van Chantelle’s leven. Emily hoopte maar dat er geen verwijdering zou ontstaat tussen hem en het meisje als gevolg van zijn sikkeneurigheid.
Het diner was klaar dus gingen ze met z’n allen naar de eetkamer om te eten. Chantelle zag er miniscuul uit aan de enorme, antieke, donkere eikenhouten tafel. Haar ellebogen konden nog maar net op het tafelblad rusten. De kamer was niet bepaald ontworpen met het oog op kinderen.
“Ik haal wel een kussentje voor haar,” zei Serena lachend.
Op dat moment bemerkte Emily dat Chantelle zat te huilen.
“Rustig maar lieverd,” zei ze troostend. “Ik weet wel dat je te laag zit, maar Serena gaat een kussentje halen en dan zit je net zo hoog als een prinsesje.”
Chantelle schudde haar hoofd. Dat was niet waar ze overstuur van was geworden, maar met haar huidige woordenschat kon ze het nog niet goed uitdrukken.
“Is het het eten?” vroeg Daniel zorgelijk. “Te heet? Te veel? Je hoeft niet alles op. Of überhaupt iets. We kunnen ook afhaaleten bestellen.” Hij keerde zich tot Emily en zijn woorden stroomden er smartelijk uit. “Waarom hebben we toch geen afhaaleten besteld?”
Emily trok haar wenkbrauwen op om hem aan te manen even te chillen, en geen onnodige emoties aan de situatie toe te voegen. Toen duwde ze haar stoel achteruit, ging staan, liep naar Chantelle en knielde naast haar.
“Chantelle, je kan het gewoon tegen ons zeggen,” zei ze zo voorzichtig mogelijk. “Tegen mij en je papa. We zijn hier voor je en we worden heus niet boos.”
Chantelle leunde tegen Emily aan en fluisterde. Haar stem was zo zacht dat ze bijna onhoorbaar was. Maar Emily kon het nog net horen, en toen het begon te dagen sloeg de emotie er bij haar in.
“Ze zegt dat het tranen van blijdschap zijn,” berichtte Emily aan Daniel.
Ze zag de zucht van opluchting die uit Daniels borst ontsnapte, en de glans van tranen in zijn ogen.
*
Later die avond werd het tijd voor Emily en Daniel om Chantelle in bed te stoppen.
“Emily moet het doen,” verzocht Chantelle. Ze pakte Emily bij de hand.
Emily en Daniel wisselden een korte blik uit. Aan de manier waarop hij zijn schouders ophaalde kon Emily zien dat het hem teleurstelde om buitengesloten te worden.
“Zeg papa dan maar gedag,” spoorde Emily aan.
Chantelle rende naar hem toe en gaf hem een snelle zoen op de wang. Ze keerde toen naar Emily terug, bij wie ze zich duidelijk meer op haar gemak voelde.
Van alle moedertaken die Emily de laatste vierentwintig uur had moeten uitvoeren, was dit wel de meest angstaanjagende. Ze stopte het kleine meisje in, in het grote hemelbed in de kamer naast de hoofdslaapkamer, met haar teddybeer van de parade aan de ene kant en Andy Pandy aan de andere kant.
“Wil je een verhaaltje horen?” vroeg Emily Chantelle. Haar vader had haar ’s avonds altijd voorgelezen; die magie wilde ze voor Chantelle recreëren.
Het meisje knikte. Haar slaperige oogjes begonnen al dicht te vallen.
Emily rende naar de bibliotheek beneden en vond haar oude exemplaar van Alice in Wonderland. Als kind was het een van haar lievelingsboeken geweest. Ze was verrukt geweest toen ze haar oude, stoffige exemplaar in het huis had gevonden toen ze er voor het eerst aankwam. De wetenschap dat ze het boek nieuw leven kon inblazen en het plezier dat in de pagina’s lag aan een ander kon overdragen maakte haar blij.
Ze bracht het boek naar boven en zette zich in een stoel naast het bed, net zoals haar vader dat altijd deed. Tijdens het lezen voelde Emily herinneringen in zich rondtollen. Haar eigen stem smolt tot die van haar vader bij haar reis terug in de tijd.
Ze lag ingestopt in bed, de dekens tot aan haar oksels opgetrokken. Kaarslicht verlichtte de kamer. Ze kon de balustrade van de mezzanine voor haar zien, en realiseerde zich dat ze zich in de grote kamer bevond achterin het huis, de kamer die zij met Charlotte deelde. Ze vocht om wakker te blijven, om te blijven luisteren naar het prachtige verhaal dat haar vader voorlas, maar haar oogleden werden zwaar en begonnen dicht te vallen. Even later werd ze zich bewust van het haar omhullende duister, en het geluid van de voetstappen van haar vader die de ladder van de mezzanine af klom en naar de deur liep. Het licht stroomde uit de hal toen hij de deur opende. Toen sprak een stem: “slapen ze al?” Emily vroeg zich af wiens stem dat was. Ze herkende het niet. Het kon niet de stem van haar moeder zijn, want die was in New York achtergebleven. Maar voordat ze de kans kreeg om het te overdenken, viel ze in slaap.
Met een schok kwam Emily terug in het heden. De kamer was nu donker, zacht beschenen door het licht van de volle maan buiten. Over haar knieën lag een deken. Ze moest in slaap zijn gevallen tijdens het lezen, waarop Daniel hem over haar had gedrapeerd.
In het bed naast haar snurkte Chantelle zachtjes. Emily stond op, met pijn in haar lichaam van het lange zitten in de stoel. Ze moet nu serieus een keer in een echt bed in slaap gaan vallen!
Ze liep naar de deur en vroeg zich af hoe dat zat met die herinnering, en met die mysterieuze stem die ze tegen haar vader had horen praten. Vanaf het moment dat ze in het huis was aangekomen, had Emily gewerkt aan het ontrafelen van het mysterie van haar vaders verdwijning. Maar nu Chantelle er was, werden haar gedachten door andere dingen in beslag genomen. Ze wilde vooruit kijken en toekomstplannen maken, niet achteruit kijken naar een verleden dat nu toch al weg was.
Ze sloot Chantelle’s deur achter haar en liep de gang op. Emily vroeg zich af wat haar nieuwe leven voor haar in petto had, en hoe het eruit zou zien nu ze een gezin had. Ze had zichzelf verrast met het plezier waarmee ze de dag had beleefd, met hoe tevreden ze zich erbij had gevoeld, en hoe voldaan. Elk van die kleine momentjes waarop Chantelle troost bij haar had gezocht voelde als een overwinning. Haar enige zorg was Daniel. Het kwam hem niet aanwaaien. Hij had meer tijd nodig.
Net toen ze dit aan het overdenken was, kwam ze langs het grote raam bovenaan de trap. Buiten was het stikdonker, de maan scheen wit en de sterren fonkelden. Er was niet veel licht om uit te kunnen kijken, maar genoeg voor Emily om Daniel te ontwaren naast zijn motorfiets. Emily keek, en haar plezier werd meteen omgezet in ellende toen hij zijn helm opdeed, op zijn motor ging zitten, en met een vaart de oprijlaan, en het zicht uit reed.
HOOFDSTUK DRIE
Emily stond op de veranda en wachtte vol zorgen op Daniels terugkomst. Handenwringend liet ze de vreselijkste angsten door haar hoofd spoken. Daniel had beloofd dat hij dit niet meer zou doen, zomaar wegrijden op zijn motorfiets zonder iets tegen haar te zeggen. Betekende het breken van die belofte nu dat hij ze in de steek liet? Was zijn dag met Chantelle zo zwaar voor hem geweest dat hij had besloten haar achter te laten bij Emily? Ze wilde zulke vreselijke gedachten niet denken, ze wilde hem vertrouwen, maar het was niet de eerste keer dat hij haar teleurgesteld had.
Emily hield zich vast aan het deurkozijn om zichzelf overeind te houden. Ze ademde met korte stoten. Toen Daniel net terug was gekomen had ze het gevoeld alsof een soldaat terugkeerde uit de oorlog. En nu, terwijl Emily hem opwachtte met een steeds zwaarder wordende steen in haar maag, was het alsof ze weer op diezelfde soldaat stond te wachten.
Op dat moment hoorde ze in de verte het geluid van de motor. Ze spande zich in om het goed te kunnen horen, en de hoop bloeide in haar op. Het geluid werd steeds sterker tot ze er stellig van was dat het inderdaad Daniel was die weer thuiskwam. Ze kneep haar ogen dicht van opluchting, en liet haar ingehouden adem los.
De motor kwam de hoek om en reed naar haar toe over de oprijlaan. De koplampen van de motor beschenen haar en deden haar de ogen samenknijpen. Toen stopte het. De motor ging uit en stilte daalde over hen neer.
Emily vloog de trap af terwijl Daniel zijn helm afdeed. “Je bent wakker,” zei hij met een glimlach. “Ik wist niet zeker of je gewoon door zou slapen.” Zijn glimlach verdween toen hij Emily’s gezichtsuitdrukking ontwaarde.
“Eikel,” blafte ze. “Waar was je nou?”
Daniel fronste. “Ik ging even tanken. Ik ben net vijftien minuten weggeweest.”
“Dit kan echt niet,” schreeuwde Emily. “Zomaar de hort op gaan. Ik had geen idee waar je was.”
“Sorry,” stamelde Daniel. “Je was in slaap gevallen. Ik dacht, ik ga even snel tanken.”
Emily ademde diep in en probeerde zichzelf te kalmeren. Ze voelde Daniels armen over haar schouders sluiten.
“Je kan niet verdwijnen,” pufte Emily. “Hoor je dat?”
“Oké,” zei hij tegen haar haarkruin. “Ik hoor het. Het spijt me.”
Zo bleven ze lange, lange tijd staan, omarmd onder de maan en de sterren.
“Ik laat je niet in de steek Emily,” zei Daniel uiteindelijk. “Je moet me vertrouwen.”
“Dat maak je me niet altijd gemakkelijk,” antwoordde Emily. Ze ontvouwde zich uit zijn omhelzing.
“Dat is waar,” stemde Daniel in. “Maar ik ga nergens heen. Ik ben net bij je ingetrokken, weet je nog?”
Emily knikte. Het was een bewijs dat hij ervoor ging, maar toch stelde het haar niet helemaal gerust.
Daniel ging verder. “En terwijl ik daar zo reed zat ik na te denken over het koetshuis, en hoe we het tot een zelfvoorzienend vakantiehuis kunnen maken, zoals je dat wilt. Ik neem het werk zelf op me, als dank voor alles wat je voor mij en Chantelle hebt gedaan.”
Emily voelde zichzelf weer warm worden, en de misère die zich had opgestapeld begon eindelijk te verdwijnen.
“Je kan hier een behoorlijk inkomen uit halen,” voegde Daniel toe. “En wanneer Chantelle een puber is kunnen we haar het laten gebruiken, dan heeft ze haar eigen ruimte zonder haar saaie ma en pa.”
Zijn woorden raakten Emily diep. Daniel was niet in staat geweest hun relatie verder te denken dan een paar maanden tegelijk. Nu had hij het over tientallen jaren. Hij noemde haar de “ma”. Voor het eerst zag hij ze daadwerkelijk als een eenheid, als twee helften van een team.
Maar toen Daniel en Emily die nacht in elkaars armen in bed lagen, doemden er weer vlagen van Emily’s angsten op. Daniels ongein met die motor had haar langlopende verlatingsangst weer aangewakkerd. Nog maar een paar weken geleden was ze een leven zonder Daniel aan het plannen. En nu plotseling leek hij aan haar verknocht. Kon hij die overstap echt maken? Zo geruisloos, zo snel? En was het omdat hij besefte hoe belangrijk hun relatie voor hem was? Of had hij geen andere keuze, vanwege Chantelle?
*
De volgende ochtend werd Emily vroeg wakker; schokte zichzelf haast uit haar slaap. Toen ze zich realiseerde dat Daniel naast haar in bed lag ontspande ze en viel diep uitademend terug op het kussen. Het zou eigenlijk niet moeten dat ze zich zo opgelucht voelde dat Daniel nog naast haar lag. Ze zou zich eigenlijk gewoon tevreden moeten voelen.
Ze staarde naar Daniels slapend gezicht, en voelde de druk wegsmelten. Het voelde zo goed om hem hier te hebben, terug bij haar, allemaal samen. Ze had niet zo aan hem moeten twijfelen toen hij had gezegd dat hij terug zou komen bij haar. En ze had zich niet zo moeten aanstellen met dat motorritje gisteravond.
Daniel was nog altijd in diepe slaap en Emily besloot hem met rust te laten. Hij was vast uitgeput van de lange reis en alle emoties, en moest al die gemiste slaap inhalen. Ze wist wel zeker dat ze Chantelle zelf kon aankleden en ontbijt geven. Daarna zou ze het meisje de kippen laten zien, en konden ze samen de honden op het strand uitlaten.
Het vooruitzicht maakte haar opgetogen en Emily douchte snel en kleedde zich aan. Toen ze klaar was voor de dag verliet ze de slaapkamer en de nog altijd snurkende Daniel, en opende de deur van de aangrenzende kamer. Tot haar ontsteltenis was Chantelle’s bed leeg.
Emily voelde zich misselijk worden. Waar kon het kleine meisje zijn?
Panisch bladerde ze in haar hoofd door een heel scala van scenario’s: Chantelle had de deur naar de overloop gevonden en was van het dak gevallen; ze had één van de verlaten, aftandse schuren achter het huis gevonden en was verpletterd door vallend puin; ze had het pad richting de kust gevolgd en was meegesleurd door de zee. Maar voordat Emily de gelegenheid had gehad om Daniels naam te brullen, hoorde ze gelach van buiten komen.
Emily snelde zich naar het raam en trok de gordijnen open. Daar in de achtertuin was Chantelle. Ze speelde met Mogsy en Regen, en lachte en gierde wanneer de honden tegen haar opsprongen en opgewonden rondjes om haar renden. Chantelle droeg nog steeds het grote t-shirt dat Emily haar voor in bed had gegeven. Aan haar voeten droeg ze helemaal niets.
Emily rende de deur uit en de trap af. Ze wilde Chantelle niet bangmaken maar ze vond het ook niet zo’n geweldig idee om het kleine meisje zonder toezicht en half gekleed buiten te laten spelen. Ze vond Sunset Harbor dan wel een veilige buurt, maar ze was zelf wel in New York City opgegroeid en zou altijd benauwd blijven over de vreselijke dingen die mensen elkaar aan konden doen. Leunend uit de achterdeur riep Emily naar Chantelle. Het meisje keek op en grijnsde breed. Haar voetjes waren groen van het rondrennen in dauwig gras.
“Kom naar binnen lieverd,” riep Emily. “Pannenkoekentijd.”
“Ik wil spelen!” antwoordde Chantelle.
“Straks,” zei Emily, en ze probeerde kalm en vriendelijk te blijven klinken. “Eerst moet je wat ontbijten. Als je daarna aangekleed bent kunnen we de honden naar het strand brengen en daar gaan spelen. Wat vind je daarvan?”
Chantelle fronste naar Emily en haar gezicht begon rood aan te lopen. Dit was de eerste keer dat Emily een idee begon te krijgen van de problemen waaraan Chantelle blootgesteld was geweest. In haar donkere gezichtje zag ze woede en bitterheid. Ze wist dat het niet naar haar gericht was, maar naar deze vreselijke wereld, de vreselijke mensen die ze gekend had en de vreselijke ervaringen die ze ellendig genoeg had moeten doorstaan. Het kwam waarschijnlijk nu pas allemaal naar boven omdat Emily en Daniel een veilige haven waren, waar Chantelle die kant van zichzelf kon verkennen zonder angst voor vergelding.
Ineens gooide Chantelle haar hoofd naar achteren en begon luid te brullen. Emily haalde diep adem. Ze moest meteen denken aan de duizenden moeders die ze ooit had zien omgaan met een woedeaanval van een kind, de vermoeide gezichtsuitdrukkingen, de schaamte vermengd met woede. Maar ze wist dat als ze Chantelle’s vertrouwen wilde, en haar gelukkig en goed aangepast wilde laten opgroeien, ze niet in woede kon uitbarsten.
Ze liep de tuin in en pakte Chantelle bij de hand. “Kom maar lieverd,” zei ze, alsof Chantelle’s gierende uitlaten haar oren niet lieten springen.