Juist toen zag Emily iemand de oprijlaan oplopen. Trevor. Natuurlijk. Typisch dat hij nu net dit moment zou uitkiezen om haar het leven zuur te komen maken.
“Wat moet je, Trevor?” siste Emily, zonder enige schroom om tegenover hem wel in woede uit te barsten.
“Wat denk je zelf?” mompelde Trevor. “Het is nog geen zeven uur ’s ochtends en dit kind maakt herrie in de tuin. Ze verstoort mijn recht op rust.”
Chantelle viel onmiddelijk stil. Ze stak haar hand uit en greep die van Emily, als een soort verontschuldiging dat ze haar in de problemen had gebracht.
“We werken er nog aan,” zuchtte Emily, verrast door hoe weinig Trevors onzinnigheden haar deze dagen konden schelen. “En Chantelle gaat vanaf morgen naar school dus het zal niet meer voorkomen.”
“En het weekend dan,” sneerde Trevor.
“We zorgen ervoor dat we je niet meer voor zevenen wakker maken,” zuchtte Emily. “Toch, Chantelle?”
Maar toen ze naar het kleine meisje keek, zag ze dat er tranen over haar gezichtje stroomden en dat ze rilde van angst. Haar zo overstuur te zien deed iets losbarsten in Emily, een moedergevoel om haar kind te verdedigen.
Ze kwam op Trevor af, plotseling woest, en voelde de hitte naar haar wangen stijgen. “Weet je wat Trevor? Chantelle mag lekker in haar tuin spelen wanneer ze dat verdomme maar wil. Mijn huis, mijn kind, mijn regels.”
Trevor had niet helemaal terug van die uitbarsting. Maar hij herstelde zich snel, en zijn uitdrukking vormde zich weer tot zijn gebruikelijke sneer. “Maar ze is jouw kind helemaal niet, toch?”
“Ze valt onder MIJN zorg,” riep Emily. “Ik ben haar verzorger en ik zal wat dan ook doen om haar tegen walgelijke ventjes als jij te beschermen.”
Voor de allereerste keer zag Trevor er vernederd uit. Emily was niet langer bereid naar zijn praatjes te luisteren, dus greep ze Chantelle om diens middel en trok haar haar armen in. Het meisje trilde zo verschrikkelijk dat Emily er zielepijn van kreeg. Ze had al zoveel meegemaakt in haar korte leventje, en het laatste waar ze op zat te wachten was wel de afgrijselijkheid die Trevor Mann was.
Emily droeg Chantelle naar binnen en smeet de deur dicht. Ze had nog nooit zo’n fenomenale explosie van emotie gevoeld, van een verlangen om het meisje aan haar toevertrouwd, liefde en bescherming te bieden.
“Het spijt me!” riep Chantelle zogauw ze weer binnen waren. Ze omklemde Emily zo stevig dat Emily dacht dat haar nek zou breken.
“Chantelle, het geeft niet,” zei Emily zalvend. “Trevor wordt overal boos over. En je wist toch niet dat je hem wakker zou maken. Maar vraag in het vervolg eerst toestemming voordat je weer naar buiten gaat, goed? Kunnen we dat afspreken?”
De manier waarop Chantelle knikte leek aan te geven dat ze wanhopig weer in de gratie wilde komen bij Emily.
“Van mama moest ik altijd buiten spelen,” zei Chantelle door haar tranen heen. “Ik mocht van haar nooit in haar weg staan.”
Emily voelde een steek door haar hart. Het arme kind moest totaal perplex zijn geweest toen ze van Emily naar binnen moest komen. Ze voelde zich er schuldig over dat ze haar gemengde signalen had gestuurd.
“Nou, Daniel en ik willen anders de hele tijd met jou spelen,” zei Emily. “Goed?”
Chantelle knikte. Haar tranen droogden uiteindelijk en Emily plaatste het meisje weer op de grond. Emily bracht haar naar de keuken, juist toen Daniel binnenkwam. “Wat is er aan hand?” zei hij. “Ik hoorde huilen. Heb je jezelf bezeerd, Chantelle?”
Het meisje schudde haar hoofd.
“Ik vertelde Chantelle net dat jij en ik lekker met haar willen spelen wanneer ze naar buiten gaat, dus dat ze dan een van ons moet roepen om met haar mee te gaan,” zei Emily. Met een blik gaf ze Daniel aan dat hij er niet verder op in moest gaan.
Hij leek het te begrijpen, en knikte. “Nou, ik ben blij dat iedereen nu weer blij is,” zei hij. “Zal ik ontbijt maken?”
Chantelle knikte enthousiast en zij en Emily gingen aan tafel om op het ontbijt te wachten.
“En,” zei Daniel toen hij even later ging zitten met een stapeltje pannenkoeken. “Wat zullen we vandaag doen als de school toch pas morgen begint?”
Emily weifelde. Aan zijn enigszins paniekerige houding te zien wist Daniel zich duidelijk geen raad. Geen van beiden hadden ze ooit voor een kind moeten zorgen, en ze voelden allebei de druk om het Chantelle zoveel mogelijk naar de zin te maken, om iets goed te maken van de vreselijke start die ze had gehad.
“Ik denk dat Chantelle graag ergens met de honden heen wil,” zei Emily. Ze keek naar het meisje ter bevestiging.
Chantelle knikte.
“Ik heb een ideetje,” zei Daniel. “Waren Jason en Vanessa niet gisteren met baby Katy appels aan het plukken in de Fall Farm? Wat dacht je daarvan?”
“Ik ben nog nooit op een boerderij geweest!” zei Chantelle ademloos. “Hebben ze daar dieren? Ik hou van dieren! Mijn lievelingsdieren zijn varkens. Hebben ze daar varkens?”
Emily sperde haar ogen open. Ze had Chantelle nog niet eerder zoveel woorden achter elkaar horen uitspreken. Het idee dat ze tijd met dieren zou gaan doorbrengen bracht haar uit haar schulp.
“Ze hebben een kinderboerderij,” zei Emily. “Met konijnen en cavia’s.”
“Konijnen!” riep Chantelle uit. “Konijnen zijn mijn nog veel lievelingester lievelingsdieren!”
“Nou,” zei Daniel met een grijns. “Het ziet er naaruit dat we vandaag naar Fall Farm gaan.”
*
De hele rit naar Fall Farm keften Mogsy en Regen opgewonden. Emily en Daniel brachten ze zelden ergens anders dan naar het strand of naar het park voor een wandeling, dus ze begrepen wel dat er iets spannends te gebeuren stond. Maar zelfs hun enthousiasme viel in het niets bij Chantelle’s gelukzaligheid. Ze keek de hele rit met grote ogen het raam uit, naar de mooie straten met bomen aan weerszijden, naar de blaadjes die net van groen naar oranje begonnen te kleuren. Emily genoot ervan het meisje zo vol verwondering om haar heen te zien kijken. Het was hartverwarmend te beseffen dat ze haar hadden weggehaald uit een ellendige situatie, haar van haar vreselijke leven hadden gered, en haar nu konden laten zien hoe mooi de wereld echt kon zijn.
Daniel reed de parkeerplaats van Fall Farm op, meer een modderig veldje dan wat anders. Ondanks het vroege uur stonden er al behoorlijk wat auto’s; iedere ouder in Sunset Harbor en omstreken moest hebben besloten dat appels plukken het laatste was dat ze met hun kinderen gingen doen voor de school begon.
Toen Daniel geparkeerd was, deed Chantelle vliegensvlug haar veiligheidsriem af en greep naar het handvat van het portier.
“Even wachten,” zei Daniel. “We moeten de honden eerst nog aanlijnen, anders gaan ze er met de noorderzon vandoor.”
“Sorry,” zei Chantelle, met gebogen hoofd van schaamte.
Daniel keek smekend naar Emily. Emily schudde alleen haar hoofd, en sprak hem in stilte aan er geen ophef van te maken. Er was niets dat ze konden zeggen waar het meisje van zou opvrolijken. Alleen met liefde, tijd en geduld konden ze Chantelle aanleren om zich niet zo voor zichzelf te schamen. Ze had te doen met Daniel die dit soort situaties niet intuitief leek aan te voelen. Hij zag er soms zo verloren uit, terwijl Emily zich bij het moederschap juist als een vis in het water voelde.
Emily lijnde de honden aan en iedereen tuimelde de auto uit. Er hingen wel meer gezinnen rond. Kinderen lachten en speelden en renden rondjes om hun ouders. Ze slenterden richting de ingang van Fall Farm, omgeven door andere kwetterende gezinnen, en Emily besefte zich in een onwerkelijk moment hoezeer haar leven het afgelopen jaar veranderd was. Eerst een drukbezette marketing assistent in New York, nu een herbergbezittende min-of-meer-mama in Maine. Zeven lange jaren had ze zitten wachten op een ring van Ben, nu had ze, naar wat ze begon te denken, de beste relatie die ze ooit had gehad.
“Kom dan, Emily!” riep Chantelle.
Emily keek op, opgeschrikt uit haar mijmeringen, en zag Chantelle en Daniel bij de kiosk wachten op hun mandje voor het appelplukken. Chantelle trok aan Daniels hand, precies zoals Regen dat deed met zijn lijntje. Daniel lachte en straalde zoals Emily nog niet eerder had gezien. Hij was duidelijk dolblij om hier met Chantelle te zijn, als gezin.
Emily rende naar hen toe en nam Chantelle’s andere uitgestoken hand aan. Ze kwamen aan bij de kiosk en pakten hun mandje, en gingen toen de boomgaard in.
“Laten we op zoek gaan naar de sappigste, roodste appeltjes,” fluisterde Emily Chantelle gedreven toe. “Ik durf te wedden dat ze vooral achterin het veldje zitten.”
Chantelle knikte met grote ogen, gedreven door Emily’s samenzweerderige toon.
Emily keek Daniel aan. Hij lachte breed terug, met een zweem van trots in zijn ogen. Emily kon alleen maar blozen.
Ze vulden hun mandjes met sappige appels, en Emily realiseerde zich dat ze in geen jaren zo’n lol had gehad. Ook Daniel lachte als een opgewonden kind. Hij stoof heen en weer, greep Chantelle vast en draaide haar rond, tilde haar op zijn schouders zodat ze bij de hoogste takken kon. Emily was niet bekend met deze malle kant van Daniel. Het was prachtig om te zien.
“Leuk is dit hè?” zei Daniel buiten adem terwijl hij naar Emily snelde.
“Volgens mij heb ik niet zoveel lol gehad sinds ik een kind was,” antwoordde Emily.
“Ik ook niet,” zei Daniel.
Emily voelde zich tintelen van geluk. Op een of andere manier bleek Chantelle’s aanwezigheid de genezing van de wonden geslagen door hun eigen traumatische levens.
*
Na afloop van het appelplukken besloot Emily dat Chantelle wat nieuwe kleren moest hebben. Het meisje kon niet iedere avond in Daniels hemden blijven slapen, zeker niet nu het kouder begon te worden. Ze moest pyjama’s hebben, en ondergoed, een jas en handschoenen, en schoolkleding. Het rugzakje dat ze met zich had meegebracht was zo klein, met zo weinig spulletjes erin, dat Emily haar eigenlijk een hele nieuwe collectie kleding zou moeten aanschaffen.
“Alleen meisjes mogen mee,” zei Chantelle toen ze bij de auto kwamen.
Emily wist dat Daniel zich gekrenkt zou voelen door die opmerking, helemaal omdat ze het zo leuk hadden gehad op de boerderij. Het zou verbijsterend en pijnlijk voor hem zijn dat Chantelle hem nu buitensloot. En hoewel Emily kon zien dat hij graag in dit knusse moment had willen delen, wilde hij tegelijkertijd ook niet tegen Chantelle’s wensen ingaan en het meisje dwingen tot iets dat ze eigenlijk niet wilde.
Emily keek Chantelle aan en greep haar hand stevig vast. “Jouw papa is niet erg modebewust hè?” zei ze, in een poging de situatie wat minder serieus te maken.
Chantelle giechelde.
“Dan laat ik jullie dus maar aan jullie meidendag,” zei Daniel, met een berustende zucht.
“Je krijgt een modeshow van ons zogauw we weer thuis zijn,” zei Emily, in een poging hem wat op te vrolijken door hem erbij te laten horen.
Emily en Chantelle zwaaiden Daniel en de honden gedag, en slenterden de straat van Sunset Harbor op. Er waren niet veel winkels voor kinderkleding in de stad, maar Emily kende wel een goede in een zijstraatje die vintage kleding en ook wat kinderkleding verkocht. Ze zag Chantelle al helemaal voor zich, snoezig in een victoriaanse houtje-touwtje jas, maar ze was er niet zeker op dat Chantelle Emily’s stijl niet te ouderwets zou vinden. Emily had geen idee wat kinderen dezer dagen droegen.
Ze sloegen de zijstraat in en Emily bracht Chantelle naar de vintage kledingwinkel.
“Als je de kleren die ik voor je uitkies niet mooi vindt, moet je het gewoon maar zeggen,” zei Emily tegen haar. “Ik wil niet dat je iets draagt dat niet lekker zit of dat je niet mooi vindt.”
Emily wilde niet dat Chantelle buitengesloten zou worden door de schoolkinderen. Ze had al een achterstand door de verwaarlozing van haar kindertijd; het laatste dat Emily nu wilde was dat ze buitengesloten zou worden doordat ze rare kleren aanhad!
“Ooh Chantelle, wat vind je van deze jas?” zei Emily. Ze hield een donkerblauwe houtje-touwtje jas met grote knopen omhoog. Ze bedacht dat het het soort jas was dat Sarah Crewe aanhad in A Little Princess.
Chantelle keek als door de bliksem getroffen. Ze pakte de jas vast en wreef de stof tegen haar wang aan. De binnenvoering was een prachtige bloemencollage in oud roze, groen, en geel.
“Vind je de voering mooi?” vroeg Emily.
Chantelle knikte en Emily bedacht dat ze nog meer kleding in bloemenprint voor haar moest zoeken.
Chantelle haalde de jas van de hanger en deed hem aan. Precies zoals Emily voorspeld had, zag ze er werkelijk glorieus uit in de jas, zo uit een roman van Dickens gestapt. Chantelle bekeek zichzelf in de spiegel en de tranen sprongen haar in de ogen.
“We hoeven hem niet te kopen als je het niet mooi vindt,” zei Emily, plotseling verontrust.
Chantelle schudde haar hoofd. “Dat bedoel ik niet. Ik wist alleen niet dat ik er mooi uit kon zien.”
Voor wel de honderste keer sinds het meisje haar leven was binnengewandeld voelde Emily haar hart breken. Had in haar hele leven werkelijk niemand ooit aan Chantelle gezegd dat ze mooi was? Wat was er veel goed te maken als ze Chantelle’s zelfvertrouwen wilden opvijzelen.
Emily en Chantelle besteedden bijna een uur in de vintagewinkel. Ze pasten jurken en t-shirtjes, schattige driekwartbroeken en coltruitjes. Emily wist niet of het eraan lag dat ze bevooroordeeld was, maar ze vond Chantelle er fantastisch uitzien in alle outfits, net een model voor kinderkleding. De verandering in haar was wonderbaarlijk, niet alleen in haar uiterlijk, maar ook in haar gedrag. Ze voelde zich gemakkelijker, zelfverzekerder en begon wat meer gedurfde keuzes te maken. Voor een klein kind dat nooit haar eigen kledingkeuzes had mogen maken was ze behoorlijk creatief aangelegd. Bij het verstrijken van het uur hadden ze vijf nieuwe outfits.
“Nu moeten we maar naar het warenhuis,” zei Emily. “We moeten ondergoed hebben, sokken en pyjama’s.”
Samen verlieten ze de vintagewinkel, Emily’s armen beladen met tassen, en begaven zich naar het warenhuis. Onderweg zag Emily Vanessa met Katy in haar buggy. Vanessa had nu al weken schoonmaakdiensten in de herberg gehad. Emily zwaaide haar vanaf de overkant van de straat toe.
“Chantelle, dat is mijn vriendin Vanessa,” zei Emily. “Ze werkt in de B&B, dus je zal haar waarschijnlijk wel ’s morgens zo nu en dan tegenkomen.”
Vanessa keek enigszins verbaasd. “Hoi Chantelle,” zei ze, ietwat stijfjes. Toen keek ze Emily aan. “Is dat een nichtje van jou?”
Emily grinnikte en schudde haar hoofd. “Dit is Daniels dochter.”
“Emily is mijn nieuwe mama,” zei Chantelle. Ze klemde Emily’s arm tegen haar lichaam aan en glimlachte.
Emily voelde haar hart smelten. Maar toen ze naar Vanessa keek, zag ze een koude uitdrukking op het gezicht van haar vriendin.
“Daniels dochter uit Tennessee?” vroeg Vanessa.
Emily knikte, en haar stemming begon om te slaan. Vanessa was er geweest, die weken waarin Daniel ervandoor was, die zes lange weken waarin Emily in totale chaos had verkeerd, niet wetende of ze nu moest blijven waar ze was, of dat ze haar biezen moest pakken richting New York, gaan voor de baan die Amy haar had aangeboden en Bens huwelijksaanzoek, en de hele geschiedenis in Maine maar beschouwen als een droom. Samen met Serena had Vanessa Emily gesteund, haar troost en vriendschap geboden, en de scherven opgeveegd die Daniel had achtergelaten. Ze was het duidelijk niet eens met Emily’s beslissing om Daniel en zijn dochter zonder aarzeling in haar leven toe te laten.