“Dat is allemaal al gedaan,” antwoordde Nelson zelfvoldaan. “De overledene is Hailey Lizbrook, vierendertig jaar oud, moeder van twee jongens en een striptease danseres in The Runway in Omaha.”
Hij somde deze feiten op alsof hij een handleiding las. Mackenzie nam aan dat hij, omdat hij al zo lang in dienst bij de politie was, de slachtoffers van een moordpartij niet langer als mensen zag, maar meer als een puzzel die moest worden opgelost.
Maar Mackenzie, die pas een paar jaar in dienst was, was niet zo hard en gevoelloos. Ze bestudeerde de vrouw met als doel te achterhalen wat er was gebeurd, maar zag haar ook als een vrouw die twee kinderen had achtergelaten, jongens die de rest van hun leven zonder moeder zouden moeten opgroeien. Omdat de moeder van de twee kinderen als stripper aan het werk leek te zijn, ging Mackenzie ervan uit dat er geldproblemen waren en dat ze bereid was bijna alles te doen om voor haar kinderen te zorgen. Maar nu was ze hier, vastgebonden aan een paal en gedeeltelijk verminkt door een anonieme man die...
Het geritsel van de maisstengels achter haar onderbrak haar gedachten. Ze draaide zich om en zag Walter Porter door het mais naderen. Hij keek geërgerd toen hij de open plek betrad, en veegde stof en maisvezels van zijn jas.
Hij keek even rond voordat zijn blik zich op het lichaam van Hailey Lizbrook aan de paal vestigde. Een verbaasde grijns kwam over zijn gezicht, zijn grijze snor kantelde in een ruwe hoek naar rechts. Daarna keek hij naar Mackenzie en Nelson. Hij verspilde geen tijd en kwam meteen naar hen toe.
“Porter,” zei Chief Nelson. “White is zo te zien al druk bezig met het oplossen van deze zaak. Ze is behoorlijk scherp.”
“Ja, zo kan ze zijn,” zei Porter afwijzend.
Zo was het altijd. Nelson gaf haar niet echt een compliment. In feite was hij meer Porter aan het plagen omdat die opgescheept zat met het mooie jonge meisje dat uit het niets was gekomen en de positie van rechercheur had veroverd; het mooie jonge meisje dat door weinig mannen boven de dertig serieus genomen werd in het district. En God, wat haatte Porter dit.
Hoewel ze genoot van de plagerijen jegens Porter en zijn geërgerde reactie hierop, was dit geen aanleiding voor haar om zich onvoldoende en ondergewaardeerd te voelen.
Keer op keer had ze zaken opgelost die haar mannelijke collega’s niet hadden kunnen oplossen en dit, wist ze, bedreigde hen. Ze was pas vijfentwintig, veel te jong om een burn-out te krijgen in een carrière waar ze ooit zoveel van hield. Maar nu, gekoppeld aan Porter als collega en in dit politiekorps, begon ze haar beroep te haten.
Porter deed een poging om tussen Nelson en Mackenzie in te stappen en liet haar zo weten dat het vanaf nu zijn show was. Mackenzie voelde het stoom uit haar oren komen maar hield haar mond. Ze had de afgelopen drie maanden, sinds ze verplicht was met hem samen te werken, al vaak op haar tong gebeten. Vanaf de eerste dag had Porter geen geheim gemaakt van zijn afkeer voor haar. Ze had tenslotte de partner van Porter na achtentwintig jaar vervangen. Wat Porter betrof was zijn partner ontslagen om plaats te maken voor deze jonge vrouw.
Mackenzie negeerde zijn flagrante gebrek aan respect; ze weigerde om haar werkethiek hierdoor te laten beïnvloeden. Zonder een woord te zeggen ging ze terug naar het lichaam. Ze bestudeerde het aandachtig. Het deed pijn om het te bestuderen, maar niet zoveel als het eerste lijk wat ze ooit had gezien. Ze was bijna zover dat ze het dode lichaam van haar vader niet meer zag wanneer ze zich op een plaats delict bevond. Maar nog niet helemaal. Ze was zeven jaar oud geweest toen ze de slaapkamer binnenliep en hem languit in een plas bloed op het bed had zien liggen. En dat beeld was ze nooit meer kwijtgeraakt.
Mackenzie zocht naar aanwijzingen waaruit zou kunnen blijken dat deze moord geen sexueel motief had. Ze zag geen tekenen van blauwe plekken of krassen op de borsten en billen van het slachtoffer, geen externe bloedingen rond de vagina. Ze keek vervolgens naar de handen en voeten van de vrouw en vroeg zich af of er misschien een religieus motief was; tekenen van punctie langs de handpalmen, enkels en voeten zouden kunnen wijzen op een kruisiging. Maar ook daar was geen sprake van.
Uit het korte politierapport dat zij en Porter hadden gekregen bleek dat de kleding van het slachtoffer niet was gelokaliseerd. Mackenzie dacht dat dit waarschijnlijk betekende dat de moordenaar deze nog had, of had verwijderd. Dit gaf aan dat hij voorzichtig was, of borderline obsessief. Dit en het feit dat zijn motivatie gisterenavond vrijwel zeker niet van seksuele aard waren geweest, droeg bij aan het beeld van een potentieel ongrijpbare en berekende moordenaar.
Mackenzie liep achteruit naar de rand van de open plek en nam de hele scène in haar op. Porter bleef met Nelson praten en wierp haar een zijwaartse blik toe. Daarna negeerde hij haar volledig. Ze bemerkte dat de andere politiemannen haar wel in de gaten hielden. Sommigen hielden haar werkwijze in de gaten. Ze was rechercheur geworden met de reputatie uitzonderlijk slim te zijn en was hoog aangeschreven door de meerderheid van de instructeurs op de politieacademie. Zo nu en dan kwamen de jongere agenten - zowel mannen als vrouwen - haar om advies vragen.
Ze wist ook dat een paar van de mannen die op open plek aanwezig waren misschien ook om andere redenen naar haar keken. Ze wist niet zeker wat erger was; de mannen die haar kont controleerden wanneer ze langs liep, of degenen die achter haar rug om lachten om het kleine meisje dat de rol van rechercheur probeerde te spelen.
Terwijl ze de scène bestudeerde, werd ze opnieuw overvallen door een knagend vermoeden dat hier iets vreselijk mis was. Ze had het gevoel dat ze een boek had opengeslagen waarbij na het lezen van de eerste pagina direct duidelijk werd dat dit een heel ingewikkeld verhaal zou gaan worden.
Dit is nog maar het begin, dacht ze.
Ze keek naar de modderige grond rond de paal en zag een paar vage schoen afdrukken, maar niet iets dat bruikbare informatie zou opleveren. Er zaten ook een reeks andere afdrukken in de grond die er bijna slangachtig uitzagen. Ze hurkte neer om ze van dichtbij te bekijken en zag dat verschillende van deze afdrukken naast elkaar lagen en rond de houten paal kronkelden, alsof de paal meerdere keren door een slangachtig voorwerp omcirkeld was geweest. Daarna keek ze naar de rug van de vrouw en zag dat de wonden in haar vlees ongeveer dezelfde vorm hadden als de markeringen op de grond.
“Porter,” zei ze.
“Wat is er?” Vroeg hij, duidelijk geïrriteerd dat hij werd gestoord.
“Ik denk dat ik hier wapen afdrukken heb.”
Porter aarzelde een seconde maar liep toen naar Mackenzie die op haar knieen zat. Toen hij naast haar hurkte, kreunde hij een beetje en ze kon zijn riem horen kraken. Hij was ongeveer 25 kilo te zwaar en dit werd meer zichtbaar naarmate hij dichterbij de vijfenvijftig jaar kwam.
“Een soort van zweep?” Vroeg hij.
“Ziet ernaar uit.”
Ze onderzocht de grond en volgde de sporen in de aarde tot aan de paal, en daarbij merkte ze nog iets anders op. Het was iets minuscules, zo klein dat ze het bijna niet zag.
Ze liep naar de paal, voorzichtig om het lichaam niet aan te raken voordat forensisch onderzoek had plaatsgevonden. Ze zakte weer door haar knieën en terwijl ze dit deed voelde ze het volle gewicht van de hitte van die middag op haar drukken. Onverschrokken boog ze haar hoofd dichter bij de paal, zo dichtbij dat ze het bijna met haar voorhoofd aanraakte.
“Wat ben je in godsnaam aan het doen?” vroeg Nelson.
“Er is hier iets uitgehouwen,” zei ze. “Ziet eruit als getallen.”
Porter kwam dichterbij om het te onderzoeken maar deed er alles aan om niet voorover te buigen. “White, dat stuk hout is gemakkelijk twintig jaar oud," zei hij. “En dat snijwerk ziet er net zo oud uit.”
“Misschien,”zei Mackenzie. Maar ze betwijfelde het.
Porter was niet geïnteresseerd in de ontdekking en ging terug naar het gesprek met Nelson, en vergeleek de aantekeningen die hij had gekregen met de informatie van de boer die het lichaam had ontdekt.
Mackenzie pakte haar telefoon en maakte een foto van de nummers. Ze vergrootte het beeld en de cijfers werden een beetje duidelijker. Nu ze deze zo gedetailleerd zag, bekroop haar het gevoel dat dit allemaal het begin was van iets veel groters.
N511 / J202
De cijfers betekende niets voor haar. Misschien had Porter gelijk; misschien betekende ze absoluut niets. Misschien waren ze door een houthakker uitgehouwen toen de paal was gemaakt. Misschien had een verveeld kind ze ergens in de loop van de jaren erin gekrast.
Maar het voelde niet goed.
Niets aan deze zaak voelde goed.
En ze wist in haar hart dat dit slechts het begin was.
HOOFDSTUK TWEE
Mackenzie voelde een knoop in haar maag toen ze uit het raam van de auto keek en de busjes van de verschillende nieuwszenders geparkeerd zag staan.Terwijl ze het terrein op reden renden de verslaggevers alvast naar de beste plaatsen om haar en Porter aan te vallen. Terwijl Porter de auto parkeerde, zag ze verschillende journalisten dichterbij komen. Ze renden over het terrein met de zwaar belaste cameramannen in hun kielzog.
Mackenzie zag dat Nelson al bij de voordeur van het pand stond en deed wat hij kon om de journalisten tevreden te stellen. Hij zag er ongemakkelijk en opgewonden uit. Zelfs vanaf hier kon ze het zweet op zijn voorhoofd zien glinsteren.
Zodra ze de auto uitstapten ging Porter naast haar lopen, ervoor zorgend dat ze niet zichtbaar was voor de wachtende journalisten. Toen hij haar passeerde, zei hij: “Vertel deze vampieren niets.”
Ze voelde een golf van verontwaardiging over zijn neerbuigende opmerking.
“Ik weet het, Porter.”
De menigte verslaggevers en camera's bereikte hen. Er waren minstens een dozijn microfoons die uit de menigte voor hun gezicht werden gehouden terwijl ze zich een weg naar het bureau probeerden te banen. De vragen regenden over hen heen.
“Zijn de kinderen van het slachtoffer al op de hoogte gebracht?”
“Wat was de reactie van de boer toen hij het lichaam vond?”
“Is dit een geval van seksueel misbruik?”
“Is het verstandig om een dergelijke zaak aan een vrouwelijke detective toe te wijzen?”
Die laatste stoorde Mackenzie een beetje. Natuurlijk wist ze dat de verslaggevers gewoon een reactie probeerden uit te lokken, in de hoop op een sappig verhaal voor de nieuwsuitzending van die middag. Het was pas vier uur en als ze snel waren, hadden ze misschien een goudklompje voor het nieuws van zes uur.
Terwijl ze door de voordeur naar binnen liep, echode die laatste vraag als een donderslag in haar hoofd.
Is het verstandig om een dergelijke zaak aan een vrouwelijke detective toe te wijzen?
Ze herinnerde zich hoe emotieloos Nelson de informatie van Hailey Lizbrook had gelezen.
Natuurlijk wel, dacht Mackenzie. Het is zelfs cruciaal.
Ze traden het pand binnen en de deuren sloegen achter hen dicht. Mackenzie haalde opgelucht adem in de stilte.
“Fucking bloedzuigers,” zei Porter.
Nu de camera’s niet meer op hem gericht waren liet hij zijn masker vallen. Hij liep langzaam langs het bureau van de receptioniste en in de richting van de gang die leidde naar de vergaderzalen en afdelingen die hun bureau vormden. Hij zag er moe uit, klaar om naar huis te gaan, klaar om al klaar te zijn met deze zaak.
Mackenzie ging als eerste de vergaderruimte binnen. Er zaten verschillende officieren aan een grote tafel, sommige in uniform en sommige in burgerkleding. Gezien hun aanwezigheid en de plotselinge verschijning van de nieuwsbusjes, vermoedde Mackenzie dat in de twee en een half uur gelegen tussen het verlaten van haar kantoor om naar het maisveld te gaan en hun terugkomst, het verhaal al lang en breed was uitgelekt. Het was meer dan een willekeurige griezelige moord; het was nu een spektakel geworden.
Mackenzie pakte een kopje koffie en ging aan tafel zitten. Iemand had al dossiers met het kleine beetje informatie dat over de zaak was verzameld, op de tafel gelegd. Terwijl ze door de informatie keek, kwamen er meer mensen de kamer binnen. Porter kwam uiteindelijk binnen en ging aan de andere kant zitten.
Mackenzie nam even de tijd om haar telefoon te controleren en ontdekte dat ze acht gemiste oproepen, vijf voicemails en een dozijn e-mails had. Het was een grimmige herinnering aan het feit dat ze al bezig was met een zaak voordat ze vanmorgen naar het maïsveld was gestuurd. De trieste ironie was dat, hoewel haar oudere collega's veel tijd besteedden aan het vernederen en subtiele beledigen van haar persoon, ze ook haar talenten realiseerden. Als gevolg hiervan had ze een van de grootste caseloads van het korps. Tot op heden was ze echter nooit achterop geraakt en had ze een groot aantal zaken weten af te sluiten.
Ze dacht erover om enkele e-mails te beantwoorden terwijl ze wachtte, maar Chief Nelson kwam binnen voordat ze hier de kans toe kreeg. Hij deed snel de deur van de vergaderruimte achter zich dicht.
“Ik weet niet hoe de media hier zo snel achter is gekomen,” gromde hij, “maar als ik erachter kom dat iemand in deze kamer hiervoor verantwoordelijk is, breekt de hel los.”
De kamer viel stil. Een paar officieren en aanverwante medewerkers begonnen nerveus naar de inhoud van de mappen voor hen te kijken. Hoewel Mackenzie niet veel om Nelson gaf, viel het niet te ontkennen dat de aanwezigheid en de stem van deze man een natuurlijk overwicht af dwongen.
“De zaak is als volgt,” zei Nelson. “Het slachtoffer heet Hailey Lizbrook, een stripper uit Omaha. Vierendertig jaar oud, twee zonen in de leeftijd van negen en vijftien. Van wat we hebben kunnen vaststellen werd ze ontvoerd voordat ze naar werk ging. Haar werkgever zegt dat ze die avond niet is komen opdagen. Beveiligingsbeelden van The Runway, haar werkplek, laten niets zien. Dus we gaan ervan uit dat ze ergens tussen haar appartement en The Runway is meegenomen. Dat is een gebied van ongeveer 10 kilometer, een gebied dat momenteel door een paar instanties die onderzoek doen voor het politiekorps van Omaha onderzocht wordt.”
Hij keek naar Porter alsof deze een gewaardeerde leerling was en zei:
“Porter, waarom beschrijf jij de scène niet?”
Natuurlijk zou hij voor Porter kiezen.
Porter stond op en keek de kamer rond alsof hij wilde zorgen dat iedereen goed oplette.
“Het slachtoffer was met haar handen op haar rug aan een houten paal vastgebonden. De plaats van delict is een open plek in een maïsveld, iets minder dan een kilometer de snelweg verwijderd. Haar rug was bedekt met wat leek op lange striemen, afkomstig van waarschijnlijk een soort zweep. We zagen afdrukken in de modderige grond die dezelfde vorm en grootte hadden als van de striemen. Hoewel het slachtoffer alleen haar ondergoed nog droeg en haar kleren nergens te vinden waren, zijn we er vrij zeker van dat dit geen sexueel getinte aanval was. Dit zullen we echter pas helemaal zeker weten na het rapport van de lijkschouwer. “
“Bedankt, Porter,” zei Nelson. “Over de lijkschouwer gesproken, ik sprak hem zo'n twintig minuten geleden aan de telefoon. Hij zegt dat de oorzaak van de dood waarschijnlijk bloedverlies of een soort trauma zal zijn. Waarschijnlijk aan het hoofd of het hart maar helemaal zeker zullen we pas zijn nadat het rapport van de autopsie is voltooid.”