Agent Nul - Джек Марс 9 стр.


Zo’n vijftig meter van hen vandaan was een uitgestrekte, lage constructie, twee verdiepingen hoog en verscheidene malen breder; zonder ramen en gemaakt van gegolfd staal dat beige geschilderd was. Een soort voorziening, beredeneerde Reid – misschien voor het maken van wijn. Maar hij betwijfelde het.

Yuri rekte zijn ledematen kreunend uit. Toen grijnsde hij naar Reid. “Ben, ik begrijp dat we nu hele goede vrienden zijn, maar toch…” Hij haalde een dunne strook zwart textiel uit zijn jaszak. “Ik moet erop aandringen.”

Reid knikte eenmaal kordaat. Welke keuze had hij? Hij draaide zich om zodat Yuri de blinddoek om zijn ogen kon binden. Een sterke, vlezige hand greep zijn bovenarm – ongetwijfeld een van de gorilla’s.

“Zo dan,” zei Yuri. “Op naar Otets.” De sterke hand trok hem voorwaarts en leidde hem terwijl ze in de richting van het stalen gebouw liepen. Hij voelde een andere schouder tegen de zijne bewegen aan de andere kant; hij had aan iedere zijde een van de grote gorilla’s.

Reid ademde gelijkmatig door zijn neus en probeerde zijn best om kalm te blijven. Luister, zeiden zijn gedachten tegen hem.

Ik luister.

Nee, luister. Luister, en ga erin mee.

Iemand bonsde driemaal op een deur. Het geluid was dof en zo hol als een trommel. Hoewel hij niets kon zien, beeldde Reid zich in dat Yuri met zijn vuist op de zware stalen deur bonsde.

Katsjunk. Een dwarsbalk schoof voorbij. Een woesj, een vlaag van warme lucht toen de deur opende. Ineens, een collage van geluid – het klinken van glas, het klotsen van vloeistof, het zoemen van transportbanden. Zo te horen de werktuigen van een wijnboer. Vreemd; hij had van buiten niets gehoord. De buitenmuren van het gebouw zijn geluidsdicht.

De zware hand leidde hem naar binnen. De deur ging weer dicht en de dwarsbalk werd op zijn plaats geschoven. De vloer onder hem voelde aan als glad beton. Zijn schoenen sloegen tegen een kleine plas. De zurige lucht van fermentatie was het sterkst, en vlak daaronder de zoetere, bekende geur van druivensap. Ze maken hier daadwerkelijk wijn.

Reid telde zijn passen over de vloer van het gebouw. Ze gingen door een tweede set deuren, en daarmee kwam een assortiment aan nieuwe geluiden. Machines – hydraulische pers. Drilboor. De klinkende ketting van een transportband. De geur van fermentatie werd vervangen door smeervet, motorolie, en…Poeder. Ze zijn hier iets aan het maken; hoogstwaarschijnlijk munitie. Er was iets anders, iets bekends, naast de olie en de poeder. Het was iets zoets, als amandelen… Dinitrotoluene. Ze maken explosieven.

“Trap,” zei Yuri’s stem dicht bij zijn oor, toen Reids scheenbeen tegen de onderste trede botste. De zware hand bleef hem leiden terwijl vier paar voetstappen de stalen trap beklom. Dertien stappen. Degene die dit gebouwd heeft is kennelijk niet bijgelovig.

Bovenaan was er weer een stalen deur. Toen die eenmaal achter hen gesloten was, was er geen geluid meer van de machines te horen – weer een geluidsdichte kamer. Klassieke pianomuziek speelde vlakbij. Brahms. Variaties op een thema van Paganini. De melodie was niet klankrijk genoeg om van een echte piano te komen; een of andere stereo.

“Yuri.” De nieuwe stem was een strenge bariton die lichtelijk schor was, van teveel schreeuwen misschien, of van teveel sigaren. Aan de geur van de kamer af te lezen was het het laatste. Misschien allebei.

“Otets,” zei Yuri onderkruiperig. Hij sprak snel in het Russisch. Reid deed zijn best om Yuri’s accent te volgen. “Ik breng u goed nieuws uit Frankrijk…”

“Wie is deze man?” eiste de bariton. De manier waarop hij sprak leek erop te wijzen dat Russisch zijn moedertaal was. Reid vroeg zich af wat de connectie zou kunnen zijn tussen de Iraniërs en deze Russische man – of zelfs met de gorilla’s in de terreinwagen, of de Servische Yuri. Misschien wapenhandel, zei de stem in zijn hoofd. Of iets ergers.

“Dit is de boodschapper van de Iraniërs,” antwoordde Yuri. “Hij heeft de informatie die we nodig hebben voor –“

“Je hebt hem hiernaartoe gebracht?” viel de man hem in de rede. Zijn diepe stem schreeuwde nu. “Je moest naar Frankrijk gaan en de Iraniërs ontmoeten, niet mannen naar mij slepen! Je stelt alles in gevaar met deze stomheid!” Er was een scherpe krak – de achterkant van een harde hand in een gezicht – en een luide ademteug van Yuri. “Moet ik je taakomschrijving op een kogel schrijven om het door je dikke schedel te laten doordringen?!”

“Otets, alstublieft…” stamelde Yuri.

“Noem me niet bij die naam!” brulde de man. Een pistool werd gespannen – een zwaar pistool, aan het geluid te horen. “Noem me bij geen enkele naam in bijzijn van deze vreemdeling!”

“Hij is geen vreemdeling!” jammerde Yuri. “Hij is Agent Nul! Ik heb je Kent Steele gebracht!”

HOOFDSTUK ZEVEN

Kent Steele.

De stilte regeerde een paar seconden die wel minuten leken. Honderden visioenen flitsten razendsnel door Reids hoofd alsof ze er door een machine ingestopt werden. De CIA. Nationale Geheime Service, Bijzondere Activiteitendivisie, Groep Speciale Operaties. Psychologische operaties.

Agent Zero.

Als je ontmaskerd wordt, ben je dood.

We praten niet. Nooit.

Onmogelijk.

Zijn vingers beefden opnieuw.

Het was simpelweg onmogelijk. Dingen zoals het wissen van iemands geheugen of implantaten of onderdrukkers hoorden bij complottheorieën en Hollywoodfilms.

Het maakte nu toch niet uit. Ze hadden de hele tijd geweten wie hij was – van de kroeg tot de autorit en helemaal tot aan België toe, had Yuri geweten dat Reid niet was wie hij zei dat hij was. Nu was hij geblinddoekt en gevangen achter een stalen deur met minstens vier gewapende mannen. Niemand anders wist waar hij was of wie hij was. Een zware brok van angst vormde zich diep in zijn maag en dreigde hem misselijk te maken.

“Nee,” zei de baritonstem langzaam. “Nee, je vergist je. Stomme Yuri. Dit is niet de CIA-man. Als het hem wel was geweest zou jij nu niet hier staan!”

“Tenzij hij hier kwam om u te vinden!” sprak Yuri hem tegen.

Vingers grepen naar de blinddoek en rukten die van hem af. Reid kneep zijn ogen samen tegen de plotselinge felheid van de tl-buizen boven hem. Hij knipperde in het gezicht van een man van in de vijftig, met zout-en-peper-haar, een volle baard die dicht tegen zijn kaak was geschoren, en scherpe, opmerkzame ogen. De man, kennelijk Otets, droeg een antracietgrijs pak. De bovenste twee knoopjes van zijn hemd stonden open en gaven zicht op wat krullend grijs borsthaar. Ze stonden in een kantoor met roodgeschilderde muren en versierd met kitscherige schilderijen.

“Jij daar,” zei de man in het Engels, met een accent. “Wie ben je?”

Reid ademde hortend in en weerhield zich ervan de man te vertellen dat hij het eigenlijk ook allemaal niet meer wist. In plaats daarvan sprak hij met bevende stem, “Ik heet Ben. Ik ben een boodschapper. Ik werk met de Iraniërs.”

Yuri, die op zijn knieën achter Otets zat, sprong op. “Hij liegt!” krijste de Serviërs. “Ik weet dat hij liegt! Hij zegt dat de Iraniërs hem gestuurd hebben, maar ze zouden nooit een Amerikaan vertrouwen!” Yuri keek hem vals aan. Een klein straaltje bloed sijpelde uit zijn mondhoek waar Otets hem geslagen had. “Maar ik weet meer. Ik heb je namelijk over Amad gevraagd.” Hij schudde zijn hoofd terwijl hij zijn tanden ontblootte. “Er is helemaal geen Amad bij hen.”

Het leek Reid vreemd dat deze mannen de Iraniërs leken te kennen, maar niet met wie ze werkten of wie ze konden sturen. Ze waren zeker op een of andere manier verbonden, maar wat de connectie precies was ontging hem volledig.

Otets vloekte binnensmonds in het Russisch. Toen zei hij in het Engels, “Jij vertelt Yuri dat je boodschapper bent. Yuri zegt mij dat je de CIA-man bent. Wat moet ik dan geloven? Je lijkt in ieder geval niet wat ik me altijd bij Nul had voorgesteld. Toch spreekt mijn achterlijke loopjongen een waarheid: de Iraniërs hebben de grootste minachting voor Amerikanen. Dit ziet er niet goed uit voor jou. Zeg me de waarheid, of ik schiet je in je knie.” Hij tilde een zwaar pistool op – een TIG Series Desert Eagle.

Even was Reid zijn adem kwijt. Het was een heel groot pistool.

Geef eraan toe, maande zijn gedachten hem aan.

Hij wist niet precies hoe hij dat moest doen. Hij wist niet wat er zou gebeuren als hij dat deed. De laatste keer dat deze nieuwe instincten de macht over hem kregen had vier mannen het leven gekocht, en had hij, letterlijk, bloed aan zijn handen. Maar er was geen manier om hier onderuit te komen – dat wilde zeggen, voor Professor Lawson. Maar Kent Steele, wie dat ook wezen moge, kon misschien hieraan ontsnappen. Misschien wist hij niet wie hij was, maar dat zou weinig uitmaken als hij niet lang genoeg in leven kon blijven om erachter te komen.

Reid sloot zijn ogen. Hij knikte eenmaal, in zwijgende instemming met de stem in zijn hoofd. Zijn schouders verslapten en zijn vingers hielden op met beven.

“Ik wacht,” zei Otets droog.

“Lijkt me geen goed idee dat je me neerschiet,” zei Reid. Hij was verrast om zijn stem zo kalm en gelijkmatig te horen. “Een direct schot vanuit dat pistool schiet verbrijzelt niet mijn knie. Het schiet mijn been eraf, en dan ben ik binnen een paar seconden op de vloer van dit kantoor doodgebloed.”

Otets haalde een schouder op. “Wat zeggen jullie Amerikanen ook alweer? Waar gehakt wordt, vallen –“

“Ik heb de informatie die je nodig hebt,” viel Reid hem in de rede. “De locatie van de sjeik. Wat hij me gegeven heeft. Aan wie ik dat heb gegeven. Ik weet alles over je complot, en ik ben niet de enige.”

Otets’ mondhoeken krulden zich tot een grijns. “Agent Nul.”

“Ik zei het u toch!” zei Yuri. “Ik heb het goed gedaan, toch?”

“Kop dicht,” blafte Otets. Yuri kromp ineen als een geslagen hond. “Breng hem naar beneden en haal alles wat hij weet uit hem. Begin met zijn vingers eraf te hakken. Ik wil geen tijd verliezen.”

In een normale situatie zou de dreiging van het afsnijden van zijn vingers een schok van angst door Reid gejaagd hebben. Even spanden zijn spieren zich aan en stonden de kleine haartjes op zijn nek overeind – maar zijn nieuwe instinct verzette zich ertegen en dwong hem te ontspannen. Wacht, zei het tegen hem. Wacht op de juiste gelegenheid…

De kale gorilla knikte kort en greep weer naar Reids arm.

“Imbeciel!” snauwde Otets. “Bind hem eerst vast! Yuri, ga naar de archiefkast. Als het goed is, is er daar iets.”

Yuri snelde zich naar de eikenhouten ladekast in de hoek en rommelde erdoor tot hij een opgerold, ruw touw vond. “Hier,” zei hij, en hij gooide het naar de kale woesteling.

Alle ogen gingen instinctief omhoog, naar het touw dat door de lucht zweefde – die van beide gorilla’s, van Yuri en van Otets.

Maar niet die van Reid. Hij had een kans, en hij pakte hem.

Hij kromde zijn linkerhand, zwaaide die met een scherpe hoek omhoog, en raakte de luchtpijp van de man met de vlezige kant van zijn handpalm. Hij voelde de keel meegeven onder zijn hand.

Terwijl hij de eerste slag toebracht, schopte hij met de hiel van zijn linkerlaars achter hem en raakte de bebaarde boef in de heup – dezelfde heup die de man pijn had gedaan tijdens de rit naar België.

Een natte, verstikte snik ontsnapte aan de lippen van de kale man terwijl zijn handen naar zijn keel vlogen. De bebaarde woesteling gromde terwijl zijn enorme lichaam zwalkte en ineenzakte.

Beet!

Het touw raakte de vloer. Reid ook. In een beweging viel hij op zijn hurken en rukte de Glock uit het enkelholster van de kale man. Zonder op te kijken sprong hij vooruit en maakte een koprol.

Op het moment dat hij sprong galmde een donderklank door het kleine kantoortje, onwaarschijnlijk luid. Het schot uit de Desert Eagle liet een indrukwekkende deuk achter in de stalen deur van het kantoor.

Reid ontvouwde zich, slechts een meter van Otets verwijderd uit zijn koprol en stuwde zichzelf voorwaarts naar hem toe. Voordat Otets op hem kon richten had Reid het geweer van onderen gegrepen – grijp nooit het bovenste schuifmechanisme als je geen vinger wilt kwijtraken – en duwde het omhoog en weg van Otets. Het pistool ging weer af, een oorverdovende knal slechts een halve meter van Reids hoofd. Zijn oren suisden, maar hij negeerde het. Hij draaide het pistool omlaag en naar de zijkant, terwijl hij de loop weg van hem hield terwijl hij het naar zijn heup bracht – en Otets hand ging mee.

De oudere man gooide zijn hoofd achterover en gilde toen zijn vinger aan de trekker brak. Het geluid maakte Reid misselijk terwijl de Desert Eagle op de vloer kletterde.

Hij draaide zich met een ruk om en sloeg een arm om Otets nek, om hem als schild te gebruiken terwijl hij op de twee gorilla’s richtte. De kale man was uitgeschakeld, tevergeefs hijgend door een verpletterde luchtpijp, maar de man met de baard had zijn TEC-9 uit het holster gehaald. Zonder te aarzelen vuurde Reid drie schoten achter elkaar af, twee in de borst en eentje in het voorhoofd. Een vierde was het genadeschot voor de kale man.

Reids geweten brulde in zijn achterhoofd. Je hebt net twee mannen gedood. Nog twee mannen. Maar dit nieuwe bewustzijn was sterker, en dwong zijn misselijkheid en zelfbehoud terug.

Later mag je in paniek raken. Je bent hier nog niet klaar.

Reid draaide zich om met Otets voor hem alsof ze een dans uitvoerden, en richtte de Glock op Yuri. De onfortuinlijke boodschapper worstelde om een Sig Sauer uit zijn schouderharnas te bevrijden.

“Stop,” beval Reid. Yuri stond stokstijf. “Handen omhoog.” De Servische boodschapper deed langzaam zijn handen omhoog met de handpalmen naar buiten gericht. Hij grijnsde breed.

“Kent,” zei hij in het Engels, “we zijn hele goede maatjes, toch?”

“Haal mijn Beretta uit je linkerjaszak en plaats hem op de grond,” beval Reid.

Yuri likte het bloed uit zijn mondhoek en wiebelde met de vingers van zijn linkerhand. Langzaam reikte hij in de zak en haalde er een klein zwart pistool uit. Maar hij deed hem niet op de grond. In plaats daarvan hield hij hem vast, met de loop naar beneden gericht.

“Weet je,” zei hij, “ik bedenk me dat als je informatie wilt, er minstens een van ons nog in leven moet zijn. Toch?”

“Yuri!” grauwde Otets. “Doe wat hij zegt!”

“Op de grond,” herhaalde Reid. Zijn blik verliet Yuri geen moment, maar hij was bang dat anderen in het gebouw het kabaal van de Desert Eagle misschien gehoord houden. Hij had geen idee hoeveel mensen er beneden waren, maar het kantoortje was geluidsdicht en elders stonden machines aan. Het was mogelijk dat niemand het gehoord had – of misschien waren ze gewend aan het geluid en boeide het hen niet zo.

“Misschien,” zei Yuri, “Pak ik dit pistool en schiet ik Otets dood. Dan heb je mij nodig.”

“Yuri, nyet!” riep Otets, ditmaal meer onthutst dan boos.

“Zie je, Kent,” zei Yuri, “Dit is niet La Cosa Nostra. Dit is meer, eh…werknemer met grieven. Je ziet hoe hij me behandelt. Dus misschien schiet ik hem neer, en jij en ik, wij komen wel tot een oplossing…”

Otets knarste met zijn tanden en siste een rits aan scheldwoorden naar Yuri, maar de boodschapper grijnsde alleen maar breder.

Reid begon ongeduldig te worden. “Yuri, als je dat pistool niet onmiddellijk op de grond zet, ben ik gedwongen –”

Yuri’s arm bewoog, met slechts de kleinste indicatie van dat hij omhoog kwam. Reids instinct kwam op gang als de radartjes van een machine. Zonder na te denken richtte hij en vuurde, slechts eenmaal. Het gebeurde zo snel dat hij schrok van de terugslag van het pistool.

Een halve seconde lang, dacht Reid dat hij gemist had. Toen spoot donker bloed uit een gat in Yuri’s nek. Hij viel op zijn knieen, en probeerde met een hand zwakjes de stroom te dempen. Daar was het echter veel te laat voor.

Het kan tot twee minuten duren om dood te bloeden door een doorgesneden halsslagader. Hij wilde niet weten hoe hij dat wist. Maar het duurt maar zeven tot tien seconden voor je bewusteloos raakt door het bloedverlies.

Назад Дальше