‘Wat wil je nu gaan doen?’ vroeg ze.
Cassie werd een beetje verlegen van die vraag, omdat ze geen goed antwoord had. Ze wou dat ze Jess kon vertellen dat ze überhaupt een plan had; en niet, dat ze maar een beetje bij de dag leefde. Enerzijds wilde ze er het beste van maken, van haar verblijf in Europa; anderzijds maakte ze zich in toenemende mate zorgen over haar huidige situatie.
‘Weet ik nog niet. Ik denk erover om terug te gaan naar de VS en daar werk te zoeken. Ergens waar het lekker warm is. Florida misschien. Het leven is zo duur hier.’
Jess knikte begrijpend.
‘Ik heb een auto gekocht toen ik hier kwam, zie je. En dat heeft me een lieve duit gekost.’
‘Je hebt een auto?’ riep Jess. ‘Te gek, man!’
‘Ja, dat was heerlijk. Ik heb een paar reuzeleuke tochtjes buiten de stad gemaakt. Maar zo’n auto is allemachtig duur in gebruik, vanwege de benzine en zo. Trouwens, ook het leven van alledag is hier duurder dan ik verwacht had.’
Almaar geld moeten uitgeven zonder vooruitzicht op een vast inkomen maakte haar nerveus; het herinnerde haar aan de strijd die ze had moeten voeren toen ze jonger was. Ze had op haar zestiende het ouderlijk huis verlaten om te ontkomen aan haar gewelddadige vader, en had sedertdien steeds voor zichzelf gezorgd. Geen geborgenheid, geen geld en geen familie om op terug te vallen. Haar moeder was gestorven en haar oudere zus Jacqui was een paar jaar eerder al van huis weggelopen en had niets meer van zich laten horen. Het op zichzelf aangewezen zijn was voor Cassie een kwestie van overleven geworden. En dat was soms kantje boord geweest. Het was nog het minst erg geweest om op het eind van de maand niets te hebben om de boterham mee te beleggen; droog brood was in barre tijden haar enige voedsel geweest. Daarom had ze er een gewoonte van gemaakt om werk in de horeca te zoeken. Want dat ging vaak gepaard met een gratis maaltijd voor het personeel. Nu beangstigde het haar dat ze rond moest komen van haar spaargeld, want dat was alles wat ze bezat. En door die beroving was ook dat minder geworden.
‘Je zou een tijdelijk baantje kunnen nemen,’ adviseerde Jess, alsof ze haar gedachten kon raden, ‘ter overbrugging.’
‘Heb ik geprobeerd. Ik heb restaurants benaderd, zelfs cafés om er achter de bar te staan, maar ik kreeg steeds nul op het rekest. Ze zijn hier allemaal erg precies op de juiste papieren en ik heb alleen een reisvisum.’
‘Restaurantwerk? Waarom geen betrekking als au pair?’ vroeg Jess nieuwsgierig.
‘Alsjeblieft, zeg,’ kaatste Cassie terug, voordat ze zich realiseerde dat Jess niets afwist van de omstandigheden in haar voorgaande baan.
‘Als ik niet kan werken,’ zei ze daarom haastig, ‘dan maar niet! Geen visum is geen visum. En een baan als au pair is doorgaans voor langere tijd.’
‘Dat hoeft niet,’ protesteerde Jess. ‘Niet altijd. Ik kan je uit eigen ervaring vertellen dat het ook zonder visum kan.’
‘Echt?’
Voor Cassie was er geen denken aan. Ze ging echt niet een nieuwe betrekking als au pair aan. Dat nam niet weg dan de woorden van Jess haar nieuwsgierig gemaakt hadden.
‘Het punt is dat horecagelegenheden regelmatig gecontroleerd worden, snap je. Dus die kunnen het risico niet nemen om iemand in dienst te hebben die niet de juiste papieren heeft. Maar bij een gezin werken is heel wat anders. Dat is zo’n grijs gebied, joh. Je zou immers een vriend van de familie kunnen zijn. Wie gaat er nou roepen dat je er eigenlijk geld loopt te verdienen? Ik verbleef vorig jaar een poosje bij een kennis van me in Devon, en heb er allerhande klusjes opgeknapt, als babysit of kinderoppas, voor buurlui en kennissen.’
‘Dat is handig om te weten,’ gaf Cassie toe, al was er geen haar op haar hoofd die erover peinsde de mogelijkheid verder te onderzoeken. Het gesprek met Jess sterkte haar alleen maar in haar voornemen terug te willen naar de VS. Als ze haar auto verkocht, had ze genoeg geld om daarvan een poosje rond te komen en in betrekkelijke rust iets nieuws te zoeken. Aan de andere kant had ze verwacht langer rond te zullen reizen. Ze had zo uitgekeken naar een vol jaar in het buitenland, in de hoop dat ze in die tijd het verleden voorgoed achter zich zou kunnen laten. Dit was immers haar kans om een nieuwe start te maken in het leven en om als een feniks uit de as te herrijzen. Om na een maand al met hangende pootjes thuis te komen voelde als een capitulatie. Het was tot daaraan toe, dat anderen dat vonden; ze zou het zelf als een nederlaag ervaren.
De ober arriveerde met borden overladen met nachochips. Uitgehongerd, omdat ze het ontbijt overgeslagen had, viel Cassie erop aan. Maar Jess aarzelde, keek nadenkend en haalde haar mobieltje weer tevoorschijn.
‘Over tijdelijke baantjes gesproken, een van die lui voor wie ik werkte, belde me gisteren, om te vragen of ik hem weer van dienst kon zijn.’
‘Je meent het,’ zei Cassie afwezig.
Ze had al haar aandacht bij het eten.
‘Ryan Ellis. Ik heb vorig jaar voor hem gewerkt. Zijn schoonouders verhuisden, en ze moesten iemand hebben die op de kinderen paste terwijl zij gingen helpen. Fantastische lui. En de kinderen vielen ook reuze mee, een jongen en een meisje. We hebben veel lol gehad. Ze wonen in een beeldig kustplaatsje.’
‘Wat wilde hij nu van je dan?’
‘Hij is naarstig op zoek naar iemand die bereid is drie weken in te komen wonen. Cassie, dit zou net wat voor jou kunnen zijn! Hij betaalde goed, in contanten, en taalde niet naar een visum. Hij redeneerde als volgt: als ik door een au pairbureau ingehuurd was, dan zat het wel snor met mijn betrouwbaarheid. Waarom bellen we hem niet even? Voor meer informatie.’
Cassie vond het idee van handje contantje wel verleidelijk. Maar opnieuw een betrekking als au pair? Daar was ze nog niet aan toe. Misschien wel nooit meer.
‘Ik weet niet of dat wat voor me is.’
Jess scheen niettemin vast voornemens om Cassies toekomst eventjes te regelen. Ze toetste het nummer in op haar mobiel.
‘Ik stuur je toch even zijn nummer. En ik sms hem ook even; dat hij gebeld kan worden en dat ik je hogelijk aanbeveel. Je weet maar nooit. Al ga je niet voor hem werken, dan weet hij misschien een ander die een oppas nodig heeft, of iemand die de hond moet uitlaten of zoiets.’
Cassie kon niets tegen die redenering inbrengen. Haar telefoon zoemde – de sms van Jess.
‘Hoe gaat het met jouw werk?’ vroeg ze, toen Jess klaar was met sms’en.
‘Kan niet beter!’
Jess laadde een chip vol met guacamolesaus voor ze verderging.
‘Het gezin is uit de kunst. Ze zijn vrijgevig met vrijetijd en ze blijven maar extraatjes geven. De kinderen zijn soms ondeugend, maar nooit op een boosaardige manier. Dat komt denk ik doordat ze me graag mogen.’
Ze ging opeens zachter praten.
‘Vorige week, toen iedereen arriveerde voor de huwelijksplechtigheid, werd ik voorgesteld aan een van de neefjes. Hij is achtentwintig en een regelrechte spetter. Hij heeft een IT-bedrijf. En ik geloof dat hij op me valt. Het is hartstikke leuk om weer eens sjans te hebben.’
Hoewel ze blij was voor haar vriendin, voelde Cassie onwillekeurig een zweem van jaloezie. Dat was de droombaan waarvan zij heimelijk gedroomd had. Waarom was het juist voor haar in het honderd gelopen? Was het pure pech geweest of was het de resultante van eerdere besluiten? Het schoot Cassie te binnen wat Jess tegen haar gezegd had in het vliegtuig naar Frankrijk. Ze had Cassie toevertrouwd dat haar eerste aanstelling niet goed uitgepakt had. Dus had ze de pijp aan Maarten gegeven en was ze aan iets anders begonnen. Toen had ze meer geluk gehad. Dat zette Cassie nu aan het denken. Had ze misschien te snel de moed opgegeven?
Toen ze zich door de stapels nachochips hadden heen gewerkt, keek Jess hoe laat ’t was.
‘Ik moet opschieten,’ zei ze, ‘want Harrods wacht op me. Ik moet voor iedereen cadeautjes meebrengen. Voor de kinderen, maar ook voor mijn spetter natuurlijk. Wat zal ik straks voor hem kopen? Wat geef je aan iemand met wie je sjans hebt? Dat wordt nog wat!’
Cassie gaf haar een knuffel, met spijt in haar hart dat hun ontmoeting ten einde was. Het luchtige gesprek was een welkome afleiding geweest. Jess leek zo intens gelukkig, en Cassie begreep waarom dat was; ze was gewenst, werd gewaardeerd, verdiende geld, had een doel in het leven en was geborgen. Jess liep niet moederziel alleen te dwalen; eenzaam en zonder werk. Zij was niet voortdurend bang om in de kraag gevat te worden omdat er ergens een moordproces van acquit ging. Een paar weken in een afgelegen kustplaatsje was misschien net wat ze nodig had op dit moment, in meer dan één opzicht. En Jess had gelijk, van het een kwam vaak het ander. Een kans heb je per slot van rekening alleen als je haar bij de lurven grijpt.
Cassie verliet de drukke pub op zoek naar een rustig plekje. Ze keek goed om zich heen, of er geen zakkenrollers of mobieltjesdieven naderden. Ze zuchtte diep en voordat ze van gedachten kon veranderen, belde ze het nummer.
HOOFDSTUK TWEE
Met de telefoon klemvast zocht Cassie dicht tegen de muur beschutting tegen de motregen. Nu ze Ryan Ellis eenmaal gebeld had, werd ze almaar nerveuzer. Goed, ze zou hoe dan ook geld moeten verdienen om langer in Engeland te kunnen blijven. Maar na wat ze in Frankrijk had meegemaakt, vroeg ze zich af of au pair wel de juiste keuze was. Want, ook al leek de betrekking ideaal, zou hij wel bereid zijn iemand als Cassie aan te nemen; iemand met zo weinig ervaring en zonder echte kwalificaties? Ze voelde aankomen dat ze, nu ze de moed had om te vragen of ze de betrekking kon krijgen, waarschijnlijk niets anders mocht verwachten dan een sneue afwijzing.
De telefoon ging zo lang over dat ze begon te vrezen dat ze een voicemailboodschap zou moeten inspreken. Op het allerlaatste moment nam er iemand op.
‘Ryan Ellis hier,’ hijgde de iemand, ‘goedemiddag.’
Hij klonk buiten adem, alsof hij gerend had om de telefoon op tijd te pakken te krijgen.
‘Hallo, spreek ik met Ryan Ellis?’ vroeg Cassie.
Ze trok een grimas toen de overbodigheid van die vraag tot haar doordrong. Maar ze kende hem helemaal niet, dus kon ze moeilijk meteen roepen ‘Ha, die Ryan!’
‘Ja, daar spreekt u mee. Wie is er aan de lijn als ik vragen mag?’
Hij klonk niet geërgerd, eerder nieuwsgierig.
‘Mijn naam is Cassie Vale en ik kreeg uw nummer van mijn vriendin Jess, die vorig jaar voor u gewerkt heeft. Ze vertelde me dat u iemand zocht, om op de kinderen te passen.’
‘Jess, Jess, Jess’, herhaalde Ryan, alsof hij zich probeerde te herinneren wie dat was. ‘Oh ja, Jess uit Amerika! Ik zie nu dat ze me een sms’je gestuurd heeft. Zo’n aardig mens. Heeft zij u aanbevolen? Is dat waarom u belt? Ik heb haar bericht nog niet gelezen, ziet u.’
Cassie aarzelde. Ging ze nu ja zeggen? Als ze dat deed, zat ze er mogelijk meteen aan vast en ze was er nog niet helemaal zeker van, of ze er al aan toe was die stap te zetten.
‘Ik zou graag eerst wat meer over de betrekking willen weten’, zei ze. ‘Ik was au pair in Frankrijk, maar die opdracht is voltooid. Ik zit erover te denken een aanstelling voor de korte termijn te aanvaarden, maar… ik weet ’t nog niet.’
Er viel een korte stilte.
‘Laat ik u wat achtergrondinformatie geven. Ik ben wanhopig op dit moment. Ik heb net een scheiding achter de rug. Dat heeft me nogal aangegrepen. De kinderen willen er nog niet eens over praten, over wat er gebeurd is. Ze hebben iemand nodig die hen kan opvrolijken en leuke dingen met ze kan doen. Maar zelf zit ik tot over mijn oren in het werk, een project met een deadline dat al mijn tijd opslokt.’
Cassie was geroerd door zijn woorden. Ze had niet verwacht dat hij tussen twee vuren zat. Geen wonder dat hij wanhopig was iemand te vinden die hem uit de brand hielp. De scheiding moest erg traumatisch geweest zijn, als de kinderen zo aangegrepen waren. Als Ryan ze onder zijn hoede had, kon ze er gevoeglijk vanuit gaan dat zijn vrouw hem verlaten had, waarschijnlijk voor een ander. Ze moest even zoeken naar de juiste woorden.
‘Dat moet vreselijk zwaar geweest zijn’, bracht ze uiteindelijk uit, om maar wat te zeggen.
‘Ik heb rondgebeld omdat ik nog geen gelegenheid vond een advertentie te plaatsen. Trouwens, ik ben zo uit mijn doen dat ik me niet in staat voel een volslagen onbekende goed door te lichten. Maar niemand van diegenen die voorheen voor me gewerkt hebben, is beschikbaar. U mag gerust weten, ik sta met de rug tegen de muur. Ik ben bereid om het drievoudige te betalen van wat gebruikelijk is. En de betrekking duurt hooguit drie weken.’
‘Nou…’ begon Cassie.
Ze kon het niet over haar hart verkrijgen om nee te zeggen. Dat zou harteloos zijn, nu de man in zo’n lastig parket zat. Ze had medelijden met hem en vond het moeilijk de betrekking zonder meer van de hand te wijzen. Hij zat duidelijk vreselijk omhoog. Bovendien waren de bezoldiging en de korte tijdsduur erg verleidelijk.
‘Waarom komt u niet kennismaken?’ opperde Ryan. ‘Heeft u een auto? Zo niet, dan kan ik u van het station halen. Ik betaal het treinkaartje uiteraard.’
‘Ik heb een auto.’
‘Dan is het een eitje! De reis hierheen kost u ongeveer vijf uur, ijs en weder dienende. Ik stuur u gelijk een sms met het adres. En u krijgt de kilometers van me vergoed, voor het geval u ons niet lief mocht vinden.’
‘Goed dan’, lachte Cassie. ‘Ik vertrek morgenochtend. Rond de lunch moet ik er zijn.’
Ze verbrak de verbinding, opgelucht dat ze hen zou leren kennen voordat ze een beslissing hoefde te nemen. Als ze hen mocht, kon ze weleens van doorslaggevende betekenis zijn in hun leven, door hun hulp en ondersteuning te bieden in zo’n moeilijke periode. Toen Ryan haar verteld had dat hij recentelijk gescheiden was, was ze verrast geweest door het gevoel van medelijden dat er door haar heengegaan was. Het opgroeien in een conflictueuze gezinssituatie en het verlies van haar moeder op jonge leeftijd moesten daarvoor de verklaring zijn; dat kon haast niet anders. Dit was zo’n situatie waarin ze van enorme waarde kon zijn. Toen ze als radeloze en diep gekrenkte tiener van huis wegliep, was ze vastbesloten geweest in de voetsporen van haar zus te treden en het misbruik van haar vader achter zich te laten. Maar, nadat ze aan diens overheersing ontsnapt was, was ze doodleuk in een giftige relatie met haar gewelddadige ex-vriend Zane gestapt. En daarna, toen ze naar Frankrijk vertrokken was, was ze in een zo mogelijk nog grotere nachtmerrie beland. Buiten de stad, in een afgelegen kustplaatsje, was ze eventjes helemaal weg van de snelweg en zou ze eindelijk in een gezinssituatie terechtkomen waar ze zich welkom voelde; wat per slot van rekening een van de hoofdredenen was geweest om au pair te willen worden.
Cassie hoopte dat ze de tijd daar zou kunnen gebruiken om op verhaal te komen.
HOOFDSTUK DRIE
De rit naar Ryan Ellis’ huis nam meer tijd in beslag dan Cassie verwacht had. Het bleek onmogelijk het drukke verkeer te ontlopen dat de snelwegen naar het zuiden verstopte. En er waren onderweg twee stukken geweest waar er aan de weg gewerkt werd en waar ze een eind had moeten omrijden. Die extra rijtijd zorgde er bovendien voor dat ze te weinig brandstof had. Ze moest de rest van het geld dat Jess haar gegeven had, gebruiken om te tanken. Ongerust dat Ryan mocht gaan denken dat ze van gedachten veranderd was, sms’te ze hem om te zeggen dat het later werd. Onmiddellijk kwam er antwoord terug.