Bijna Verloren - Блейк Пирс 3 стр.


‘Geen enkel probleem, neem de tijd, rijd voorzichtig.’

Toen ze eenmaal van de snelweg af was en op het platteland terechtgekomen, waren de panorama’s schilderachtig. Cassie probeerde reikhalzend over de getrimde hagen heen te kijken naar de golvende vergezichten over lappendekens van akkers en velden in diverse kleuren, van donkergroen tot goudgeel, met beeldschone boerderijtjes en meanderende riviertjes. Het gecultiveerde landschap gaf haar een vredig gevoel, al wist ze dat de samenpakkende wolken betekenden dat ze vanmiddag regen kregen. Ze hoopte dat ze voor de bui binnen zou zijn.

Meer dan zes uur na haar vertrek uit Londen kwam ze aan in het pittoreske kustplaatsje. Zelfs bij dit sombere weer zag het dorp er nog idyllisch uit. Haar auto rammelde over de kasseien. Tussen de huizen door zag ze af en toe een glimp van het schilderachtige haventje verderop. Ryan had haar gezegd dat ze het dorp helemaal door moest en dan de kustweg volgen; ze woonden een paar kilometer verder, aan de zeekant.

Toen ze buiten het openstaande tuinhek stilstond, kon Cassie haar ogen niet geloven. De woning daarachter was bijna te mooi om waar te zijn. Het zag eruit als het huis uit haar dromen. Een eenvoudige, doch schitterende villa, met ronde lijnen en houten details die volledig pasten in het decor, als een schip in zijn thuishaven. Alleen, dit “schip” lag tegen een bergwand gevlijd, met een beeldschoon uitzicht over de oceaan. De goed onderhouden tuin bevatte een schommel en een wipwap. Beide waren wat roestig. Cassie gokte dat de staat waarin het speeltuig verkeerde, de leeftijd van de kinderen verried.

Cassie wierp een blik in de binnenspiegel om te kijken of haar haar goed zat. De slagen waren nog glad en glanzend, dankzij haar matineuze inspanningen. En haar koraalrode lippenstift zat perfect. Ze parkeerde op de oprit van kinderkopjes en wandelde naar de voordeur langs een pad tussen bloembedden door. Voor het jaargetijde lagen die er nog prachtig bij, met gele bloesem. Zag ze daar bloeiende kamperfoelie? Ze vermoedde dat het hier ’s zomers een explosie van kleuren was. De voordeur zwaaide open, nog voor ze eraan toe was.

‘Goeiemiddag, juffrouw Vale. Leuk met u kennis te maken. Ik ben Ryan Ellis.’

De man die haar begroette, was een kop groter, en zag er afgetraind en verrassend jong uit. Hij had een warrige, zeezandkleurige haardos en doordringende, blauwe ogen. Hij glimlachte, oprecht blij haar te zien. Ryan Ellis droeg een vaal geworden Eminem T-shirt en een versleten spijkerbroek. Ze zag dat er een theedoek aan zijn broekband hing.

‘Goeiemiddag, meneer Ellis.’

Ze schudde de uitgestoken hand. Zijn handdruk was warm en stevig.

‘Ik was net de keuken aan het opruimen, ter voorbereiding op je… eh, uw komst. Het water kookt. Houdt u van thee? Het is zo’n Engelse gewoonte, hè. Ik weet ’t. Maar er is koffie, als je… u dat liever… heeft. Zeg, zullen we elkaar maar tutoyeren? Is dat goed?’

‘Dat is prima’, antwoordde Cassie, meteen op haar gemak door de informele toonzetting. ‘En ja, thee is goed. Ik ben dol op thee.’

Nadat hij de deur had dichtgedaan en haar voorging naar de keuken, moest ze bekennen dat Ryan Ellis totaal verschilde van hoe ze zich hem voorgesteld had. Hij was vriendelijker dan ze had durven hopen en ze vond het geweldig dat hij bereid bleek iets in de keuken te doen.

Cassie herinnerde zich de ontvangst op het vorige adres waar ze au pair was. Op het moment dat ze het Franse chateau binnenkwam, had ze die nare atmosfeer gevoeld, van conflicten die in de lucht hingen. In dit huis merkte ze daar hoegenaamd niets van. Ze liep over in de boenwas gezette houten vloerpanelen en was onder de indruk van hoe schoon alles was. Er waren zelfs verse bloemen op een vaas op de tafel in de vestibule.

‘We hebben de boel speciaal voor jou opgefleurd’, zei Ryan alsof hij haar gedachten las. ‘Het heeft er in maanden niet zo netjes uitgezien.’

Rechts zag Cassie een kamer met grote schuifdeuren die toegang gaven tot een veranda. Comfortabel ogende leren fauteuils en zeegezichten met schepen aan de muur gaven de kamer een uitnodigende en smaakvolle uitstraling. Cassie kon niet nalaten de vergelijking te trekken met de ostentatieve pronkzucht in het chateau waar ze voorheen gewerkt had. Ze besefte dat in dit huis een waarachtig gezin woonde. De keuken was prachtig en proper. Cassie zag in een mum de degelijkheid van de apparatuur. Waterkoker, broodrooster en keukenmachine waren alle van een topmerk. Ze herkende de felgekleurde ontwerpen van de vormgever uit een artikel dat ze gelezen had in een tijdschrift in het vliegtuig. Ze wist nog dat ze toen bijna achterovergeslagen was van de prijzen.

‘Heb je gegeten tussen de middag?’ vroeg Ryan nadat hij de thee ingeschonken had.

‘Nou, nee. Maar dat geeft niet.’

Zonder acht te slaan op haar protesten haalde hij een schaal uit de koelkast, volgestapeld met fruit, muffins en sandwiches.

‘In het weekeinde heb ik nu eenmaal graag wat lekkers bij de hand. Ik wou dat ik kon zeggen dat ik het speciaal voor jou gemaakt had, maar het is de standaardkost van de kinderen. Dylan is twaalf en eet zo langzamerhand voor twee, Madison is negen en beoefent allerlei sporten. Ik heb liever dat ze dit naar binnen werken dan junkfood of snoep.’

‘Waar zijn ze,’ vroeg Cassie, ‘de kinderen?’

Ze voelde zich zenuwachtig worden bij de gedachte aan de aanstaande kennismaking. Met zo’n leuke en oprechte pa moesten ze wel precies zo zijn zoals Jess ze geschetst had, maar ze wilde dat liever toch zelf nog even vaststellen.

‘Ze gingen na het middagmaal op de fiets naar een vriendje verderop toe. Ik heb ze gezegd dat ze van het droge weer moesten profiteren voordat ’t omslaat. Ze kunnen elk moment terug zijn. Zo niet, dan moet ik ze misschien gaan ophalen met de Land Rover.’

Ryan wierp een peinzende blik door het raam op de dreigende luchten.

‘Maar goed, zoals ik al zei, zit ik de komende tijd erg omhoog, als alleenstaande ouder nu. En ze hebben alle afleiding nodig die ze kunnen krijgen. Maar de deadline van mijn project is spijkerhard.’

‘Wat doet u… eh, je voor werk?’ vroeg Cassie.

‘Ik heb een stel boten voor sportvisserij en recreatie in de haven van het dorp liggen. In deze tijd van het jaar vindt het groot onderhoud plaats. Ik heb momenteel een ploeg scheepstimmerlui aan het werk. Ze hebben het vreselijk druk, en de allereerste stormen van het seizoen zijn op til. Daarom heb ik zo weinig tijd. En mijn privéomstandigheden helpen niet echt mee nu.’

‘Het moet vreselijk zijn geweest, die scheiding en alles, juist nu.’

‘Het is een moeilijke tijd geweest.’

Ryan wendde zich af van het raam. Bij de veranderende lichtval nam ze er notie van dat hij niet slechts niet onaantrekkelijk was, maar zelfs uitzonderlijk knap. Zijn gelaatstrekken waren regelmatig en krachtig. En te oordelen naar zijn armspieren, moest hij erg fit zijn. Cassie vervloekte zichzelf dat ze langs haar neus weg het uiterlijk van de arme man, die momenteel door een emotionele hel moest gaan, zat te bewonderen. Maar het was nu eenmaal zo dat hij er dermate mooi uitzag, dat het moeilijk was om niet te staren.

‘Het punt is even, Ryan, dat ik niet een geldig visum heb om hier te werken. Ik heb er eentje voor Frankrijk, en ik heb alle toestemming van het au pairbureau, alleen… ik had niet in de gaten dat het hier allemaal net even anders werkt.’

‘Je bent bij me aanbevolen door een vriendin’, zei Ryan met een glimlach. ‘Laten we dus zeggen, dat je hier te gast bent. Ik betaal je zwart, dus belastingvrij. Kun je daarmee leven?’

Cassie voelde zich opgelucht. Ryan begreep haar situatie volkomen en was bereid de zaak in zo’n vat te gieten dat ze geen problemen zou krijgen. Dat was een pak van haar hart. Ze besefte dat het voor haar de doorslag gaf en ze moest zich ervan weerhouden om niet nu al ja te zeggen. Ze wees zichzelf erop dat ze voorzichtig moest zijn en zich nergens op moest vastleggen voordat ze de kinderen gezien had.

‘Hoelang denk je me nodig te hebben?’

‘Hooguit drie weken. Dat geeft me tijd om dit project af te ronden en dan komen de schoolvakanties er ook aan. Kortom, een en ander bieden de gelegenheid om de gezinsbanden weer aan te halen. Om nieuwe aan te halen, moet ik misschien zeggen, als een nieuw gezinnetje. Er wordt wel beweerd dat een scheiding zo ongeveer het ergste is wat je kan overkomen. Ik denk dat de kinderen en ik dat kunnen onderschrijven.’

Cassie knikte meelevend. Ze twijfelde er geen seconde aan dat de kinderen geleden hadden. Ze vroeg zich af of Ryan en zijn vrouw veel geruzied hadden. Onenigheid was er onherroepelijk geweest. Het hing er alleen maar vanaf, of ze uitgemond was in geschreeuwde verwijten of in zwaarbewapende stiltes. Als kind had Cassie beide meegemaakt. Ze was er nog niet uit welke van de twee erger was.

Toen Cassies moeder nog leefde, was die er vaak in geslaagd om het deksel dicht te houden dat op de put zat waarin het woeste monster school dat in haar vader huisde. Cassie herinnerde zich de gespannen stiltes van toen ze nog klein was. Ze had in die tijd een gevoelige antenne ontwikkeld voor conflicten. Ze kon een kamer binnenwandelen en meteen aanvoelen of er ruzie was geweest. Zulke stiltes waren beladen en emotioneel uitputtend omdat ze eindeloos leken. Als er één ding was dat je kon zeggen ten faveure van openlijke conflicten, dan was het wel dat er vroeg of laat een eind aan kwam, ook al was het dan met gebroken serviesgoed of telefoontjes naar hulpdiensten. Het liet tevens een ander trauma na en andere littekens. Alsmede een diep angstgevoel, omdat verbaal en fysiek geweld bewezen dat je je zelfbeheersing kon verliezen en dus niet te vertrouwen was. Zo was, kort samengevat, haar vader geweest na de dood van haar moeder. Cassie keek rond in de propere, opgeruimde keuken en probeerde zich voor te stellen wat zich hier afgespeeld had tussen Ryan en zijn echtgenote. De ergste ruzies speelden zich in haar ervaring namelijk af in de keuken en in de slaapkamer.

‘Het spijt me zo,’ zei ze zacht, ‘dat je dit allemaal hebt moeten doormaken.’

Ryan vestigde een opmerkzame blik op haar en ze beantwoordde die. Ze keek in indringende, staalblauwe ogen.

‘Cassie,’ fluisterde hij, ‘het lijkt net, of je ’t… kent?’

Ze had even de indruk dat hij haar nog iets wilde vragen, maar toen ging de voordeur open.

‘De kinderen zijn thuis’, zei hij opgelucht met een blik uit het raam. ‘En precies op tijd.’

Cassie keek naar buiten. Regendruppels spatten tegen het glas. En toen de deur met een klap weer dichtviel, brak er een winterse plensbui los.

‘Ha, die pa!’

Er klonken rennende voetstappen op de houten vloer. En een slank meisje in een fietsbroek en een groen trainingsjack kwam de keuken binnen sprinten. Ze bleef staan toen ze Cassie zag, bekeek haar van top tot teen en kwam toen dichterbij om haar een hand te geven.

‘Hallo. Kom jij hier oppassen?’

‘Ik ben Cassie’, zei Cassie. ‘Ben jij Madison?’

Madison knikte en Ryan woelde speels door zijn dochters glanzend bruine haar.

‘Cassie weet nog niet of ze dat wel wil. Zul jij je daarom van je beste kant laten zien?’

Madison haalde haar schouders op.

‘Jij zegt altijd, dat we nooit moeten beloven wat we niet kunnen waarmaken. Maar ik zal ’t proberen.’

Ryan schaterde. Cassie merkte dat ze zelf ook moest lachen om de ondeugende eerlijkheid van Madisons antwoord.

‘Waar is Dylan?’

‘Hij is in de garage, zijn fiets smeren. Die piepte toen we de heuvel op fietsten. En toen viel de ketting er ook nog af.’

Madison beende naar de keukendeur en haalde diep adem.

‘Dylan!’ brulde ze. ‘Kom meteen!’

Cassie hoorde in de verte iemand roepen ‘Ik kom al!’

‘Dat gaat nog eeuwen duren’, oordeelde Madison somber. ‘Als hij eenmaal aan zijn fiets begint te prutsen, houdt hij nooit meer op.’

Toen zag ze het bord met lekkers. Haar gezicht klaarde op en ze ging ze er recht op af. Maar toen ze ontdekte wat er op brood zat, zuchtte ze teleurgesteld.

‘Pap, je hebt sandwiches met ei gemaakt.’

‘Is dat een probleem?’ vroeg Ryan, met verbaasd opgetrokken wenkbrauwen.

‘Je weet hoe ik denk over ei op brood. Het lijken net broodjes poep.’

Ze koos met zorg een muffin uit van de andere kant van de schaal.

‘Broodjes poep?’ stamelde Ryan en zijn stem verried, dat verontwaardiging en hilariteit om de voorrang streden. ‘Maddie, dat soort dingen hoor je niet te zeggen als er bezoek is.’

‘Kijk maar uit, Cassie,’ waarschuwde Madison, terwijl ze een gezicht trok naar haar vader dat van weinig berouw blijk gaf, ‘dat spul plakt overal aan vast.’

Cassie werd overvallen door een tot dusver onbekend gevoel van… van thuisgekomen zijn. Dergelijke gekkigheid was precies waarop ze gehoopt had. Tot dusverre leek dit een normaal, gelukkig gezin, met plagerij over en weer, en dito bezorgdheid. Ook al leed het voor haar geen twijfel dat elk zijn eigen nukken en zorgjes had. Ze voelde plots hoe gespannen ze geweest was, in de overtuiging dat er iets finaal scheef zou lopen. Ze had tot nu toe nog niets van de schaal gepakt, omdat ze zich opgelaten gevoeld had om te gaan zitten kauwen waar Ryan bij was. Maar nu voelde ze hoe hongerig ze was. Ze kon maar beter wat eten voordat haar maag hoorbaar zou gaan knorren.

‘Ik zal moedig zijn,’ zei ze, ‘en een broodje p… eh, sandwich met ei nemen.’

‘Daar ben ik blij om,’ juichte Ryan, ‘want mijn culinaire kunsten hebben een goede roep.’

‘Broodjes poep’, rijmde Madison.

Cassie lachte. Madison richtte zich tot Cassie.

‘Pappa kookt altijd. Hij houdt alleen niet van opruimen.’

‘Dat is waar’, gaf Ryan toe.

Madison haalde opnieuw diep adem en wendde zich tot de keukendeur.

‘Dylan!’ gilde ze, om er op normale toon aan toe te voegen ‘Oh, ben je daar al.’

Een lange, slungelachtige jongen was de keuken in komen kuieren. Hij had hetzelfde bruine, glanzende haar als zijn zusje. Cassie vroeg zich af of hij net een groeistuip doorgemaakt had, want hij zag eruit als een gespierde spijker.

‘Hoi,’ zei hij langs zijn neus weg tegen Cassie.

Ze herkende in hem, ondanks zijn jonge jaren, een gelijkenis met Ryan. Ze hadden dezelfde wilskrachtige kin en geprononceerde jukbeenderen. In Madisons knappe, ovale snoetje zag ze minder van hem terug. Ze vroeg zich af hoe de moeder eruitzag. Zouden er nog familiefoto’s in huis te vinden zijn? Of was de scheiding zo bitter geweest dat die weggehaald waren?

‘Je hoort een hand te geven’, zei Ryan tegen zijn zoon.

Dylan liet zijn handen zien. Die waren zwart van het fietskettingvet.

‘Oh jee, kom maar hier.’

Ryan haastte zich naar het aanrecht, draaide de kraan open en spoot een royale dosis zeep over de handen van zijn zoon. Nu Ryan afgeleid was, nam Cassie gauw nog een sandwich.

‘Wat was er mis met de fiets?’ vroeg Ryan.

‘De ketting sloeg door,’ zei Dylan, ‘zodra ik naar een kleiner verzet schakelde.’

‘Heb je ’t gemaakt?’ vroeg Ryan, terwijl hij de voortgang van het handenwassen met enige zorg gadesloeg.

‘Ja’, antwoordde Dylan.

Cassie verwachtte een verdere uitweiding, maar… dat was ’t. Ryan gaf hem een handdoek en hij droogde zijn handen. Dylan pakte Cassies hand even beet bij wijze van begroeting en wijdde zijn aandacht toen aan het eten op tafel. Er kwam misschien niet zoveel uit Dylan, maar Cassie sloeg er steil van achterover, hoeveel er ín Dylan ging; het bord was bijna leeg tegen de tijd dat Ryan het in de koelkast terugzette.

‘Je hebt helemaal geen trek meer in avondeten als je zo doorgaat,’ zei hij, ‘en ik ga straks spaghetti bolognese maken.’

‘Die krijg ik ook wel op, hoor’, beloofde Dylan.

Ryan sloot de koelkast.

‘Oké, ik wil dat jullie iets droogs gaan aantrekken nu, anders vatten jullie nog kou.’

Toen ze verdwenen waren, richtte hij zich opnieuw tot Cassie en hij klonk gespannen.

Назад Дальше