Antiamerica - Falco T. K. 2 стр.


Een piepje van haar iPhone haalde haar uit haar verdoving. Het was maar een sms. Waarschijnlijk checkte Brayden haar, of misschien was het Javier. Ze hield de hamer vast onder haar oksel, terwijl ze probeerde de telefoon uit haar handtas te vissen. Ze klikte hem uit de slaapstand. Op het scherm stond Javiers naam.

Het bericht luidde: “Ik moet je mijn geheim vertellen, Alanna. Probeer me te vinden.”

Ze huiverde, waardoor de hamer naar haar elleboog gleed. Zodra ze het gebouw had verlaten, zou ze Javier sms'en om hem te vragen wat er in godsnaam aan de hand was. Ze stopte de telefoon weer in haar tas. De indringers zouden terug kunnen komen. Ze wilde echter niet met lege handen vertrekken. Nog een keer doorzocht ze het appartement in de hoop om in elk geval één aanwijzing te vinden over de verblijfplaats van Javier.

Een snelle controle van de woonkamer bleek vruchteloos. Terwijl ze door de rommel in de slaapkamer snuffelde, stond ze bijna op een fotolijstje. Alanna raapte het op en keek er even naar. Een familiefoto van een slungelige Javier met een onbezorgde glimlach naast zijn ouders en zusje. Ze streelde met haar vingertoppen over zijn gezicht, voordat ze de lijst op het witte dressoir naast zijn bed plaatste.

Ze speurde nog een keer de kamer af, maar zonder succes. Niets in deze puinhoop bood een antwoord. Ze drukte haar benen tegen elkaar om het trillen te stoppen. Tijd om er vandoor te gaan. Nu ze wist dat het leven van Javier in gevaar was, kon ze alles wat ze wist aan Brayden vertellen. Misschien was hij dan eindelijk bereid om hetzelfde te doen. Ze ging van de slaapkamer naar de voordeur en deed de lichten uit voordat ze het appartement verliet.

Alanna haastte zich door de lege gang. De dichtstbijzijnde lift was nog maar een paar meter verderop, toen plotseling de hoge bling van een bel haar tegenhield. Er stapte een kale man uit, gekleed in een donker pak en gebouwd alsof hij thuishoorde in een pro-worstelarena. Op het moment dat hij haar in het vizier kreeg, viel zijn mond open. Terwijl hij naar buiten kwam, weerstond ze de drang om er vandoor te gaan.

Ze knikte met haar hoofd, terwijl ze probeerde beleefd en beheerst te lijken. “Hallo.”

Hij bewoog zijn rechterhand. “Blijf staan. Beweeg je niet!”

Haar spieren verstijfden. Haar eerste reflex was om zijn bevel te gehoorzamen. Maar ze wist wel beter. Ze ging er in de tegenovergestelde richting vandoor.

“Ik zei beweeg je niet,”schreeuwde hij.

Bij het bordje nooduitgang, rukte ze de deur open. Ze klampte zich vast aan de reling terwijl ze de trap af vloog. De sluitende deur boven haar onderbrak het geluid van stampende voeten en geschreeuw in de gang. Tegen de tijd dat haar achtervolger het trappenhuis binnenkwam, rende zij de laatste trap al af. Op de onderste verdieping schoot ze door de deur die voor haar lag.

Een onverwachte vochtige luchtstroom stroomde over haar gezicht, op het moment dat ze de parkeergarage instormde. De ingang voor voertuigen bevond zich aan de andere kant. Ze rende in een rechte lijn naar de uitgangsdeur aan haar rechterkant. Toen ze de deurkruk omdraaide, bewoog deze slechts een paar centimeter. Er zat aan de andere kant iets tegenaan.

Ze nam een paar stappen terug, waarna ze hard met haar schouder tegen de deur beukte waardoor die openvloog. Buiten lag een vrouw met blonde paardenstaart, wit overhemd en een donkere broek op de grond, die overeind probeerde te krabbelen. De vrouw keek haar aan, alsof ze ook achter haar aanzat. Alanna moest snel handelen, voordat de kale kerel haar inhaalde.

Paardenstaart wilde haar de weg versperren, ze strekte haar rechterarm uit. Ze kon zien wat er in haar hoofd omging. “Denk er niet eens aan.” Te laat.

Alanna botste vol tegen haar aan en duwde haar languit terug op het gras. Terwijl ze naar de aangrenzende betonnen loopbrug sprintte, hoorde ze achter zich de vrouw brullen van frustratie. Alanna volgde de rij palmbomen, met uitzicht op de jachthaven aan haar linkerkant, naar de voorkant van het gebouw. Dit gedeelte van Brickell bestond uit hoogbouw en beton met uitzicht op de baai. Weinig verkeer op de weg. Geen mensen op de stoep.

Ze was buiten. Braydens Kia stond een blok verderop. Ze glimlachte, sloeg rechtsaf de bocht om en rende full-speed verder. De adrenalinekick begon te werken. Op het kruispunt draaide ze haar hoofd in de richting van de dwarsstraat. Een paar blokken verderop schoot een blauw busje de weg op.

Ze staarde naar de straat waar Brayden geparkeerd stond. Als ze naar zijn auto sprintte, konden ze daar binnen een minuut wegrijden. Dat zat er jammer genoeg niet doen. Ze vermoedde dat haar achtervolgers agenten of mensen van de FBI waren, en wilde hem in geen geval in haar rotzooi betrekken. Ze keek naar voren, en besloot dan verder te rennen in dezelfde richting als voorheen.

Toen Alanna weer achterom keek, zag ze de kale man langs de net opgestane paardenstaart rennen. Ze had een plek nodig waar ze zich verstoppen kon. De straat verderop had een lege parkeerplaats en een geslote restaurant aan de rechterkant, en links lagen een hoogbouw en een doodlopende weg. Nog meer open straten verderop. Ze rende in de richting van de parkeerplaats in de hoop wat dekking te vinden achter het restaurant.

Nadat ze de hoek om was, stopte ze even om het zweet van haar voorhoofd te vegen. Langs de zijkant bevond zich een witte houten muur die te hoog was om te beklimmen. Aan de andere kant stonden grote bomen en een bruin bakstenen kantoorgebouw. Ze gooide haar lock-picking gereedschap in de boom die het dichtst bij haar stond. Ze waren het bewijs van de inbraak, en konden tegen haar gebruikt worden. Ze keek met lede ogen hoe haar kostbare aandenkens in de bladeren verdwenen, knarste ze met haar tanden en hervatte haar ontsnapping.

Ze rende verder over het asfalt. Achter haar, dicht op haar hielen, weerklonk het stampen van voetstappen. Halverwege het restaurant begon ze buiten adem te raken. Haar brandende longen dwongen haar om het tempo te verlagen. Nog geen seconde later werden haar voeten van de grond gerukt door een paar krachtige armen die haar taille omsloten. Vervolgens voelde ze hoe haar lichaam hard op de parkeerplaats terecht kwam.

Haar hele rechterkant verkrampte van de pijn. De stoep schuurde tegen haar wang terwijl ze naar lucht hapte. Haar aanvaller sprong op. Haar ribben waren gekneusd en haar been en elleboog geschaafd. Haar lichaam brandde terwijl ze probeerde haar buik van de grond te tillen. Op het moment dat ze haar hoofd omhoog draaide, liet de kale man zijn knie op haar rug neerkomen. Ze bezweek onder zijn brute kracht.

Na enkele ogenblikken luid kreunend met haar gezicht tegen de grond te hebben gelegen, probeerde ze zichzelf nog een keer te vermannen, maar zijn gewicht duwde haar naar beneden tot ze volledig plat lag. Mensen schreeuwden achter hen. Al haar hoop stierf bij het zien van paardenstaart en twee andere kerels die naar haar toe renden. De hele wereld kwam op haar af.

“Ga verdomme van me af!” schreeuwde ze.

Een scherpe pijn scheurde door haar rechterschouder doordat haar arm achter haar rug werd geschroefd. Een metalen band wurgde haar pols. Daarna overkwam de linker hetzelfde. Ze worstelde totdat ze niet meer kon verdragen dat de handboeien in haar huid sneden. Het bloed bonkte in haar hoofd. Ze sloot haar ogen om de kwelling en het geschreeuw van haar ontvoerders te blokkeren. Het spijt me papa, ik heb je teleurgesteld – alweer.

2

Phishing

Mensen zullen je helemaal leegzuigen als je dat toelaat. Beloof me dat je niet hulpeloos zult eindigen zoals ik – een slachtoffer.

Haar vader hield een fles whisky in zijn hand, toen ze hem op elfjarige leeftijd haar woord had gegeven. Dronken of niet, hij vertelde de waarheid. Net voor het eerst in Miami aangekomen, was ze er zelf getuige van dat hij gelijk had. Smeerlappen stonden in de rij om weglopers als zij verslaafd te maken aan harddrugs. Ze exploiteerden die tot ze helemaal opgebruikt waren. Ze had het beter gedaan dan de meesten.

Nu liet haar geluk haar toch in de steek. Al meer dan een uur zat ze in een kille verhoorkamer. De kale man had haar haar rechten voorgelezen, ondertussen haar ruggengraat verpletterend. Na het ontvangen van instructies van paardenstaart, duwden hij en een grijze kerel haar op de achterbank van een auto van de FBI, en versleepten haar naar hun kantoor in het centrum van Miami.

Haar handtas met contant geld en ID werd in beslag genomen. Haar naam, foto, vingerafdrukken en DNA werden opgenomen in hun databank. Ze stond nu officieel op het net geregistreerd, wel het laatste wat ze kon gebruiken, en met nog erger in het vooruitzicht. Minachtend keek ze naar haar reflectie in de spiegel op de grijze muur, terwijl ze met haar voet op de zwarte tegelvloer tikte. Als de FBI haar vanaf de andere kant van de spiegel bespioneerde, moest men de hint, dat ze genoeg had van het wachten, begrijpen.

De agenten die haar arresteerden noemden zichzelf de FCCU – de Federale Cyber Crimes Unit. Het was de eerste keer dat ze van hen hoorde. Er waren zoveel cybercriminaliteitseenheden, teams en speciale eenheden dat ze het spoor bijster raakte. Het leek erop dat haar oplichterij via social engineering haar had achtergehaald. De waarschuwingen van Brayden bleken niet voor niets te zijn geweest. Ze bad dat haar FCCU-ontvoerders hem niet ook hadden opgepakt.

Vijftien minuten gingen voorbij voordat een lange man van middelbare leeftijd de kamer binnenkwam. Donkere tint, kort zwart haar en een grijs pak. Hij liet een bruine map, een gele blocnote en een pen op het houten tafelblad vallen, liet zijn blik over haar glijden, om vervolgens in de metalen stoel tegenover haar plaats te nemen. “Mv. Blake. Mijn naam is Ethan Palmer. Ik ben een special agent van de Geheime Dienst.”

Ze bleef onbeweeglijk zitten met haar armen naar beneden hangend aan weerszijden van haar stoel. Geheime Dienst en FCCU. Wat een overkill voor een eenvoudige inbraak. Ze vroeg zich af welke van haar zwendelpraktijken op hun radar opgedoken waren, en hoe lang ze haar al in de gaten hielden. Wat voor bewijs ze ook hadden, ze was niet van plan om iets te onthullen over haar oplichterij of de inbraak.

Hij rustte met zijn rechterhand op de map. “ Jouw dossier vertelt me dat je als vermist werd opgegeven in North Carolina, niet lang na je zestiende verjaardag. Verder geen enkele vermelding van enige activiteit sindsdien. Wil je ons uitleggen wat je de afgelopen twee jaar hebt gedaan?”

Ze staarde naar de zijkant. Elke centimeter van de muur was op dezelfde saaie en deprimerende manier grijs geschilderd. Hij pakte grijnzend zijn pen op. “Je beide ouders staan als overleden vermeld. Heb je iemand van wie je wilt dat we er contact mee opnemen? Een vriend of familielid?”

“Nee.”

“Het spijt me dat te horen. Het moet moeilijk zijn – een meisje van jouw leeftijd dat alleen woont.”

Het laatste wat ze nodig had, was medelijden van deze vent. “Heb je veel ervaring met meisjes van mijn leeftijd?”

“Dat heb ik inderdaad, mijn oudste dochter is een paar jaar jonger dan jij.”

Terwijl de hoeken van zijn lippen verzachten tot een glimlach, deed ze een bewuste poging om niet te wederkerig te zijn met enig teken van emotie. De kortstondige stilte werd verbroken op het moment dat paardenstaart, in een donkerblauw jasje over haar witte overhemd, binnenkwam. Op een stuk kauwgom kauwend liep ze langs de tafel naar de achterkant van de kamer.

De man gebaarde in haar richting, het oogcontact met Alanna niet verliezend. “Ik geloof dat je Sheila McBride, speciaal agent van de FCCU, al hebt ontmoet.”

Hij gaf de agent een snelle blik, die ze negeerde. “Sorry dat we zonder jou zijn begonnen.”

De vrouw leunde mokkend tegen de muur, met beide handen in haar jaszakken. Ze had alle kenmerken van een controlefreak. Alanna had het gemerkt aan de manier waarop McBride bevelen blafte op het moment van haar arrestatie. Ze was ook goed bekend met de doordringende blik die de agent haar toen en nu had gegeven. Haar hele leven was ze opgegroeid rond mensen die haar als een delinquent beschouwden. Ze reageerde met een brede, spottende glimlach.

De agent van de geheime dienst zwaaide met zijn hand om haar aandacht te krijgen. “ Zo, dus wil je ons vertellen wat je aan het doen was in dat appartementsgebouw? Of waarom je wegliep van de FCCU-agenten die je benaderden?”

Hij drukte zijn vingertoppen tegen elkaar, terwijl zij haar schouders tegen de rugleuning van de stoel liet rusten.

“ Zou je ons willen vertellen hoe je daar terecht bent gekomen? Je auto staat bij je appartement.”

Ze klemde haar kiezen op elkaar. Als ze niets van Brayden wisten, zou ze zeker niet zo gek zijn om hen iets over hem te vertellen. Agent McBride boog zich over de tafel. Ze was duidelijk nog steeds boos over die duw buiten Javiers appartement. Die vijandigheid werkte in beide richtingen. Alanna koesterde weinig sympathie voor mensen die haar dwarszaten. Vooral niet voor chicks met een attitude. Ze kende jaren van opgekropte woede door het samenwonen met een gestoord moederfiguur. Genoeg om een leven lang mee te gaan.

Agent McBride leunde dreigend voorover. “Raad eens wat ze ontdekten op je laptop, na een gerechtelijk bevel om je appartement te doorzoeken?”

De gegevens van haar phishingaanvallen – de grootste moneymaker van al haar oplichterijen. Ze verstuurde massa's e-mails die leken te komen van Instagram, Facebook of een andere alom vertrouwde bron. Er waren altijd wel een paar nietsvermoedende doelwitten die ze openden, op de links in het bericht klikten, en dan hun persoonlijke gegevens invoerden op valse webpagina's die zij had aangemaakt.

Ze liet haar kin zakken voordat ze antwoord gaf. “Minecraft?”

Agent McBride's blauwe ogen vernauwden zich. Ze had blijkbaar geen gevoel voor humor. “Persoonlijk identificeerbare informatie. Identiteitsdiefstal. Verzet tegen arrestatie. Inbraak. Je staat op het punt om een gelukkige officier van justitie erg vrolijk te maken.”

Alanna's hartslag ging omhoog. De meeste gegevens op haar privéserver waren gecodeerd. Behalve de e-mails die ze vanmorgen verstuurd had. Ze had voorzichtiger kunnen zijn, maar ze rekende natuurlijk niet op een hinderlaag van de FBI, en dan nog wel zo vroeg in de middag. Als ze niet blufte, werd ze genaaid. Maar ze zou de eer aan zichzelf houden, en geen enkel teken tonen van de paniek die ze in zich op voelde komen. Het spel van Agent McBride was om haar psychisch te bespelen. Alanna had al zo vaak met dit bijltje gehakt, dat ze daar niet koud of warm van werd.

Ze verplaatste haar aandacht naar Agent Palmer. De man moest in de veertig zijn. Rimpels begonnen op zijn gezicht te verschijnen. “Ik wil een advocaat.”

“Heb je een advocaat die je kunt bellen? Zo niet, dan zul je uren moeten wachten, voordat de rechtbank er een toewijst.”

Ze fronste bij zijn mislukte poging tot intimidatie. “Dan wacht ik wel. Tot die tijd krijg je van mij niets te horen.”

Hij kapte Agent McBride af nog voor ze kon reageren. “Prima. Dan praat je niet. Misschien wil je wel eerst luisteren naar wat wij te zeggen hebben.”

“ Je doet je best maar.”

Назад Дальше